ECLI:NL:RBROT:2025:7576

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
30 juni 2025
Zaaknummer
10/351200-24, 10/175276-24, 10/330158-23 en 10/012532-25, 10/126656-25, 09/011771-23 en 10/288839-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere diefstallen en mishandeling

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2025 uitspraak gedaan tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen en mishandeling. De verdachte heeft in totaal zes keer diefstal gepleegd, waarbij onder andere een fatbike, twee elektrische fietsen, boodschappen uit een supermarkt en een tas met persoonlijke eigendommen zijn gestolen. Na de diefstal van de tas heeft de verdachte met de pas uit de tas een aankoop gedaan. Tijdens een poging tot aanhouding door de supermarktmanager heeft de verdachte gedreigd deze te neersteken. Daarnaast heeft de verdachte een persoon mishandeld door hem in het gezicht te slaan. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummers: 10/351200-24, 10/175276-24, 10/330158-23 en 10/012532-25 (gevoegd ter politierechterzitting van 14 februari 2025) en 10/126656-25 (gevoegd ttz van 13 juni 2025)
Parketnummers vorderingen TUL VV: 09/011771-23 en 10/288839-20
Datum uitspraak: 27 juni 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
de Penitentiaire Inrichting [naam PI] ,
raadsman mr. G.R. Stolk, advocaat te Schiedam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 13 juni 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. van Heest heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 10/351200-24 onder 3 ten laste gelegde feit;
  • bewezenverklaring van de onder 10/351200-24 onder 1, 6 en 7 ten laste gelegde feiten;
  • bewezenverklaring van het onder 10/175276-24 ten laste gelegde feit;
  • bewezenverklaring van het onder 10/330158-23 ten laste gelegde feit;
  • bewezenverklaring van de onder 10/012532-25 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten;
  • bewezenverklaring van het onder 10/126656-25 ten laste gelegde feit;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 (twee) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarden zoals vermeld in het reclasseringsadvies van 11 juni 2025 ;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.

4.Waardering van het bewijs

In de zaak met parketnummer 10/351200-24

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder parketnummer 10/351200-24 onder 3 ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De onder parketnummer 10/351200-24 onder 1, 6 en 7 ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In de zaak met parketnummer 10/175276-24
4.3.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder parketnummer 10/175276-24 ten laste gelegde feit is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In de zaak met parketnummer 10/012532-25
4.4.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder parketnummer 10/012532-25 onder 1 ten laste gelegde feit is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In de zaak met parketnummer 10/126656-25
4.5.
Bewijsmotivering
De verdachte heeft ontkend dat hij het onder parketnummer 10/126656-25 ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde braak en/of verbreking en zich wat de diefstal betreft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de ten laste gelegde braak en/of verbreking niet bewezen kan worden. Dit brengt met zich mee dat de verdachte van dit gedeelte van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
4.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder het onder 10/330158-23, het onder 10/012532-25 onder 2 en het onder 10/126656-25 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 10/351200-24 onder 1, 6 en 7, het onder 10/175276-24 en het onder 10/012532-25 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
parketnummer 10/351200-24
1.
hij op 2 november 2024 te Dordrecht een elektrische fiets die aan [slachtoffer 1] toebehoorde
,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
6.
hij op 1 november 2024 te Dordrecht, een tas, die aan [slachtoffer 2] toebehoorde
,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
hij op 1 november 2024 te Dordrecht, een geldbedrag, dat aan [slachtoffer 2] toebehoorde
,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel, door met een bankpas die aan die [slachtoffer 2] toebehoort zonder toestemming van die [slachtoffer 2] een betaling te verrichten, ten gevolge waarvan het geldbedrag van de rekening van die [slachtoffer 2] werd afgeschreven.
parketnummer 10/175276-24
hij op 19 februari 2024 te Zwijndrecht, een elektrische fiets, die aan [slachtoffer 3] toebehoorde
,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
parketnummer 10/330158-23
hij op 7 december 2023 te Zwijndrecht [slachtoffer 4] heeft mishandeld door die [slachtoffer 4] meermalen in het gezicht te slaan en/ofte stompen.
parketnummer 10/012532-25
1.
hij op 20 december 2024 te Dordrecht, een of meerdere verpakkingen vlees, pijnboompitten en kaas, die aan PLUS Valkzicht toebehoorde
,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 20 december 2024 te Dordrecht, [slachtoffer 5] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen "Ik steek je neer" en met de hand in de zak van
zijntrui te gaan.
parketnummer 10/126656-25
hij op 2 april 2025 te Dordrecht een fatbike, die aan [slachtoffer 6] toebehoorde
,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
parketnummer 10/351200-24
1.

diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

6.

diefstal;

7.

diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.

parketnummer 10/175276-24
diefstal.
parketnummer 10/330158-23
mishandeling.
parketnummer 10/012532-25
1.
diefstal;
2.
bedreiging met zware mishandeling.
parketnummer 10/126656-25
diefstal.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich tot zesmaal toe schuldig gemaakt aan diefstal. Hierbij werden een fatbike, twee elektrische fietsen, boodschappen uit een supermarkt en een tas met persoonlijke eigendommen gestolen. Met de pas uit de gestolen tas is de verdachte meteen een boodschap gaan doen. Toen de manager van de supermarkt de verdachte wilde aanhouden op verdenking van diefstal, heeft de verdachte gedreigd hem te zullen neersteken. Daarnaast heeft de verdachte een persoon mishandeld door hem vol in zijn gezicht te stompen.
Uit het handelen van de verdachte blijkt dat hij weinig respect heeft gehad voor de eigendommen van anderen. Hij heeft niet alleen financiële schade veroorzaakt, maar ook veel ergernis en overlast voor de eigenaren veroorzaakt. Bij de slachtoffers van de geweldsmisdrijven heeft de verdachte gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt.
Dit alles wordt de verdachte aangerekend.
Behalve aan de bewezen feiten heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan de feiten die op de dagvaarding met parketnummer 10/351200-24 onder 2, 4 en 5 kort zijn omschreven en waarvan is medegedeeld dat de verdachte ze heeft bekend. De officier van justitie heeft te kennen gegeven dat de verdachte voor deze feiten niet afzonderlijk (verder) zal worden vervolgd. De verdachte heeft deze feiten op de terechtzitting erkend. Met deze strafbare feiten wordt bij de strafoplegging rekening gehouden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 mei 2025, waaruit blijkt dat de verdachte vaker is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Fivoor, onderdeel van Stichting Verslavingsreclassering GGZ, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 11 juni 2025. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte gebruikt al langere tijd zowel alcohol als (hard)drugs. Voorheen lukte het hem om zijn gebruik te beperken. Sinds ongeveer drie jaar neemt zijn gebruik toe. De verdachte, die jarenlang met plezier op de vaart heeft gewerkt, moest hier drie jaar geleden noodgedwongen mee stoppen wegens lichamelijke klachten (epilepsie). Eenmaal aan wal lukt het hem niet om op constructieve wijze een leven op te bouwen. De verdachte mist het leven op de vaart en heeft moeite met de onzekerheid rondom zijn epilepsie. Hij lijkt niet in staat om op adequate wijze om te gaan met zijn emoties en gebruikt verdovende middelen om deze te dempen. Ook op andere gebieden is instabiliteit ontstaan, ook door zijn beperkte verstandelijke vermogen en dyslexie, en door schulden. Het recidiverisico wordt door Fivoor ingeschat als hoog. Hij staat open voor behandeling en hulpverlening.
Geadviseerd wordt om bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, meewerken aan schuldhulpverlening, meewerken aan middelencontrole en ambulante begeleiding. De verdachte heeft op de zitting verklaard zijn medewerking te willen verlenen aan deze bijzondere voorwaarden.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij de ernst van de feiten past een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Omdat de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de straf voorwaardelijk opleggen, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het rapport. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Alles afwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

onder parketnummer 10/330158-23 inbeslaggenomen telefoon van het merk Samsung

De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder de verdachte in beslag genomen telefoon van het merk Samsung wordt teruggegeven aan de verdachte. De verdediging heeft zich hier niet over uitgelaten.
Beoordeling
De inbeslaggenomen telefoon van het merk Samsung met goednummer [beslagnummer] behoort de verdachte toe. Ten aanzien van deze in beslag genomen telefoon zal daarom een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
onder parketnummer 10/126656-25 inbeslaggenomen elektrische fiets
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen elektrische fiets van het merk Dyu met registratienummer [registratienummer] , waarvan de eigenaar onbekend is, wordt verbeurd verklaard.
De verdediging heeft zich hier niet over uitgelaten.
Beoordeling
Ten aanzien van de in beslag genomen elektrische fiets met registratienummer [registratienummer] zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

parketnummer 10/351200-24 onder 1

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 1] (hierna ook: [benadeelde 1] ) ter zake van het onder parketnummer 10/351200-24 onder 1 ten laste gelegde feit waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 558,08 aan materiële schade en een vergoeding van € 100,00 aan immateriële schade.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende twee posten:
  • kosten voor de aanschaf van een nieuwe elektrische vouwfiets ad € 559,00;
  • kosten voor de aanschaf van twee nieuwe banden voor een oude fiets ad € 29,08.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden toegewezen met daaraan gekoppeld de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft verzocht de vergoeding van de nieuwe elektrische vouwfiets te matigen, omdat de gestolen elektrische vouwfiets ten tijde van de diefstal al ruim één jaar oud was.
Voor het overige heeft de raadsman verzocht de vordering, als zijnde onvoldoende onderbouwd, af te wijzen.
9.3.
Beoordeling
Aan de benadeelde partij is door het onder parketnummer 10/351200-24 onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade toegebracht. De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de post ‘aanschaf nieuwe elektrische fiets’ heeft de benadeelde partij voldoende onderbouwd aan de hand van de aankoopbon van september 2023. De rechtbank acht deze schadepost toewijsbaar en stelt deze schade, met een aftrek ‘nieuw voor oud’, vast op € 300,00. De benadeelde partij zal in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering is onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een (nadere) onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 november 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij voor een groot gedeelte zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 300,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2024. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
parketnummer 10/351200-24 onder 3
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 2] ter zake van het onder parketnummer 10/351200-24 onder 3 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordert een vergoeding van in totaal € 12.281,14 aan materiële schade.
9.5.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte wat dit feit betreft geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Omdat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil
parketnummer 10/351200-24 onder 6
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 3] ter zake van het onder parketnummer 10/351200-24 onder 6 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordering een vergoeding van € 336,78 aan materiële schade, bestaande uit de posten portemonnee ad € 50,00, tas ad € 25,00, reumahandschoenen ad
€ 27,98, bankpasje opnieuw aanvragen ad € 10,00, nieuw paspoort aanvragen ad € 83,80, leren toilettas ad € 50,00, oordopjes ad € 30,00, contant geld ad € 10,00 en een Douglas cadeaukaart ad € 50,00.
9.6.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden toegewezen met daaraan gekoppeld de schadevergoedingsmaatregel.
9.7.
Standpunt verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de benadeelde partij haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Hij verzoekt de rechtbank de waarde van de gestolen tas en de inhoud daarvan schattenderwijs vast te stellen op € 175,00 en het overigens gevorderde bedrag aan geleden schade af te wijzen.
9.8.
Beoordeling
Aan de benadeelde partij is door de onder parketnummer 10/351200-24 onder 6 bewezen verklaarde diefstal van de tas met inhoud rechtstreeks materiële schade toegebracht. De rechtbank zal de geleden schade vaststellen op € 175,00.
De benadeelde partij zal in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een (nadere) onderbouwing van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 november 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij voor een groot gedeelte zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.9.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van
€ 175,00, vermeerderd met de wettelijke rent vanaf 1 november 2024. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Vordering tenuitvoerlegging

parketnummer 09/011771-23

10.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Den Haag van 17 oktober 2023 is de verdachte ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 1 november 2023.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf wordt afgewezen, nu uit het uittreksel Justitiële documentatie blijkt dat al over de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde straf, al dan niet gedeeltelijk, is geoordeeld op 2 april 2024 door de politierechter (13/038301-24).
De verdediging heeft zich niet over de vordering tenuitvoerlegging uit gelaten.
10.2.
Beoordeling
Gelet op hetgeen de officier van justitie op de zitting naar voren heeft gebracht, zal de rechtbank de last tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf afwijzen.
parketnummer 10/288839-20
10.3.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 25 maart 2021 is de verdachte ter zake van poging tot zware mishandeling veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 14 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf wordt afgewezen, nu uit het uittreksel Justitiële documentatie volgt dat dit vonnis nog niet onherroepelijk is.
De verdediging heeft zich niet over de vordering tenuitvoerlegging uit gelaten.
10.4.
Beoordeling
Gelet op hetgeen de officier van justitie op de zitting naar voren heeft gebracht, zal de rechtbank de last tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf afwijzen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14e, 36f, 57, 285, 300, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

12.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10/351200-24 onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10/351200-24 onder 1, 6 en 7,
parketnummer 10/175276-24, parketnummer 10/330158-23, parketnummer 10/012532-25 onder 1 en 2 en parketnummer 10/126656-25 ten laste gelegde;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
2 (twee) maanden niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan
een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Fivoor of een andere reclasseringsinstelling, zolang en frequent die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich laten opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zo snel mogelijk. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling, waaronder ook valt het innemen van medicijnen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, dan werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
3. de veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft daarbij de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
4. de veroordeelde werkt mee aan de controle van het gebruik van alcohol en drugs, waarbij de reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle;
5. de veroordeelde zal zich voor zijn problematiek onder ambulante behandeling stelling van Homerun of een soortgelijke hulpverlenende instantie, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de hulpverlener geeft voor de begeleiding;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasserings-instelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan de verdachte van de telefoon van het merk Samsung met goednummer [beslagnummer] ;
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de elektrische fiets van het merk Dyu met registratienummer [registratienummer] ;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde 1]te betalen een bedrag van € 300,00 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde 1]te betalen
€ 300,00(hoofdsom,
zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 november 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 300,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 1]tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij
[benadeelde 1]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij
[benadeelde 1]begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart de benadeelde partij
[benadeelde 2]niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij
[benadeelde 2]in de proceskosten door de verdachte gemaakt, tot op heden aan de zijde van de verdachte begroot op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde 3]te betalen een bedrag van € 175,00 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij
[benadeelde 3]niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde 3]te betalen
€ 175,00(hoofdsom,
zegge: honderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 175,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
3 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 3]tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij
[benadeelde 3]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij
[benadeelde 3]begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis d.d. 17 oktober 2023 van de politierechter in Den Haag onder parketnummer 09/011771-23 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 25 maart 2021 van de meervoudige kamer van deze rechtbank onder parketnummer 10/288839-20 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mr. J. de Lange en mr. D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 27 juni 2025.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
parketnummer 10/351200-24
1.
hij op of omstreeks 2 november 2024 te Dordrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een elektrische fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3.
hij op of omstreeks 20 oktober 2024 te Zwijndrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
6.
hij op of omstreeks 1 november 2024 te Dordrecht, een tas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7.
hij op of omstreeks 1 november 2024 te Dordrecht, een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door met een bankpas die aan die [slachtoffer 2] toebehoort zonder toestemming van die [slachtoffer 2] een betaling te verrichten, ten gevolge waarvan het geldbedrag van de rekening van die [slachtoffer 2] werd afgeschreven;
Mededeling ad informandum gevoegde strafbare feiten
Ter terechtzitting zal onderstaand door u bekend strafbaar feit ter kennis van de
rechter worden gebracht. De rechter kan aldus bij het bepalen van de straf ook met
dat feit rekening houden.
Doet de rechter dit dan kunt u dat feit als strafrechtelijk afgedaan beschouwen.
2.
Plaats Dordrecht, gemeente Dordrecht
Datum en tijd 12 oktober 2024
Omschrijving feit Diefstal
4.
Plaats Dordrecht, gemeente Dordrecht
Datum en tijd 02 november 2024
Omschrijving feit Diefstal
5.
Plaats Dordrecht, gemeente Dordrecht
Datum en tijd 01 november 2024
Omschrijving feit Diefstal
parketnummer 10/175276-24
hij op of omstreeks 19 februari 2024 te Zwijndrecht, althans in Nederland, een elektrische fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
parketnummer 10/330158-23
hij op of omstreeks 7 december 2023 te Zwijndrecht [slachtoffer 4] heeft mishandeld door die [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal, (telkens) in het gezicht, althans tegen het hoofd, en/of tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te trappen.
parketnummer 10/012532-25
1.
hij op of omstreeks 20 december 2024 te Dordrecht, een of meerdere verpakkingen vlees, pijnboompitten en/of kaas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan PLUS Valkzicht, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 20 december 2024 te Dordrecht, [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen "Ik steek je neer", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of met de hand in de zak van de trui, althans een kledingstuk te gaan
parketnummer 10/126656-25
hij op 2 april 2025 te Dordrecht een fatbike, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen fatbike onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.