In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn handhavingsverzoek door het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee. Eiser stelt dat het tuincentrum in strijd met het bestemmingsplan spullen opslaat op een perceel met de bestemming 'Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden'. De rechtbank heeft op 13 juni 2025 geoordeeld dat het beroep gegrond is. Het college heeft niet deugdelijk gemotiveerd waarom het van handhaving heeft kunnen afzien. Eiser had op 12 januari 2022 het college verzocht om handhavend op te treden tegen het tuincentrum, maar het college heeft dit verzoek op 4 mei 2022 afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen concreet zicht op legalisatie is en dat de belangen van eiser niet of nauwelijks geschaad worden door de opslag. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen op het handhavingsverzoek, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is het college veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan eiser.