Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/115767-24 en onder parketnummer 10/041963-25 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van twaalf weken met aftrek van voorarrest, waarvan zes weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich inzet voor een dagbesteding, deelneemt aan hulpverlening of coaching die door de jeugdreclassering nodig wordt geacht, meewerkt aan het afnemen van een persoonlijkheidsonderzoek en zich houdt aan een contactverbod met de slachtoffers en de medeverdachten zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
4.Waardering van het bewijs
aan de [naam locatie] , tezamen en in vereniging met een ander,
envergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
engemakkelijk te maken, door die [slachtoffer 1]
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
engemakkelijk te maken, door
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
21 mei 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
- de verdachte een dagbesteding heeft en hier ook daadwerkelijk naar toe gaat;
- de verdachte deelneemt aan hulpverlening of coaching die door de jeugdreclassering nodig wordt geacht;
- de verdachte meewerkt aan het uitvoeren van een persoonlijkheidsonderzoek;
- de verdachte zich houdt aan een contactverbod met slachtoffer(s) en medeverdachten, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- de verdachte meewerkt aan de begeleiding door en een meldplicht bij de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering.
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
10/041963-25 primair bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Duidelijk is dat de jas van de benadeelde partij door de verdachte en medeverdachten is weggenomen en dat zijn t-shirt kapot is gegaan als gevolg van het bewezen verklaarde feit. De rechtbank schat het bedrag aan materiële schade voor de jas en het t-shirt op € 100,-. Daarnaast staat vast dat er een bedrag van € 35,- aan contant geld bij de benadeelde partij is weggenomen. Ook dit deel van de vordering zal worden toegewezen. De overige gevorderde materiële schade is onvoldoende onderbouwd en de benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Nader onderzoek naar de gegrondheid van de vordering zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
10/041963-25 primair bewezen verklaarde strafbare feitrechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 500,-.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
jeugddetentie voor de duur van 50 (vijftig) dagen;
32 (tweeëndertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Reclassering, gevestigd te Amsterdam, te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- onderwijs zal volgen volgens het rooster of zich zal inzetten voor het hebben en behouden van een andere, zinvolle dagbesteding.
- zich zal laten begeleiden door een jongerencoach, indien en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- zal meewerken aan het afnemen van een persoonlijkheidsonderzoek, indien de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht en zal meewerken aan op grond daarvan geadviseerde behandeling of hulpverlening;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten Mohammad Ali Ahmadi, geboren op 28 november 2006, Saleh Taha, geboren op 17 november 2007, en Ilias el Hammouchi, geboren op 15 december 2007;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2006, en [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2005;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren;
40 (veertig) dagen;
€ 1.750,- (zegge: zeventienhonderdvijftig euro),bestaande uit € 1.000,- aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 23 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen
€ 1.750,-(hoofdsom,
zegge: zeventienhonderdvijftig euro), bestaande uit € 1.000,- aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
€ 635,- (zegge: zeshonderdvijfendertig euro), bestaande uit € 135,- aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 februari 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] te betalen
€ 635,-(hoofdsom,
zegge: zeshonderdvijfendertig euro), bestaande uit € 135,- aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
op/aan de [naam locatie] , althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een jas en/of een telefoon en/of airpods en/of 35 euro, althans een geldbedrag en/of een pasjeshouder met pasjes en/of haarspelden, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, op het lichaam te slaan en/of
- die [slachtoffer 2] bij de kraag van zijn jas vast te grijpen en/of
- die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het lichaam te trappen en/of
- een jas uit de handen van die [slachtoffer 2] te trekken;
openlijk, te weten, in/bij het winkelcentrum Zuidplein,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] , door:
- die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, op het lichaam te slaan en/of
- die [slachtoffer 2] bij de kraag van zijn jas vast te grijpen en/of
- die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, tegen het lichaam te trappen en/of
- een jas uit de handen van die [slachtoffer 2] te trekken.