Op 30 januari 2025 heeft de rechtbank Rotterdam een verzoekschrift ontvangen tot toepassing van de schuldsaneringsregeling (WSNP) van verzoekster, die een WIA-uitkering ontvangt. Tijdens de zitting op 23 april 2025 werd verzoekster verzocht om aanvullende stukken aan te leveren, maar dit is niet gebeurd. Verzoekster heeft verklaard dat zij per 6 mei 2025 een betaalde dienstbetrekking als telefonisch hulpverlener heeft gevonden, maar haar schuldenlast bedraagt € 19.827,42. De schulden zijn ontstaan doordat verzoekster in december 2023 naar haar geboorteland is vertrokken en haar vaste lasten niet heeft betaald. Er is geen minnelijk traject voorafgegaan aan het verzoek, en de beschermingsbewindvoerder heeft geen aanbod aan de schuldeisers gedaan vanwege de uitsluitingstermijn van vijf jaar na een eerdere geslaagde schuldregeling.
De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke schuldregeling. De beschermingsbewindvoerder heeft onvoldoende onderbouwd waarom schuldeisers niet akkoord zouden gaan met een voorstel. Bovendien heeft verzoekster een nieuwe baan, wat haar financiële situatie kan verbeteren. De rechtbank concludeert dat verzoekster de mogelijkheid moet krijgen om een voorstel aan de schuldeisers te doen, en dat het verzoek tot WSNP daarom wordt afgewezen. De beslissing is genomen op 21 mei 2025 door mr. E.A. Vroom, rechter, en is openbaar uitgesproken.