Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaatsnaam 1], eiser,
de heffingsambtenaar van de gemeente Molenlanden, verweerder,
Inleiding
Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en [naam 3] namens verweerder, tevens taxateur.
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
de prijs welke door de meestbiedende koper besteed zou worden bij aanbieding ten verkoop op de voor de zaak meest geschikte wijze na de beste voorbereiding". Verweerder moet aannemelijk maken dat hij de waarde van de woning niet te hoog heeft vastgesteld.
Niet in geschil is dat de bouw van de woning in februari 2022 gereed was. Omdat de koop en de afbouw c.q. realisatie van de woning zo dicht bij de waardepeildatum heeft plaatsgevonden, is de rechtbank met eiser van oordeel dat de totale koopsom (dus inclusief de grond) na indexering gelijk is aan de koopsom voor indexering. Eiser heeft verder ter zitting – hoewel niet onderbouwd, maar door verweerder onweersproken – gesteld dat de meerkosten voor het inbouwen van een keuken, badkamer en apart toilet niet meer hebben bedragen dan € 37.500,- en dat dit bedrag bij de koopsom van € 380.000,- moet worden opgeteld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de bij beschikking vastgestelde waarde van de woning tot een bedrag van € 417.000,-;
- vermindert de voor de woning opgelegde aanslag onroerendezaakbelastingen tot een aanslag berekend naar een waarde van € 417.000,-;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de uitspraak op bezwaar;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 3.108,- aan proceskosten aan eiser.