ECLI:NL:RBROT:2025:7541
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van bedrijfsruimte na huurachterstand en gebreken aan het pand
In deze zaak heeft de kantonrechter in kort geding uitspraak gedaan over de ontruiming van een bedrijfsruimte. De gedaagde, die sinds 1 maart 2025 een bedrijfsruimte huurt van de eiser, heeft gedurende vier maanden geen huur betaald en heeft een deel van de borgsom onbetaald gelaten. De eiser vordert betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en ontruiming van de bedrijfsruimte. De gedaagde beroept zich op gebreken aan het pand, maar heeft deze niet voldoende onderbouwd. Tijdens de zitting heeft de gedaagde zijn verweer gepresenteerd, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde zijn betalingsverplichtingen niet is nagekomen en dat de gebreken niet afdoende zijn aangetoond. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser toegewezen, met uitzondering van de gevorderde contractuele boetes. De gedaagde is veroordeeld tot ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van de huurachterstand, met bijkomende kosten. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de gedaagde opgelegd, omdat deze grotendeels ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiser het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.