ECLI:NL:RBROT:2025:7434
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met eerdere ingangsdatum voor verzoeker in problematische schuldensituatie
In deze zaak heeft de heer [verzoeker] een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vanwege een problematische schuldensituatie. De rechtbank heeft het verzoek op 26 mei 2025 toegewezen, waarbij de ingangsdatum van de WSNP is vastgesteld op 6 december 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, waaronder de eis dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden. Tijdens de zitting op 19 mei 2025 waren de heer [verzoeker], zijn echtgenote en zijn schuldhulpverlener aanwezig.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de afgelopen drie jaar en de verplichtingen die de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet naleven. Dit omvat onder andere de informatieverplichting, inspanningsverplichting en de verplichting om geen nieuwe schulden te maken. De rechtbank heeft ook een bewindvoerder en een rechter-commissaris benoemd om toezicht te houden op de naleving van deze verplichtingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] gedurende het voorafgaande schuldhulpverleningstraject geen afloscapaciteit had, wat heeft geleid tot een zogenoemd nulaanbod aan schuldeisers.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er aanleiding is om de ingangsdatum van de WSNP eerder te laten ingaan dan de datum van het vonnis, omdat de heer [verzoeker] aan de voorwaarden voor een eerdere ingangsdatum voldoet. De beslissing is openbaar uitgesproken en tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.