3.7.Op verzoek van [eiseressen] om de overplaatsing te motiveren, heeft [naam 2], orthopedagoog en gedragsdeskundige van Zuidwester (hierna: [naam 2]), bij brief van 15 april 2025 de volgende toelichting gegeven:
“(…)
Zorgprofiel en ondersteuningsbehoefte
[naam 1] is een kwetsbare vrouw die sterk afhankelijk is van voorspelbaarheid, vaste routines
en een prikkelarme omgeving. Vanwege haar autisme en verstandelijke beperking ervaart zij
moeite met het reguleren van emoties, het omgaan met onverwachte situaties en het behouden van overzicht. Een veilige, gestructureerde omgeving is essentieel voor haar dagelijks functioneren en welbevinden.
Zorginhoudelijke overwegingen
Op dit moment verblijft [naam 1] in een woning met acht bewoners, waarvan meerdere ernstig probleemgedrag vertonen. Deze setting brengt een hoge mate van prikkelbelasting en
onvoorspelbaarheid met zich mee.
De woning aan [locatie 2] biedt een kleinschaliger en rustiger woonklimaat, met een
groepsgrootte van vier bewoners. De woning is gelijksvloer en overzichtelijk in vormgeving
wat meer houvast geeft bij gefragmenteerde/onoverzichtelijk beeld van de wereld. Hierdoor is er meer overzicht, structuur en ruimte voor individuele aandacht. De begeleidingsstijl binnen deze woning is afgestemd op cliënten met vergelijkbare ondersteuningsbehoeften. Daarnaast is er sprake van een stabiel en deskundig team dat ervaring heeft met de begeleiding van mensen met autisme en een verstandelijke beperking. Deze factoren vormen een solide basis voor een veilige, voorspelbare omgeving waarin [naam 1] de reeds ingezette ontwikkeling kan voortzetten.
In het licht van de te verwachten herplaatsing als gevolg van de geplande nieuwbouw, kan op dit moment worden gewaarborgd dat voor [naam 1] een passende en duurzame woonvoorziening beschikbaar is, die aansluit bij haar specifieke ondersteuningsbehoeften.
Te verwachten effecten van de overplaatsing
Op basis van het huidige functioneren, is de verwachting dat [naam 1] op [locatie 2]
beter tot haar recht zal komen. De combinatie van prikkelreductie, individuele aandacht, vaste routines en een veilige groepsdynamiek draagt bij aan:
Verhoging van het algemeen welbevinden
Meer ruimte voor zelfstandigheid
Afname van stress en overprikkeling
Verbetering in deelname de sociale interactie
Conclusie
De overplaatsing naar [locatie 2] wordt gezien als een passende stap binnen het
zorgtraject van [naam 1]. Het voortzetten van verblijf in de huidige woonsetting zou het risico
met zich meebrengen dat haar welzijn en ontwikkelmogelijkheden verder onder druk komen
te staan. De voorgenomen overplaatsing sluit aan bij de uitgangspunten van passende en
persoonsgerichte zorg.”