ECLI:NL:RBROT:2025:7219

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 mei 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
FT RK 25/427
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende inspanningsverplichting en saneringsgezinde houding

In deze zaak heeft verzoekster op 14 maart 2025 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 19 mei 2025 zijn verzoekster, haar partner en de beschermingsbewindvoerder gehoord. Verzoekster heeft geen inkomsten en een schuldenlast van € 13.140,85. De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling alleen kan worden toegewezen als verzoekster aannemelijk maakt dat zij de verplichtingen uit de regeling zal nakomen en zich zal inspannen om baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank constateert dat verzoekster geen sollicitaties heeft overgelegd, ondanks een expliciet verzoek daartoe. Verzoekster heeft verklaard dat zij vanwege de zorg voor haar kinderen niet fulltime kan werken en dat haar partner al fulltime werkt. De rechtbank twijfelt aan de saneringsgezinde houding van verzoekster, aangezien zij niet heeft gesolliciteerd en zich niet heeft verdiept in opvangmogelijkheden voor haar kinderen. Hierdoor is de rechtbank van mening dat verzoekster niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich zal inspannen om baten voor de boedel te verwerven. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt afgewezen. De rechtbank wijst erop dat er mogelijk andere feiten of omstandigheden zijn die ook tot afwijzing van het verzoek kunnen leiden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [rekestnummer]
uitspraakdatum: 26 mei 2025
[verzoekster],
[adres]
[postcode] [plaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 14 maart 2025 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Ter zitting van 19 mei 2025 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • de heer [persoon A] , partner van verzoekster;
  • de heer N. Belo, werkzaam bij Sociale Dienst Drechtsteden, beschermingsbewindvoerder.

2.De feiten

Verzoekster heeft geen inkomsten. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet € 13.140,85.

3.De beoordeling

Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt slechts toegewezen als, onder andere, voldoende aannemelijk is dat verzoekster de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank oordeelt dat dit in het voorliggende geval niet aannemelijk is. Verzoekster heeft immers, ondanks uitdrukkelijk verzoek daartoe in de bijlage bij de oproepingsbrief voor de mondelinge behandeling van haar verzoek, geen sollicitaties overgelegd.
Verzoekster heeft niet gesolliciteerd omdat zij zorg draagt voor de kinderen. Zij kan haar kinderen nergens onderbrengen. Verzoekster heeft ter zitting verklaard dat zij op zich wel wil gaan werken, maar dan alleen op de ochtenden dat haar jongste dochter naar de peuterspeelzaal gaat. Dit betreft twee ochtenden van twee uur. Verzoekster stelt zich op het standpunt dat zij niet fulltime kan werken in verband met de zorg voor haar kinderen. Bovendien werkt haar partner al fulltime. Als verzoekster al moet gaan werken, dan wil zij dit gaan doen als alle kinderen op de basisschool zitten. Haar jongste dochter is onlangs drie jaar geworden, zodat dit nog enige tijd zal duren. Verzoekster deelt voorts mee dat zij de kosten van kinderopvang niet kan betalen en dat de kosten voor de opvang mogelijk niet opwegen tegen de baten.
De rechtbank oordeelt dat verzoekster geen blijk geeft van een saneringsgezinde houding. Zij wenst een oplossing voor haar schulden en zal zich daartoe maximaal moeten inspannen. Gelet op de houding van verzoekster bestaat bij de rechtbank gerede twijfel dat verzoekster haar inspanningsverplichting zal nakomen, temeer nu zij ter zitting heeft verklaard dat zij nog niet heeft gesolliciteerd en zich nog niet heeft verdiept in eventuele voorliggende voorzieningen voor de opvang van haar kinderen. Verzoekster heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij zich tijdens de schuldsaneringsregeling zal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden afgewezen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die eveneens tot afwijzing van het verzoek dienen te leiden.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Vroom, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2025. [1]