Op 7 mei 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht betreffende een minderjarige, geboren in 2009. De kinderrechter heeft de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van de minderjarige in de thuissituatie. De moeder heeft aangegeven dat de relatie met de minderjarige verstoord is en dat zij niet meer voor haar kan zorgen. De Raad heeft verzocht om de minderjarige voor drie maanden onder toezicht te stellen en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige acuut en ernstig wordt bedreigd en heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 24 juli 2025. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de moeder aangespoord om open te staan voor hulpverlening en contactherstel met de minderjarige.