Op 29 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken met de zaaknummers C/10/696156 / JE RK 25-545 en C/10/697683 / JE RK 25-723. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige, geboren in 2021, verlengd tot 14 mei 2026, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg. De kinderrechter heeft ook vervangende toestemming verleend voor het aanvragen van een Nederlands reisdocument voor de minderjarige, omdat de moeder geen toestemming gaf voor de reis naar Italië met de pleegouders. De kinderrechter oordeelde dat het in het belang van de minderjarige is om met de pleegouders op vakantie te kunnen gaan. De moeder heeft aangegeven dat zij bezorgd is over de reis en de betrouwbaarheid van de pleegouders, maar de kinderrechter achtte het noodzakelijk om de minderjarige de kans te geven om op vakantie te gaan. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.