Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw D. Kaya, werkzaam bij Geldplein (hierna: schuldhulpverlening);
- [naam], werkzaam bij Stichting Woonstad Rotterdam (hierna: verweerster).
2.Het verzoek
Het verweer
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 15 mei 2025 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 van de Faillissementswet (Fw) voor een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 16 juni 2025 bepaald. Tijdens de zitting op die datum zijn zowel verzoekster als vertegenwoordigers van de schuldhulpverlening en de verweerster, Stichting Woonstad Rotterdam, gehoord. Verzoekster heeft verklaard dat de huurachterstand is ontstaan tijdens haar huwelijk, waarbij haar ex-partner verantwoordelijk was voor de huurbetalingen. Na haar scheiding heeft verzoekster hulp nodig om haar schulden op te lossen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurtermijnen over de maanden april, mei en juni 2025 zijn voldaan en dat de financiële situatie van verzoekster stabiel is. De schuldhulpverlening heeft bevestigd dat er een budgetplan is opgesteld en dat de schulddienstverlening voor 1 juli 2025 kan worden opgestart.
De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of er sprake is van een bedreigende situatie, zoals vereist door artikel 287b, tweede lid, Fw. Aangezien verzoekster een kopie van het vonnis tot ontruiming heeft overgelegd, oordeelt de rechtbank dat er inderdaad sprake is van een bedreigende situatie. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster en verweerster afgewogen. Het belang van verzoekster om in haar huurwoning te blijven en het minnelijk schuldhulpverleningstraject te doorlopen, weegt zwaarder dan het belang van verweerster om het vonnis tot ontruiming ten uitvoer te leggen. De rechtbank heeft daarom de tenuitvoerlegging van het vonnis tot ontruiming opgeschort voor de duur van zes maanden, met voorwaarden voor de betaling van de huurtermijnen. Verzoekster is echter niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan in de toekomst een nieuw verzoek indienen.