Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 november 2023, met producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 6;
- de brief van 6 december 2024 van de rechtbank, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald op 18 maart 2025;
- de brief van de rechtbank van 21 februari 2025 met de zittingsagenda voor de mondelinge behandeling;
- de akte wijziging van eis van [eiseres], met één aanvullende productie;
- de akte van [eiseres], met zes aanvullende producties;
- de akte van NIFE, met aanvullende productie 7;
- de brief van 6 maart 2025 van NIFE, waarin NIFE bezwaar maakt tegen de door [eiseres] ingediende akte wijziging van eis en de akte met zes aanvullende producties;
- de e-mail van 10 maart 2025 van [eiseres] waarin [eiseres] reageert op het bezwaar van NIFE;
- de op de mondelinge behandeling voorgedragen en overgelegde spreekaantekeningen van NIFE.
2.De achtergrond van het geschil
28 augustus 2024 (zaaknummer / rolnummer: C/13/742603 / HA ZA 23-1054) heeft de rechtbank Amsterdam zich in het incident onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de rechtbank Rotterdam.
3.De feiten
4.Het geschil
€ 6.892,28 en twee elektrafacturen van € 4.840,00 en € 4.866,17;
5.De beoordeling
Vrijwaringsvordering
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
1 november 2021 is aangemeld voor de kortingspool van NIFE bij Vattenfall. De machtiging die [eiseres] voor die aanmelding heeft gegeven aan NIFE dateert van 8 december 2020 en op 3 november 2020 heeft [eiseres] al meterstanden vanaf 11 september 2020 aan NIFE doorgegeven. De rechtbank is van oordeel dat [eiseres] in het licht van deze gang van zaken had mogen verwachten dat NIFE [eiseres] al ruim voor 1 november 2021 zou hebben aangemeld. [eiseres] heeft voldoende onderbouwd dat zij NIFE heeft ingeschakeld vanwege haar belang bij aanmelding voor een kortingspool van NIFE bij Vattenfall, zodat zij kon profiteren van voordelige energietarieven. Dit belang van [eiseres] komt overeen met het bedrijfsmodel van NIFE, dat is gericht op het collectief inkopen van energie ten behoeve van de bij NIFE aangesloten bedrijven. Daarnaast is niet in geschil dat PlantWorld, waar [naam] werkzaam was, jarenlang deelnam aan een kortingspool via NIFE bij Vattenfall. [eiseres] mocht er dan ook van uitgaan dat NIFE haar zo snel mogelijk maar in elk geval kort na de op 8 december 2020 afgegeven machtiging zou aanmelden bij de kortingspool van NIFE bij Vattenfal. Dat NIFE [eiseres] hiervoor pas op
1 november 2021 heeft aangemeld is in het licht van het voorgaande onvoldoende om te spreken van een tijdige aanmelding, zoals NIFE meent. Het enkele feit dat de volmacht geen termijn bevatte maakt dit niet anders.
Die beginmeterstanden werden, blijkens het eindvonnis in de hoofdzaak, niet geaccepteerd door netbeheerder Stedin omdat ze niet overeenkwamen met de eindmeterstanden van
12 juli 2021. Stedin heeft daarop de eindmeterstanden van 12 juli 2021 geschat en die doorgegeven aan Vattenfall. Die meterstanden heeft Vattenfall gebruikt als beginstand van [eiseres] per 1 november 2021. Vattenfall heeft dus niet de door NIFE doorgegeven meterstand gehanteerd, maar de door Stedin geschatte meterstand. [eiseres] is het niet eens met die door Vattenfall gehanteerde beginstand, maar die beginstand is dus niet de door NIFE aan Vattenfall doorgegeven meterstand, maar de door Stedin geschatte beginstand. Het betoog van [eiseres] dat Stedin tot schatting heeft moeten overgaan omdat NIFE een te lage eindstand van PlantWorld zou hebben doorgegeven, gaat eraan voorbij dat Vattenfall voor de beginstand van [eiseres] niet is uitgegaan van de eindstand van PlantWorld maar van de schatting van Stedin. Bovendien valt niet in te zien dat als NIFE een hogere beginstand van [eiseres] zou hebben doorgegeven aan Vattenfall dan NIFE volgens [eiseres] aan Vattenfall heeft doorgegeven, die stand wel door Stedin zou zijn geaccepteerd. Stedin heeft de meterstand immers aanzienlijk lager geschat dan de standen die [eiseres] op 27 oktober 2021 aan NIFE heeft doorgegeven. In dit licht is niet komen vast te staan dat [eiseres] te veel aan Vattenfall heeft moeten betalen vanwege een onjuist door NIFE doorgegeven beginstand.
(2 punten x tarief € 1.929,00).