ECLI:NL:RBROT:2025:704

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
10/080935-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de invoer van cocaïne en andere strafbare feiten

Op 2 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een vonnis uitgesproken in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1990, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. De verdachte was preventief gedetineerd en had een advocaat, mr. M.M. Kuyp. Tijdens de zitting zijn procesafspraken gemaakt tussen de verdachte en de officier van justitie, waarbij de verdachte instemde met een gevangenisstraf van 38 maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de voorbereidingen voor de invoer van cocaïne en medeplichtigheid aan diefstal van containers door middel van valse sleutels. De verdachte heeft ook meermalen een gift aangenomen in strijd met de goede trouw tegenover zijn werkgever, en hij heeft valsheid in geschrift gepleegd door een diploma te vervalsen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 38 maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook de procesafspraken in acht genomen en vastgesteld dat de verdachte zich bewust was van de gevolgen van zijn keuzes. De uitspraak is gedaan in het kader van de strafrechtelijke procedure, waarbij de rechtbank de wettelijke voorschriften heeft toegepast.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/080935-24
Datum uitspraak: 2 januari 2025
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres],
raadsman mr. M.M. Kuyp, advocaat te Laren.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting 2 januari 2025.

2.Kern van het vonnis

Tussen de verdachte en de officier van justitie zijn procesafspraken gemaakt. De rechtbank is niet betrokken geweest bij de (totstandkoming van de) procesafspraken. Tijdens de inhoudelijke behandeling zijn de gemaakte afspraken met de verdachte en zijn raadsman besproken. De procesafspraken houden in dat de verdachte geen onderzoekswensen indient, geen bewijsverweren voert, geen nadere verklaring hoeft af te leggen en zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken en dat de officier van justitie ter terechtzitting zal requireren tot een bewezenverklaring en kwalificatie overeenkomstig de feiten zoals die in de overeenkomst zijn opgenomen en een gevangenisstraf van 38 maanden onvoorwaardelijk zal eisen. Een belangrijk element tijdens de zitting was of de verdachte begreep wat de gemaakte afspraken inhielden en welke gevolgen deze voor hem en zijn strafzaak konden hebben. Centraal bij het onderzoek op de zitting stond bovenal de beantwoording van de vragen van artikel 348 en met name artikel 350 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), meer in het bijzonder de vragen naar het bewijs en de straf.

3.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 11 september 2024 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vordering van de officier van justitie en standpunt verdediging
De officier van justitie heeft overeenkomstig de procesafspraken vrijspraak van het onder 2 primair ten laste gelegde en bewezenverklaring van het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde.
De verdediging heeft gerefereerd aan de inhoud van de procesafspraken en de rechtbank verzocht deze te volgen. De procesafspraken zijn als bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.2.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.3.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Nu de verdediging geen verweer heeft gevoerd en de rechtbank het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen acht, zullen deze feiten zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.4.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1hij op in de periode van 1 december 2023 tot en met 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, te weten
- het telkens opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet.
,
- telkens een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen,
- zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader(s), wisten of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
ZD Container [containernummer 1]- op meerdere tijdstippen in de periode van 6 februari 2024 tot en met 8 februari 2024 de status van de container [containernummer 1] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en of te monitoren, en
- (vervolgens) de TAR/pin-code van of andere informatie over container [containernummer 1] te delen met één of meer mededader(s), en
ZD Container [containernummer 2]- op meerdere tijdstippen op 5 maart 2024 de status van de container [containernummer 2] in het computersysteem van Portbase te raadplegen of te monitoren, en
- (vervolgens) de TAR/pin-code van of andere informatie over container [containernummer 2] te delen met één of meer mededader(s), en
ZD Verzamelingen- op meerdere tijdstippen op 7 januari 2024 de status van de container [containernummer 3] in het computersysteem van Portbase te raadplegen of te monitoren, en
- op meerdere tijdstippen in de periode van 14 februari 2024 tot en met 15 februari 2024 de status van container [containernummer 4] in het computersysteem van Portbase te raadplegen of monitoren, en
- op meerdere tijdstippen in de periode van 15 februari 2024 tot en met 16 februari 2024 de status van container [containernummer 5] in het computersysteem van Portbase te raadplegen of monitoren, en
- op meerdere tijdstippen in de periode van 14 februari 2024 tot en met 16 februari 2024 de status van container [containernummer 6] in het computersysteem van Portbase te raadplegen of monitoren, en
- op 2 maart 2024 en 5 maart 2024 de status van container [containernummer 7] in het computersysteem van Portbase te raadplegen of monitoren, en
- in de periode van 2 december 2024 tot en met 4 december 2024 van één of meerdere containers, waaronder [containernummer 8], (scan) gegevens uit het computersysteem van Portbase over te nemen of vast te leggen;
2 subsidiaironbekend gebleven personen in de periode van 1 februari 2024 tot en met 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen,
- op of omstreeks 8 februari 2024 container [containernummer 1],
- op of omstreeks 6 maart 2024 container [containernummer 2],
die geheel aan een ander dan aan verdachte en die onbekend gebleven personen enzijn mededaders toebehoorden, heeft weggenomen telkens met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die onbekend gebleven personen en zijn mededaders zich telkens de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en telkens die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel,
door telkens met een valselijk verkregen TAR/pin-code, waarvan die onbekend gebleven personen en zijn mededaders niet gerechtigd waren die te gebruiken,
- de container [containernummer 1] van de RWG-terminal op te halen en weg te voeren, en
- de container [containernummer 2] van de ECT-terminal op te halen en weg te voeren,
tot het plegen van voornoemd misdrijf verdachte in de periode van 1 februari 2024 tot en het 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam,
- opzettelijk behulpzaam is geweest en
- opzettelijk gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft,
door de TAR/pincodes van de containers [containernummer 1] en [containernummer 2] uit het computersysteem van Portbase B.V. over te nemen en aan die onbekend gebleven personen of zijn mededaders te verstrekken;
3hij in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 13 maart 2024 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, , anders dan als ambtenaar, als customer service medewerker, werkzaam zijnde in dienstbetrekking bij Portbase B.V. naar aanleiding van hetgeen hij, verdachte, in strijd met zijn plicht in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zou doen of nalaten, meermalen) geld, heeft aangenomen, terwijl hij verdachte dit aannemen in strijd met de goede trouw heeft verzwegen tegenover zijn werkgever;
4hij op in de periode van 1 april 2023 tot en met 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, meermalen telkens opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens, te weten informatie met betrekking tot de containers
- [containernummer 2]
- [containernummer 1],
- [containernummer 4]
- [containernummer 5]
- [containernummer 6]
- [containernummer 7]
- [containernummer 8]
die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk (te weten het computersysteem van Portbase B.V.) voor zichzelf of voor een ander heeft overgenomen;
5hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 31 maart 2023 te Vlaardingen, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een uittreksel uit het landelijke diplomaregister van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) betrekking hebbend op een getuigschrift HBO Logistics Management, behaald door [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1990, uitgegeven op 31 augustus 2015 door de Hogeschool Rotterdam, valselijk heeft opgemaakt , door voornoemd DUO-uittreksel in zijn geheel te vervalsen, waarbij
- de gevolgde opleiding valselijk was aangebracht, en
- de digitale handtekening op het uittreksel en de niveau/opleidingscode ontbrak en
het aangebrachte watermerk en het gebruikte lettertype afwijkt, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken;
en
hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 31 maart 2023 te Rotterdam
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten een uittreksel uit het landelijke diplomaregister van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) betrekking hebbend op een getuigschrift HBO Logistics Management, behaald door [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1990, uitgegeven op 31 augustus 2015 door de Hogeschool Rotterdam, als ware het echt en onvervalst, door dit valse uittreksel ten behoeve van zijn sollicitatie aan Portbase B.V. te overleggen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1
medeplegen van om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, middelen of inlichtingen te verschaffen, zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
2 subsidiair
medeplichtigheid aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
3
anders dan een ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen hij in strijd met zijn plicht in zijn dienstbetrekking heeft gedaan, aannemen van een gift, meermalen gepleegd;
4
opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens die zijn opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, voor zichzelf of een ander overnemen, meermalen gepleegd;
5
valsheid in geschrift en het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij is ook aandacht voor de tussen de verdediging en de officier van justitie gemaakte procesafspraken.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vijf strafbare feiten, waarmee hij een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd aan de instandhouding van de internationale drugshandel. De verdachte heeft voorbereidingen getroffen om in totaal ruim 2100 kilogram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland te brengen. Om deze invoer mogelijk te maken heeft hij gegevens uit de systemen van Portbase overgenomen en deze informatie aan anderen verstrekt. Daarnaast is de verdachte betrokken geweest bij de diefstal van twee containers door middel van dergelijke pincode-fraude. Daarbij heeft hij misbruik gemaakt van zijn functie als medewerker door in ruil voor de doorgegeven informatie geld of andere giften te accepteren. Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het valselijk opmaken van een Hbo-diploma, dat hij heeft gebruikt bij zijn sollicitatie bij Portbase.
Hiermee heeft de verdachte niet alleen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van de internationale drugshandel, maar ook aan de verspreiding en het gebruik van harddrugs, wat een ernstige bedreiging vormt voor de volksgezondheid. Het is algemeen bekend dat de invoer van cocaïne en de handel daarin een bijzonder ontwrichtende invloed hebben op de samenleving. Bovendien heeft de verdachte ook het door zijn werkgever en collega’s in hem gestelde vertrouwen misbruikt.
7.3.
Procesafspraken
De rechtbank heeft op de zitting van 2 januari 2025 kennis genomen van de tussen de officier van justitie en de verdachte gemaakte procesafspraken. Zij heeft zich ervan vergewist dat bij de totstandkoming daarvan geen afbreuk is gedaan aan de regels van een eerlijk proces. De vrijwilligheid van de procesafspraken, de bewustheid van de verdachte ten aanzien van de (inhoud van de) procesafspraken, en de (mogelijke) gevolgen van de procesafspraken zijn aan de orde geweest.
De indruk die de rechtbank uit deze bespreking heeft gekregen, is dat de verdachte weloverwogen en vrijwillig ervoor heeft gekozen - mede op advies en met bijstand van zijn raadsman - om in te stemmen met de procesafspraken, en zich bewust is geweest van de inhoud, de procedure en de (mogelijke) gevolgen daarvan.
7.4.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.4.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 december 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.4.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft op 23 april 2024 een rapport over de verdachte opgemaakt. De verdachte heeft steun van zijn familie en zijn vriendin en de betrokkenheid van de verdachte bij de opvoeding van zijn zoontje zijn beschermende factoren. Het criminele netwerk waar de verdachte mee te maken heeft en de manier waarop de verdachte keuzes maakt kunnen risicofactoren zijn. De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en contactverbod met de medeverdachten.
7.5.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de persoonlijke omstandigheden, waaronder het blanco strafblad, van de verdachte. Ook is gelet op de procesafspraken en de door de verdachte en het Openbaar Ministerie ondertekende schikkingsovereenkomst. Alles afwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie in lijn met de procesafspraken geëiste gevangenisstraf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikelen 47, 57, 138c, 225 311, 328ter van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10a van de Opiumwet.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 38 (achtendertig) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van de Beek, voorzitter,
en mrs. L. Stevens en R.D.M. de Boer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.E. Kroon, griffier,
en uitgesproken op 2 januari 2025.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2023 tot en met 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het (telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet.
- het (telkens) opzettelijk afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een (handels)hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
- (telkens) een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
ZD Container [containernummer 1]- op meerdere tijdstippen in de periode van 6 februari 2024 tot en met 8 februari 2024 de status van de container [containernummer 1] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en en/of te monitoren, en/of
- (vervolgens) de TAR/pin-code van en/of andere informatie over container [containernummer 1] te delen met één of meer mededader(s), en/of
ZD Container [containernummer 2]- op meerdere tijdstippen op 5 maart 2024 de status van de container [containernummer 2] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en/of te monitoren, en/of
- (vervolgens) de TAR/pin-code van en/of andere informatie over container [containernummer 2] te delen met één of meer mededader(s), en/of
ZD Verzamelingen- op meerdere tijdstippen op 7 januari 2024 de status van de container [containernummer 3] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en en/of te monitoren, en/of
- op meerdere tijdstippen in de periode van 14 februari 2024 tot en met 15 februari 2024 de status van container [containernummer 4] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en/of monitoren, en/of
- op meerdere tijdstippen in de periode van 15 februari 2024 tot en met 16 februari 2024 de status van container [containernummer 5] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en/of monitoren, en/of
- op meerdere tijdstippen in de periode van 14 februari 2024 tot en met 16 februari 2024 de status van container [containernummer 6] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en/of monitoren, en/of
- op 2 maart 2024 en 5 maart 2024 de status van container [containernummer 7] in het computersysteem van Portbase te raadplegen en/of monitoren, en/of
- in de periode van 2 december 2024 tot en met 4 december 2024 van één of meerdere containers, waaronder [containernummer 8], (scan) gegevens uit het computersysteem van Portbase over te nemen en/of vast te leggen;

2 primair

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks periode van 1 februari 2024 tot en met 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- op of omstreeks 8 februari 2024 container [containernummer 1],
- op of omstreeks 6 maart 2024 container [containernummer 2],
in elk geval enig( e) goed(eren), die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of (telkens) dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) met een (valselijk verkregen) TAR/pin-code, die hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren te gebruiken,
- de container [containernummer 1] van de RWG-terminal op te halen en weg te voeren, en/of
- de container [containernummer 2] van de ECT-terminal op te halen en weg te voeren;
2 subsidiaireen (of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 1 februari 2024 tot en met 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- op of omstreeks 8 februari 2024 container [containernummer 1],
- op of omstreeks 6 maart 2024 container [containernummer 2],
n elk geval enig( e) goed(eren), die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of (telkens) dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel,
door (telkens) met een (valselijk verkregen) TAR/pin-code, waarvan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren die te gebruiken,
- de container [containernummer 1] van de RWG-terminal op te halen en weg te voeren, en/of
- de container [containernummer 2] van de ECT-terminal op te halen en weg te voeren,
bij en/of tot het plegen van voornoemd misdrijf verdachte op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2024 tot en het 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, althans in Nederland,
- opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
- opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
door de TAR/pincode(s) van de container(s) [containernummer 1] en/of [containernummer 2] uit het computersysteem van Portbase B.V. over te nemen en aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn mededader(s) te verstrekken;
3hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 13 maart 2024 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, anders dan als ambtenaar, te weten als customer service medewerker, werkzaam zijnde in dienstbetrekking bij Portbase B.V.. naar aanleiding van hetgeen hij, verdachte, in strijd met zijn plicht in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zou doen of nalaten, (meermalen, althans éénmaal) een gift, belofte en/of dienst, te weten geld, heeft aangenomen en/of heeft gevraagd, terwijl hij verdachte dit aannemen en/of vragen in strijd met de goede trouw heeft verzwegen tegenover zijn werkgever;
4hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 13 maart 2024 te Vlaardingen en/of Rotterdam, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens, te weten informatie met betrekking tot de containers
- [containernummer 2]
- [containernummer 1],
- [containernummer 4]
- [containernummer 5]
- [containernummer 6]
- [containernummer 7]
- [containernummer 8]
die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk (te weten het computersysteem van Portbase B.V.) voor zichzelf en/of voor een ander heeft overgenomen;
5hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 31 maart 2023 te Vlaardingen, althans in Nederland, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een uittreksel uit het landelijke diplomaregister van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) betrekking hebbend op een getuigschrift HBO Logistics Management, behaald door [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1990, uitgegeven op 31 augustus 2015 door de Hogeschool Rotterdam, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door voornoemd DUO-uittreksel in zijn geheel te vervalsen, waarbij
- de gevolgde opleiding valselijk was aangebracht, en/of
- de digitale handtekening op het uittreksel en de niveau/opleidingscode ontbrak en/of
het aangebrachte watermerk en het gebruikte lettertype afwijkt, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
en/of
hij in de periode van 1 februari 2023 tot en met 31 maart 2023 te Vlaardingen en/of Rotterdam, althans in Nederland,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten een uittreksel uit het landelijke diplomaregister van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) betrekking hebbend op een getuigschrift HBO Logistics Management, behaald door [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1990, uitgegeven op 31 augustus 2015 door de Hogeschool Rotterdam, als ware het echt en onvervalst, door dit valse uittreksel ten behoeve van zijn sollicitatie aan Portbase B.V. te overleggen;