ECLI:NL:RBROT:2025:7382

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 mei 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
83/081170-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie wegens overlijden van de verdachte in een strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 mei 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 31 maart 2024 is overleden. De officier van justitie, mr. P. van de Kerkhof, heeft aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging vanwege het overlijden van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen officiële akte van overlijden in het dossier aanwezig is, maar dat er wel voldoende bewijs is dat de verdachte daadwerkelijk is overleden. Op basis van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, dat stelt dat het recht tot strafvervolging vervalt bij overlijden van de verdachte, heeft de rechtbank de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. De rechtbank heeft in haar vonnis ook de relevante juridische termen en artikelen uit het Wetboek van Strafrecht genoemd, waaronder de artikelen die betrekking hebben op witwassen en valsheid in geschrift. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de jongste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/081170-22
Datum uitspraak: 15 mei 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1940,
voorheen ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres],
overleden in Portugal op [datum],
voormalig raadsman mr. M. Hendriks, advocaat in Nijmegen.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 mei 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3.Ontvankelijkheid officier van justitie

3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie, mr. P. van de Kerkhof, heeft naar voren gebracht dat de verdachte op 31 maart 2024 is overleden. Het openbaar ministerie moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging.
3.2.
Beoordeling
Het dossier bevat geen officiële akte van overlijden van de verdachte. In het dossier bevinden zich echter stukken zoals de informatiestaat SKDB-persoon waaruit naar het oordeel van de rechtbank blijkt dat de verdachte op 31 maart 2024 is overleden.
Op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervalt met het overlijden van de verdachte het recht tot strafvervolging. De officier van justitie zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vervolging.
3.3.
Conclusie
De officier van justitie is niet-ontvankelijk.

4.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

5.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.A. Hut, voorzitter,
en mrs. E.M. Rocha en I. Tillema, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 februari 2007 tot en met 30 juni 2015, te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal)
1.732.111,08 euro, althans enig geldbedrag, de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) was en/of het voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die
voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf,
en/ of
b. (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal) 1.732.111,08 euro, althans enig geldbedrag, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van dat/die voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) geheel of
gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een
gewoonte heeft/hebben gemaakt;
(art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b
Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 februari 2007 tot en met 30 juni 2015, te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a. a) (telkens) van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal)
1.732.111,08 euro, althans enig geldbedrag, de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) was en/of het voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of
middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
en/ of
b. (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van (in totaal) 1.732.111,08 euro, althans enig geldbedrag, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van dat/die voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die
voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b
Wetboek van Strafrecht)
2
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2008 tot en met 30 juni 2015 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert en/of Lelystad en/of Apeldoorn en/of Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen), meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten:
a. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2006 (d.d. 7 februari 2008), en/of
b. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2007 (d.d. 15 juni 2009), en/of
c. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2008 (d.d. 20 januari 2010), en/of
d. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2009 (d.d. 31 augustus 2010), en/of
e. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2010 (d.d. 25 april 2012), en/of
f. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2011 (d.d. 25 april 2013) t en/of
g. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2012 (d.d. 10 februari 2014) 1 en/of
h. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2013 (d.d. 23 juni 2015), en/of
i. een aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 2014 (d.d. 29 juni 2015)
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan en/of heeft doen doen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk op de/het bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Lelystad en/of Apeldoorn en/of Heerlen en/of elders in Nederland (elektronisch) ingediende aangiftebiljet(ten) inkomstenbelasting (telkens) een te laag belastbaar bedrag bedrag en/of een te laag belastbaar inkomen en/of een te laag verzamelinkomen en/of een te laag resultaat uit overige werkzaamheden en/of een te laag vermogen en/of een te laag bedrag aan totaal inkomstenbelasting en premie
volksverzekeringen, althans (telkens) een te laag bedrag aan belasting opgegeven en/of doen opgeven, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd
geheven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is gegeven,
geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen, art 69 lid 2 Algemene
wet inzake rijksbelastingen)
3
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 januari 2011 tot en met 31 augustus 2011 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, te weten:
a. een verklaring ter ondersteuning en verkrijging van een verblijfsvergunning in Nederland voor [naam 1], Oekraïens staatsburger, en/of,
b. een bemiddelingsovereenkomst tussen [medeverdachte rechtspersoon] en [bedrijf 1] d.d. 12 oktober 2010, en/of,
c. een factuur van [bedrijf 1] aan [medeverdachte rechtspersoon],
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft
doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid - op genoemde geschriften - zakelijk
weergegeven - vermeld en/of doen vermelden:
ad a) in de verklaring ter ondersteuning en verkrijging van een verblijfsvergunning (onder meer) dat:
- de commissie die [naam 1] kreeg voor haar werkzaamheden door leveranciers en afnemers rechtstreeks aan haar werden voldaan, en/of,
- [naam 1] beide B.V.'s van hem, verdachte, zou kopen zodat [naam 1] hierdoor officieel en zelfstandig de contracten en overeenkomsten met leveranciers en afnemers kon beheren, en/of,
- tussen [naam 1] in haar hoedanigheid van DGA van [bedrijf 1]/[bedrijf 2] en [medeverdachte rechtspersoon] op 12 oktober 2010 de overeenkomst is gesloten waarin werd bevestigd dat [bedrijf 1] nertspelzen afkomstig van leveranciers in de Oekraïne en Wit-Rusland voor een financiële vergoeding zou mogen leveren, en/of
- [naam 1] als zij een verblijfsvergunning krijgt een inkomen blijft verwerven in de
pelsdierenbranche, zoals dit reeds sinds 2004 het geval is, en/of,
- het de bedoeling is dat [naam 1] ook in Nederland pelsdierenhouders zal gaan bezoeken om hen er van te overtuigen dat er in Oekraïne mogelijkheden zijn,
en/of
ad b) in de bemiddelingsovereenkomst (onder meer) dat:
- de bemiddelingsovereenkomst is overeengekomen en is ondertekend op 12 oktober 2010, en/of,
- [naam 1] als directeur van [bedrijf 1] vanaf 1 oktober 2010 tot 11 oktober 2011 de activiteiten van de vennootschap in Wit-Rusland en Oekraïne zal overnemen en zich bezig zal gaan houden met de bemiddeling van pelzen bij pelsdierenhouderijen uit Oekraïne en Wit-Rusland,
en/of
ad c) in de factuur dat [bedrijf 1] nertsenvellen uit de Oekraïne heeft geleverd aan [medeverdachte rechtspersoon],
zulks (telkens) met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) als echt en onvervalst
te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
(art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 januari 2011 tot en met 11 september 2019 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk (een) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
a. een verklaring ter ondersteuning en verkrijging van een verblijfsvergunning in
Nederland voor [naam 1], Oekraïens staatsburger, en/of,
b. een bemiddelingsovereenkomst tussen [medeverdachte rechtspersoon] en [bedrijf 1] d.d.
12 oktober 2010, en/of,
c. een factuur van [bedrijf 1] aan [medeverdachte rechtspersoon],
heeft afgeleverd aan [naam 2] en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat geschrift(en) bestemd waren/was om gebruik van te maken als ware(n) deze/die echt en onvervalst,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat in strijd met de waarheid -
zakelijk weergegeven - was vermeld:
ad a) in de verklaring ter ondersteuning en verkrijging van een verblijfsvergunning (onder meer) dat:
- de commissie die [naam 1] kreeg voor haar werkzaamheden door leveranciers en afnemers rechtstreeks aan haar werden voldaan, en/of,
- [naam 1] beide B.V. 's van hem, verdachte, zou kopen zodat [naam 1] hierdoor officieel en zelfstandig de contracten en overeenkomsten met leveranciers en afnemers kon beheren, en/of,
- tussen [naam 1] in haar hoedanigheid van DGA van [bedrijf 1]/[bedrijf 2] en [medeverdachte rechtspersoon] op 12 oktober 2010 de overeenkomst is gesloten waarin werd bevestigd dat [bedrijf 1] nertspelzen afkomstig van leveranciers in de Oekraïne en Wit-Rusland voor een financiële vergoeding zou mogen leveren, en/of
- [naam 1] als zij een verblijfsvergunning krijgt een inkomen blijft verwerven in de
pelsdierenbranche, zoals dit reeds sinds 2004 het geval is, en/of,
- het de bedoeling is dat [naam 1] ook in Nederland pelsdierenhouders zal gaan bezoeken om hen er van te overtuigen dat er in Oekraïne mogelijkheden zijn,
en/of
ad b) in de bemiddelingsovereenkomst (onder meer) dat:
- de bemiddelingsovereenkomst is overeengekomen en is ondertekend op 12 oktober 2010, en/of,
- [naam 1] als directeur van [bedrijf 1] vanaf 1 oktober 2010 tot 11 oktober 2011 de activiteiten van de vennootschap in Wit-Rusland en Oekraïne zal overnemen en zich bezig zal gaan houden met de bemiddeling van pelzen bij pelsdierenhouderijen uit Oekraïne en Wit-Rusland,
en/of
ad c) in de factuur dat [bedrijf 1] nertsenvellen uit de Oekraïne heeft geleverd aan [medeverdachte rechtspersoon];
(art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
5
hij, op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 juni 2014 tot en met 31 oktober 2015 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
a. een e-mail d.d. 23 juni 2014 (DOC-035-08), en/of,
b. een e-mail d.d. 25 juli 2014 (DOC-035-05), en/of,
c. een e-mail d.d. 29 juli 2014 (DOC-035-04), en/of,
d. een e-mail d.d. 14 augustus 2014 (DOC-035-09), en/of,
e. een e-mail d.d. 3 maart 2015 (DOC-034-02), en/of,
f. een e-mail d.d. 27 maart 2015 (DOC-034-03), en/of,
g. een e-mail d.d. 15 april 2015 (DOC-034-04), en/of,
h. een e-mail d.d. 18 juni 2015 (DOC-034-05), en/of,
i. een e-mail d.d. 22 juni 2015 (DOC-034-06), en/of,
j. een e-mail d.d. 26 september 2015 (DOC-034-10), en/of,
k. een e-mail d.d. 31 oktober 2015 (DOC-034-11 en DOC-034-12),
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of doen
vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk –
immers opzettelijk in strijd met de waarheid – op genoemd(e) geschrift(en) – zakelijk weergegeven – als afzender van de voormelde e-mail(s) [naam 1] en/of [naam 3] en/of [naam 4] vermeld en/of doen vermelden, zulks (telkens) met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
en/of
hij, op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 juni 2014 tot en met 31 oktober 2015 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt en/of doen maken van (een) vals(e) geschrift(en), te weten:
a. een e-mail d.d. 23 juni 2014 (DOC-035-06 en DOC-035-07), en/of,
b. een e-mail d.d. 25 juli 2014 (DOC-035-05), en/of,
c. een e-mail d.d. 29 juli 2014 (DOC-035-04), en/of,
d. een e-mail d.d. 14 augustus 2014 (DOC-035-09), en/of,
e. een e-mail d.d. 3 maart 2015 (DOC-034-02), en/of,
f. een e-mail d.d. 27 maart 2015 (DOC-034-03), en/of,
g. een e-mail d.d. 15 april 2015 (DOC-034-04), en/of,
h. een e-mail d.d. 18 juni 2015 (DOC-034-05), en/of,
i. een e-mail d.d. 22 juni 2015 (DOC-034-06), en/of,
j. een e-mail d.d. 26 september 2015 (DOC-034-10), en/of,
k. een e-mail d.d. 31 oktober 2015 (DOC-034-11 en DOC-034-12),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig
feit te dienen, als ware(n) dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande de valshe(i)d(en) en/of vervalsing(en) (telkens) hierin dat valselijk en in strijd met de waarheid op genoemd(e) geschrift(en) – zakelijk weergegeven – als afzender van de voormelde e-mail(s) [naam 1] en/of [naam 3] en/of [naam 4] was vermeld, en
bestaande dat (doen) gebruikmaken (telkens) hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s),
- de e-mail(s) onder ad a, b, c, g, h, i, j, en k heeft/hebben verzonden en/of doen zenden aan het e-mailadres [e-mailadres 1], althans aan een e-mailadres toebehorende aan [bedrijf 4], en/of,
- de e-mail(s) onder ad d, e en f heeft/hebben verzonden en/of doen zenden aan het
e-mailadres [e-mailadres 2], althans aan een e-mailadres toebehorende aan [bedrijf 4],
en/of (telkens) voornoemd(e) geschrift(en) voorhanden hebben/heeft gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware(n) deze echt en onvervalst;
(art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
6
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 februari 2007 tot en met 30 juni 2015 te Zeewolde en/of Putten en/of Gemert, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband gevormd door hem, verdachte, en
- [medeverdachte 1], en/of,
- [medeverdachte 2], en/of,
- [medeverdachte rechtspersoon], en/of één of meer andere (rechts)perso(o)n(en),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (onder
meer) meermalen
- plegen van (gewoonte)witwassen (artikel 420bis lid 1 ahf/ond a en b jo. 420ter Sr),
en/of,
- opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n) onjuist en/of onvolledig
doen (art. 69 lid 2 AWR), en/of,
- plegen van valsheid in geschrift (artikel 225 Sr);
(art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht)