Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van 16 januari 2025, met bijlagen,
- de mail van de rechtbank aan de advocaat van verzoeker van 15 april 2025,
- de mails van de advocaat van verzoeker aan de rechtbank van 2 mei 2025.
2.De beoordeling
nieuwebate, omdat de omstandigheden die aanleiding voor de vordering geven bekend waren bij de ontbinding van Woonhotel Rotterdam in 2020. [verzoeker] heeft als antwoord op deze vraag gesteld dat hij deze omstandigheden heeft aangekaart bij de curator van Woonhotel Rotterdam, en hem uitdrukkelijk heeft verzocht om juridische actie hierop te nemen. De curator heeft toen niets met deze feiten gedaan. [verzoeker] meent dat de handelswijze van de curator de heropening van de vereffening niet in de weg staat en verwijst ter onderbouwing van deze stelling naar de conclusie van AG Bakels bij HR 2 oktober 1998, NJ 1999, 194, m.nt. Van Schilfgaarde en de conclusie van AG Timmerman bij HR 26 maart 2004, JOR 2004/127.