4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 12 februari 2025 te Rotterdam wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 2º van de Wet wapens en munitie, te weten
- een automatisch vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een automatisch geweer van het merk/type Cugir 63, kaliber 7.62 x 39 mm, en- een automatisch vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een automatisch geweer van het merk/type Samopal Vzor 58, kaliber 7.62 x 39 mm, en (bijbehorende) onderdelen van wapens, te weten drie patroonmagazijnen voor automatische wapens (bekend onder de naam) AK -47 en CZ Vz 56, van het kaliber 7.62 x 39 mm, voorhanden heeft gehad;
2
hij op 12 februari 2025 te Rotterdam wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk: Zoraki, model: 906, kaliber: 7.65 MM, en (bijbehorende) munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten zes kogelpatronen van het kaliber 7.65 mm, en- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een revolver van het merk: BBM, model: Olympic 38, kaliber .22LR, en- munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten tien kogelpatronen van het kaliber 9 mm en vijftien kogelpatronen van het kaliber 7.62 x 39 mm en eenenveertig kogelpatronen van het kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad;
3
hij op 12 februari 2025 te Rotterdam een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 7º van de Wet wapens en munitie, te weten een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, namelijk 500 gram PETN (kneed)springstof, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.