ECLI:NL:RBROT:2025:7731

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juli 2025
Publicatiedatum
1 juli 2025
Zaaknummer
11541340 CV EXPL 25-3098
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van keuken en geschil over algemene voorwaarden in consumentenkoop

In deze zaak heeft Keukencentrum Tieleman B.V. (hierna 'Tieleman') een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] c.s. wegens het niet betalen van een keuken die zij bij Tieleman hebben gekocht. De totale prijs voor de keuken, inclusief montage, bedraagt € 53.031,68. Tieleman heeft de keuken vervaardigd, maar [gedaagde 1] c.s. hebben nog geen afspraak gemaakt voor de montage en hebben ook nog niet het volledige bedrag betaald. Tieleman vordert betaling van de afgesproken prijs, inclusief incassokosten en wettelijke rente. De gedaagden hebben een deel van het bedrag, € 2.000,-, betaald, maar de rest blijft openstaan.

De kantonrechter heeft in deze zaak geoordeeld dat de vordering van Tieleman voortvloeit uit een consumentenkoopovereenkomst, waardoor de kantonrechter bevoegd is om de zaak te behandelen, ondanks dat de vordering hoger is dan € 25.000,-. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden de vordering hebben erkend en hen hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de afgesproken prijs.

Daarnaast heeft de kantonrechter ambtshalve beoordeeld of er oneerlijke bepalingen in de algemene voorwaarden van Tieleman staan. De bepalingen over incassokosten en rente zijn als oneerlijk beoordeeld, omdat deze afwijken van de wettelijke regeling en de consument benadelen. Hierdoor zijn de vorderingen van Tieleman op deze punten afgewezen. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van Tieleman begroot op € 2.532,02, die ook door de gedaagden moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11541340 CV EXPL 25-3098
datum uitspraak: 4 juli 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Keukencentrum Tieleman B.V.,
vestigingsplaats: Middelharnis,
eiseres,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor G.J. van Velzen,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2. [gedaagde 2],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagden,
die zelf procederen.
Eisende partij wordt hierna ‘Tieleman’ genoemd. Gedaagde partijen worden hierna gezamenlijk ‘ [gedaagde 1] c.s.’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 6 februari 2025, met bijlagen;
  • de mail van [gedaagde 1] c.s. van 18 februari 2025;
  • het antwoord;
  • de rolbeslissing van 4 april 2025;
  • de akte van Tieleman van 22 april 2025, met bijlage.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
[gedaagde 1] c.s. hebben bij Tieleman een keuken gekocht. Partijen hebben daarbij ook afgesproken dat Tieleman de keuken bij [gedaagde 1] c.s. monteert. De prijs voor de keuken (inclusief montage) bedraagt € 53.031,68. Tieleman heeft de keuken gemaakt, maar [gedaagde 1] c.s. hebben haar nog niet in de gelegenheid gesteld om die bij hun thuis te monteren. De prijs voor de keuken is ook nog niet betaald.
2.2.
Tieleman vordert in deze procedure primair betaling van de afgesproken prijs met incassokosten van € 1.305,32 en de wettelijke rente die tot 6 februari 2025 € 8.344,05 bedraagt. [gedaagde 1] c.s. hebben nadat zij zijn aangemaand € 2.000,- betaald, zodat de primaire eis € 60.681,05 bedraagt met verdere rente en proceskosten.
2.3.
Subsidiair eist Tieleman een bedrag van € 26.515,84. Dat bedrag is de aanbetaling die partijen met elkaar hebben afgesproken. Zij wil daarbij ook dat [gedaagde 1] c.s. worden veroordeeld tot het maken van een afspraak voor plaatsing en montage van de keuken op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag en betaling van het restant na plaatsing en montage van de keuken.
2.4.
[gedaagde 1] c.s. erkennen de vordering.

3.Bevoegdheid van de kantonrechter

3.1.
Bij rolbeslissing van 4 april 2025 heeft de kantonrechter zich in beginsel onbevoegd verklaard de zaak te behandelen, omdat de eis hoger is dan € 25.000,- en deze zaak geen zaak is die volgens artikel 93c en d Rv door de kantonrechter moet worden behandeld. De kantonrechter heeft daarom de zaak aangehouden en Tieleman in de gelegenheid gesteld om te reageren op de rolbeslissing.
3.2.
Bij akte van 22 april 2025 heeft Tieleman primair gesteld dat de kantonrechter wel degelijk bevoegd is op grond van artikel 93c Rv omdat het een vordering uit consumentenkoop betreft. Subsidiair heeft Tieleman aangevoerd dat het grootste deel van de overeenkomst een consumentenkoop betreft. Meer subsidiair heeft zij de kantonrechter verzocht de zaak aan zich te houden en vonnis te wijzen op grond van artikel 96 Rv omdat beide partijen daarmee akkoord gaan.
3.3.
De kantonrechter stelt bij nader inzien vast dat de vorderingen van Tieleman voortvloeien uit een consumentenkoopovereenkomst. Op grond van artikel 93c Rv is de kantonrechter dan wel bevoegd kennis te nemen van vorderingen uit hoofde van consumentenkoop, ongeacht de hoogte van het gevorderde bedrag. Anders dan uit voornoemde rolbeslissing volgt, betekent dit dat de kantonrechter wel bevoegd is om deze zaak te behandelen. De kantonechter zal hierna ingaan op de inhoudelijke beoordeling van de zaak.

4.De beoordeling

Hoofdsom
4.1.
[gedaagde 1] c.s. hebben de vordering erkend. Zij worden dan ook hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de afgesproken prijs voor de keuken (inclusief montage).
Oneerlijke bepalingen
4.2.
De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of in de algemene voorwaarden van Tieleman oneerlijke bepalingen staan, zoals bedoeld in Richtlijn 93/13 EG. De kantonrechter moet oneerlijke bepalingen vernietigen. Tieleman mag die bepaling dan niet gebruiken en ook geen beroep meer doen op aanvullend recht. [1]
4.3.
Hierna zal worden besproken welke bepalingen oneerlijk zijn en wat het gevolg is van vernietiging van die oneerlijke bepalingen voor de eis van Tieleman.
Geen incassokosten
4.4.
De bepaling over de buitengerechtelijke kosten in de algemene voorwaarden (artikel 10.3) is oneerlijk. De bepaling wijkt namelijk in het nadeel van de consument af van de wettelijke regeling (artikel 6:96 BW) of wekt die indruk. Een bepaling die de handelaar recht geeft op buitengerechtelijke kosten is op zich toegestaan, maar dan moet wel zijn voldaan aan de volgende voorwaarden. De bepaling mag de handelaar geen recht geven op een hoger bedrag dan is toegestaan op grond van de wet. Wel is toegestaan dat in de bepaling geen bedragen worden genoemd of als voor de hoogte van de vergoeding wordt verwezen naar de wet. De bepaling moet ook niet de indruk wekken dat de handelaar eerder dan op grond van de wet recht krijgt op een vergoeding. Als er iets staat over het moment waarop de kosten verschuldigd worden, dan moet uit de bepaling dus blijken dat de consument die vergoeding pas verschuldigd wordt nadat hij nog een kans heeft gekregen om binnen veertien dagen alsnog te betalen. Aan deze voorwaarden is hier niet voldaan. De bepaling is daarom oneerlijk zodat de vergoeding voor incassokosten wordt afgewezen.
Geen rente
4.5.
De rente waarop Tieleman volgens de algemene voorwaarden (artikel 10.3) recht heeft is hoger dan de gewone wettelijke rente en zelfs hoger dan de wettelijke handelsrente op het moment van het aangaan van de overeenkomst. De algemene voorwaarden wijken daarmee ten nadele van de consument af van de wet. Tieleman heeft niet uitgelegd waarom deze afwijking in dit geval gerechtvaardigd is. Deze bepaling is daarom oneerlijk en de wettelijke rente over de hoofdsom zal dan ook worden afgewezen.
In totaal zal worden toegewezen:
hoofdsom € 53.031,68
betaald na aanmaning
€ 2.000,00 -/-
€ 51.031,68
Proceskosten
4.6.
[gedaagde 1] c.s. worden hoofdelijk veroordeeld om de proceskosten te betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde 1] c.s. aan Tieleman moeten betalen op € 121,02 aan dagvaardingskosten, € 1.461,- aan griffierecht, € 815,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 815,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 2.532,02. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Tieleman dat eist en [gedaagde 1] c.s. daar geen bezwaar tegen hebben gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk om aan Tieleman te betalen € 51.031,68;
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk in de proceskosten, die aan de kant van Tieleman worden begroot op € 2.532,02 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
53954

Voetnoten

1.Hof van Justitie van de Europese Unie 27 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:68