ECLI:NL:RBROT:2025:7543

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
10/033886-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkeersongeval onder invloed van alcohol met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 juni 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een verkeersongeval. De verdachte reed op 12 september 2022 te Sommelsdijk met een snelheid van 107 km/u, terwijl de maximumsnelheid 80 km/u was. Hij was onder invloed van alcohol en heeft een doorgetrokken streep overschreden, waardoor hij op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer terechtkwam en in aanrijding kwam met een ander voertuig. Dit resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor de inzittenden van het andere voertuig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden, wat heeft geleid tot de bewezenverklaring van de tenlastelegging. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijf maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van vier maanden op, naast een ontzegging van de rijbevoegdheid voor twee jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten in Nederland, maar er waren wel eerdere veroordelingen in het buitenland voor rijden onder invloed. De rechtbank oordeelde dat een taakstraf niet uitvoerbaar was, aangezien de verdachte niet in Nederland woont of verblijft.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/033886-23
Datum uitspraak: 18 juni 2025
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1982,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] [plaats] te [land] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ter lande.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 juni 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. Blanken heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, te weten het overtreden van de artikelen 6 en 8 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW);
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, alsmede een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 jaren.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Beoordeling door de rechtbank
Uit de verkeersongevallenanalyse blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het ongeval met een veel hogere snelheid reed dan was toegestaan. De verdachte reed 106 of 107 kilometer per uur, waar 80 kilometer per uur is toegestaan. Daarnaast is hij met zijn auto over de doorgetrokken strepen gereden, waardoor hij op de weghelft voor het tegemoetkomende verkeer terecht is gekomen. Uit het bloedonderzoek dat bij de verdachte is afgenomen, blijkt dat hij onder invloed was van alcohol en meer had gedronken dan bij het besturen van een voertuig wettelijk is toegestaan. Ook reed hij zonder geldig rijbewijs.
Door de combinatie van gedragingen, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden en dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW.
De rechtbank stelt op basis van de medische informatie in het dossier vast dat de heren [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel hebben opgelopen door het verkeersongeval.
Conclusie
Het onder 1 primair en onder feit 2 ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, op 12 september 2022 te Sommelsdijk, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig zeer onvoorzichtig te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de N215,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen, daar, terwijl zijn, verdachtes, rijbewijs ongeldig was verklaard
- met 107 km/u, a
lthans met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximumsnelheid van 80 km per uur en met een snelheid die dusdanig hoog was dat hij, verdachte, niet in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en
- in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden en
- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (dubbele) doorgetrokken strepen heeft overschreden en zich met het door hem bestuurde voertuig links van die doorgetrokken strepen heeft bevonden en
- vervolgens geheel of gedeeltelijk rijdend op de voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook, in aanrijding is gekomen met een op die rijstrook rijdend voertuig enop een op die rijstrook rijdend voertuig is gebotst
als gevolg waarvan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, , te weten:
- Bij [slachtoffer 1] een breuk van het linker bovenbeenbot
- Bij [slachtoffer 2] een breuk van het scharnier uitsteeksel en van de dekplaat van de 7e halswervel en breuken in de dekplaten van de 1e tot en met de 5e borstkaswervels
- Bij [slachtoffer 3] een instabiele botbreuk van de tweede lendenwervel;
zulks terwijl hij, verdachte, dat motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van alcohol;
2
hij op 12 september 2022 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,16 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
de eendaadse samen loop van:
1.
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van deze wet, meermalen gepleegd
en
2.
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel b van de Wegenverkeerswet 1994 (1,16 milligram).
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto zeer onvoorzichtig en onoplettend gereden. De verdachte heeft - terwijl hij onder invloed van alcohol verkeerde - met een te hoge snelheid gereden, onvoldoende rechts gehouden en een doorgetrokken streep overschreden. Hierdoor is hij op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer terechtgekomen, met als gevolg een frontale aanrijding met een tegemoetkomend voertuig. Bij dit ongeval heeft de bestuurder van dat voertuig zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Ook de twee passagiers in het voertuig van de verdachte raakten ernstig gewond.
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 april 2025 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten in Nederland. Daarnaast heeft de rechtbank gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie afkomstig uit [land] . Hieruit blijkt dat de verdachte in 2018 en 2019 is veroordeeld voor het rijden onder invloed. Hiermee zal de rechtbank in strafverhogende zin rekening houden bij de strafoplegging.
De rechtbank houdt in strafverminderende zin rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat een taakstraf niet uitvoerbaar is, aangezien de verdachte niet in Nederland woont of verblijft.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van vier maanden, in combinatie met een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee jaren, passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op het artikel 55 van het Wetboek van Stafrecht en de artikelen 6, 8, 175, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
ontzegtde verdachte
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
2 (twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. H.J. de Kraker en N. Shahani, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.R. van Zaanen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij, op of omstreeks 12 september 2022 te Sommelsdijk, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam en/of met verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de N215,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen, daar, terwijl zijn, verdachtes, rijbewijs verlopen en/of ongeldig was verklaard
- met 107 km/u, atlhans met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximumsnelheid van 80 km per uur en/of met een snelheid die dusdanig hoog was dat hij, verdachte, niet in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (dubbele) doorgetrokken strepen heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig links van die doorgetrokken strepen heeft bevonden en/of
- ( vervolgens) geheel of gedeeltelijk rijdend op de voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook, in aanrijding is gekomen met een op die rijstrook rijdend voertuig en/of op een op die rijstrook rijdend voertuig is gebotst
als gevolg waarvan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd(en) toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, te weten:
- Bij [slachtoffer 1] een breuk van het linker bovenbeenbot
- Bij [slachtoffer 2] een breuk van het scharnier uitsteeksel en van de dekplaat van de 7e halswervel en/of breuken in de dekplaten van de 1e tot en met de 5e borstkaswervels
- Bij [slachtoffer 3] een instabiele botbreuk van de tweede lendenwervel;
zulks terwijl hij, verdachte, dat motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van alcohol;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 september 2022 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op de voor het verkeer openstaande weg, de N215, zich zodanig heeft gedragen dat een gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg/wegen werd gehinderd, althans kon worden gehinderd,
welk rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen, daar, terwijl zijn, verdachtes, rijbewijs verlopen en/of ongeldig was verklaard
- met 107 km/u, atlhans met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximumsnelheid van 80 km per uur en/of met een snelheid die dusdanig hoog was dat hij, verdachte, niet in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn, verdachtes, verplichting heeft voldaan zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (dubbele) doorgetrokken strepen heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig links van die doorgetrokken strepen heeft bevonden en/of
- ( vervolgens) geheel of gedeeltelijk rijdend op de voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook, in aanrijding is gekomen met een op die rijstrook rijdend voertuig en/of op een op die rijstrook rijdend voertuig is gebotst;
2
hij op of omstreeks 12 september 2022 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 1,16 milligram, in elk geval hoger dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn.