5.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.
zij op in de periode van 31 januari 2011 tot en met 31 augustus 2011 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
a. een bemiddelingsovereenkomst tussen [verdachte rechtspersoon] en [bedrijf 1] d.d. 12 oktober 2010, en,
b. een factuur van [bedrijf 1] aan [verdachte rechtspersoon],
valselijk heeft opgemaakt ,
immers hebben zij, verdachte, en haar mededaders valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid - op genoemde geschriften - zakelijk weergegeven - vermeld :
ad a) in de bemiddelingsovereenkomst (onder meer) dat:
- de bemiddelingsovereenkomst is overeengekomen en is ondertekend op 12 oktober 2010, en,
- [naam] als directeur van [bedrijf 1] vanaf 1 oktober 2010 tot 11 oktober 2011 de activiteiten van de vennootschap in Wit-Rusland en Oekraïne zal overnemen en zich bezig zal gaan houden met de bemiddeling van pelzen bij pelsdierenhouderijen uit Oekraïne en Wit-Rusland,
en
ad b) in de factuur dat [bedrijf 1] nertsenvellen uit de Oekraïne heeft geleverd aan [verdachte rechtspersoon],
zulks met het oogmerk om voormelde geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
3.
zij in de periode van 13 februari 2007 tot en met 31 augustus 2015 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband gevormd door haar, verdachte, en
- [medeverdachte 3], en,
- [medeverdachte 1], en,
- [medeverdachte 2], en
één of meer andere (rechts)perso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het meermalen
- plegen van (gewoonte)witwassen (artikel 420bis lid 1 ahf/ond a en b jo. 420ter Sr), en,
- opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n) onjuist en/of onvolledig doen (art. 69 lid 2 AWR);
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.