ECLI:NL:RBROT:2025:749

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
11344511 CV EXPL 24-4513
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake openstaande facturen en wettelijke handelsrente in een overeenkomst van opdracht

In deze zaak heeft Grizzly New Marketing B.V. (hierna: Grizzly) een rechtszaak aangespannen tegen een gedaagde partij wegens openstaande facturen. Grizzly heeft met de gedaagde twee overeenkomsten van opdracht gesloten voor het verlenen van diensten ter bevordering van de resultaten van de website van de gedaagde. De facturen van 21 april 2024 en 21 juli 2024, elk ter hoogte van € 3.835,70, zijn door de gedaagde niet betaald. Grizzly vordert in totaal € 7.671,40, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft niet gereageerd op de dagvaarding en heeft ook geen verweer gevoerd in de procedure.

De kantonrechter heeft Grizzly grotendeels in het gelijk gesteld. De gedaagde is verplicht de openstaande facturen te betalen, maar de gevorderde wettelijke handelsrente is afgewezen. In plaats daarvan is de contractuele rente van 1% per maand toegewezen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet heeft betwist dat zij de overeenkomsten heeft gesloten en dat zij voor de geleverde diensten moet betalen. De incassokosten zijn toegewezen omdat aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De proceskosten zijn ook voor rekening van de gedaagde, omdat deze grotendeels ongelijk heeft gekregen.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Grizzly het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 8.429,97 aan Grizzly, vermeerderd met de contractuele rente en de proceskosten, die zijn begroot op € 1.113,22, met wettelijke rente over dit bedrag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11344511 CV EXPL 24-4513
datum uitspraak: 16 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Grizzly New Marketing B.V.,
vestigingsplaats: Breda,
eiseres,
gemachtigde: Te-Recht Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats],
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam].
De partijen worden hierna ‘Grizzly’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit het volgende processtuk:
- de dagvaarding van 1 oktober 2024, met bijlagen.
1.2.
[gedaagde] heeft per e-mail tot tweemaal toe een uitstel van vier weken verzocht, eerst voor de rol van 17 oktober 2024 en daarna voor de rol van 14 november 2024. Deze verzoeken zijn toegewezen en de zaak is uiteindelijk op de rol van 12 december 2024 gezet voor de laatste mogelijkheid tot het nemen van een conclusie van antwoord. [gedaagde] heeft op die rol, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet gereageerd.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
Grizzly heeft met [gedaagde] twee overeenkomsten van opdracht gesloten waarbij zij diensten verleent om de resultaten van de website van [gedaagde] te bevorderen voor welke diensten [gedaagde] betaalt. Grizzly heeft voor de ene overeenkomst op 21 april 2024 een factuur ad € 3.835,70 gestuurd en op 21 juli 2024 voor de andere overeenkomst eveneens een factuur van € 3.835,70. Volgens Grizzly zijn deze facturen niet betaald.
2.2.
Grizzly eist betaling van de openstaande facturen zijnde in totaal € 7.671,40 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 25 september 2024, een bedrag van
€ 255,45 aan rente tot 1 oktober 2024 en € 758,57 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.3.
De kantonrechter stelt Grizzly grotendeels in het gelijk, dat betekent dat [gedaagde] de factuurbedragen moet betalen en de buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde handelsrente wordt echter afgewezen, in plaats daarvan wordt de wettelijke rente toegewezen. Hieronder wordt uitgelegd waarom.
[gedaagde] moet de factuurbedragen betalen
2.4.
[gedaagde] heeft niet weersproken dat zij overeenkomsten heeft gesloten met Grizzly en dat zij voor de geleverde diensten moet betalen. De gevorderde hoofdsom wordt dan ook toegewezen.
[gedaagde] moet de contractuele rente betalen
2.5.
De rente wordt toegewezen omdat Grizzly genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. Grizzly eist echter de wettelijke handelsrente (dat mag volgens de geldende overeenkomsten wanneer deze hoger is dan de contractuele rente van 1% per maand) maar hanteert bij haar berekening een te hoog percentage, namelijk 12,50% terwijl de wettelijke handelsrente is vastgesteld op 12,25% per 1 juli 2024 (en overigens € 11,15% per 1 januari 2025) en een te hoog percentage berekenen mag niet. Daarom wordt de gevorderde wettelijke handelsrente afgewezen en de contractuele rente van 1% per maand toegewezen.
[gedaagde] moet de incassokosten betalen
2.6.
De incassokosten worden toegewezen omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Grizzly moet betalen op € 115,22 aan dagvaardingskosten, € 524,- aan griffierecht, € 339,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.113,22. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat Grizzly dat eist en
[gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Grizzly te betalen € 8.429,97 vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand over de hoofdsom die na iedere wijziging vanaf de vervaldata van de respectievelijke facturen heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Grizzly worden begroot op € 1.113,22 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Dooren en in het openbaar uitgesproken.
745