In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 juni 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling, ingediend door een verzoeker die kampt met financiële problemen. De verzoeker, die voor 75% arbeidsongeschikt is verklaard en een Wajong-uitkering ontvangt, heeft een schuld van in totaal € 36.425,46 bij vijftien schuldeisers. Hij heeft een schuldregeling aangeboden, waarbij hij 16,36% aan de preferente schuldeisers en 8,18% aan de concurrente schuldeisers heeft voorgesteld. Tijdens de zitting op 2 juni 2025 zijn de weigerende schuldeisers, Collect Cars en JD Sports, niet verschenen, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat veertien van de zestien schuldeisers instemden met de aangeboden regeling. De rechtbank heeft de belangen van de weigerende schuldeisers afgewogen tegen die van de verzoeker en de overige schuldeisers. De rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling het uiterste was wat de verzoeker kon bieden, gezien zijn financiële situatie en het feit dat hij onder beschermingsbewind staat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van de verzoeker en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van Collect Cars en JD Sports, die hun instemming met de regeling hebben geweigerd.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek om Collect Cars en JD Sports te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Tevens zijn Collect Cars en JD Sports veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil, aangezien er geen griffierecht verschuldigd was en de verzoeker niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank heeft bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en heeft het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.