ECLI:NL:RBROT:2025:7002

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
16 juni 2025
Zaaknummer
11441351 CV EXPL 24-31297
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van parkeerkosten wegens ongerechtvaardigde verrijking na gebruik van parkeerdiensten via valse accounts

In deze zaak vordert Be-Mobile N.V. een bedrag van € 1.120,21 van gedaagde, die volgens Be-Mobile gebruik heeft gemaakt van haar parkeerdiensten zonder daarvoor te betalen. Be-Mobile stelt dat gedaagde een vals account heeft aangemaakt of heeft laten aanmaken, waarmee hij parkeerdiensten heeft afgenomen via de apps '4411' en 'Flitsmeister'. Gedaagde ontkent echter dat hij gebruik heeft gemaakt van deze apps en stelt dat hij zijn auto regelmatig uitleent aan bekenden. De kantonrechter heeft op 4 april 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechter oordeelt dat gedaagde aansprakelijk is voor de parkeerkosten, omdat hij kentekenhouder is van de auto die is gebruikt voor de parkeersessies. De rechter wijst de vordering van Be-Mobile toe op basis van ongerechtvaardigde verrijking, zoals geregeld in artikel 6:212 BW. Gedaagde moet het bedrag van € 1.120,21 betalen, vermeerderd met rente en proceskosten. De kantonrechter heeft ook bepaald dat gedaagde geen incassokosten hoeft te betalen, omdat Be-Mobile niet voldoende heeft aangetoond dat er extra werkzaamheden zijn verricht. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Be-Mobile het vonnis direct kan uitvoeren, ook als gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11441351 CV EXPL 24-31297
datum uitspraak: 4 april 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Be-Mobile N.V.,
vestigingsplaats: Melle te België,
eiseres,
gemachtigden: mr. J. Lubbers en mr. D.H.J. Bouchier,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [plaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Be-Mobile’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 2 december 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de spreekaantekeningen van Be-Mobile.
1.2.
Op 4 maart 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig: mr. N. Reilink en mr. T.O. van Hoorn als gemachtigden van Be-Mobile en de heer [gedaagde] .

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
Be-Mobile levert diensten waarmee gebruikers betaald kunnen parkeren op parkeerlocaties in Nederland en België. Deze diensten worden geleverd via de smartphone apps ‘4411’ en ‘Flitsmeister’ (hierna: de apps). Deze zaak gaat over de vraag of [gedaagde] een bedrag van € 1.120,21 moet betalen aan Be-Mobile wegens het gebruikmaken van deze parkeerdiensten zonder daarvoor te betalen.
2.2.
Volgens Be-Mobile moet deze vraag bevestigend worden beantwoord. Zij voert daartoe het volgende aan. Be-Mobile heeft ontdekt dat er grootschalig fraude is gepleegd door gebruikers van haar apps die niet voor het parkeren betalen. Deze gebruikers vertonen allemaal een vergelijkbaar patroon. In het kort komt het neer op gebruikers die een account aanmaken met valse gegevens. Aan dit account wordt als betaalmethode een prepaid creditcard zonder saldo gekoppeld. Gebruikers konden een dergelijk account laten maken tegen een contante betaling van € 50,- via een partij die daarvoor adverteert op sociale media. Volgens Be-Mobile heeft ook [gedaagde] gebruik gemaakt van de bovenstaande methode, ofwel door zelf een account met valse gegevens aan te maken ofwel door een account te laten maken tegen betaling. Het kenteken van de auto van [gedaagde] is namelijk meerdere keren gebruikt op een van deze valse accounts. Be-Mobile stelt dat nu [gedaagde] kentekenhouder van de auto is, hij aansprakelijk is voor de gemaakte parkeerkosten. Be-Mobile eist daarom dat [gedaagde] in deze procedure wordt veroordeeld om het bedrag aan verschuldigde parkeerkosten, ter hoogte van € 1.120,21, alsnog te betalen, met rente en kosten.
2.3.
[gedaagde] is het niet eens met deze eis en betwist dat hij gebruik heeft gemaakt van de apps van Be-Mobile. Hij geeft aan dat hij zijn auto met enige regelmaat uitleent aan bekenden.
[gedaagde] moet € 1.120,21 betalen aan Be-Mobile
2.4.
Be-Mobile vordert een bedrag ter hoogte van € 1.120,21 primair op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Op grond van artikel 6:212 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is een persoon die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, verplicht, voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking.
2.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat degene die gebruik heeft gemaakt van de parkeerdiensten van Be-Mobile op de bovengenoemde frauduleuze wijze, daarmee ongerechtvaardigd is verrijkt (artikel 6:212 BW). Partijen zijn het niet eens over de vraag of [gedaagde] daarvoor aansprakelijk kan worden gesteld.
2.6.
Be-Mobile heeft aangevoerd dat op één van de nepaccounts met nepgegevens het kenteken van [gedaagde] is ingevoerd. Op dit nepaccount is voor dit kenteken ruim 150 keer geparkeerd via de apps van Be-Mobile in regio Rotterdam zonder daarvoor te betalen. Omdat de parkeerhandelingen bijna altijd in dezelfde parkeerzone in Rotterdam Delfshaven plaatsvonden, kan van willekeur geen sprake zijn volgens Be-Mobile. Omdat [gedaagde] kentekenhouder van de auto is, wordt vermoed dat hij ook de bestuurder van de auto is geweest. [gedaagde] heeft tijdens de mondelinge behandeling betwist dat hij ooit gebruik heeft gemaakt van de apps van Be-Mobile en heeft daarbij aangevoerd dat hij zijn auto soms uitleent aan bekenden. Ook geeft hij aan dat het mogelijk is dat iemand anders zijn kenteken heeft ingevoerd tijdens het gebruik van de app.
2.7.
De kantonrechter overweegt het volgende. Uit de overgelegde facturen blijkt dat er door de auto met het kenteken van [gedaagde] is geparkeerd voor een bedrag van € 1.120,21. [gedaagde] heeft niet betwist dat deze parkeersessies hebben plaatsgevonden met zijn auto en hij heeft ook niet betwist dat daarvoor niet is betaald. Be-Mobile heeft kosten moeten maken voor deze parkeersessies en daarvoor is [gedaagde] als bestuurder van de auto aansprakelijk. [gedaagde] heeft niets overgelegd om te weerleggen dat hij de bestuurder was op het moment van de parkeersessies. Gelet op de gemotiveerde stelling van Be-Mobile, had dit wel van [gedaagde] mogen worden verwacht. Voor zover [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij niet de bestuurder was geldt dat in beginsel ook de kentekenhouder van de auto aansprakelijk is. Dat [gedaagde] zijn auto regelmatig uitleent aan bekenden, komt voor zijn rekening en risico. Als kentekenhouder blijft hij verantwoordelijk voor deze parkeersessies. De enkele stelling dat [gedaagde] zelf de app niet heeft gebruikt, maakt dit evenmin anders.
2.8.
Nu [gedaagde] enkel heeft ontkend dat hij gebruik heeft gemaakt van deze apps, maar verder niets ter onderbouwing van zijn standpunt heeft aangevoerd, oordeelt de kantonrechter dat [gedaagde] de stelling van Be-Mobile onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. De vordering van Be-Mobile wordt toegewezen. Dat betekent dat [gedaagde] een bedrag van € 1.120,21 aan Be-Mobile moet betalen.
[gedaagde] hoeft geen incassokosten te betalen
2.9.
De vergoeding voor buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen. Be-Mobile heeft niet gesteld dat er meer werkzaamheden zijn uitgevoerd dan die om deze procedure voor te bereiden (artikel 241 Rv). Het versturen van één of meer aanmaningen zonder bijzondere inhoud is niet voldoende (ECLI:NL:HR:2019:590).
[gedaagde] moet rente betalen
2.10.
De rente wordt toegewezen, omdat Be-Mobile genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. De rente bedroeg, zoals door Be-Mobile onbetwist is gesteld, vanaf 1 augustus 2023 tot en met 10 november 2024 € 97,10. De rente is verschuldigd vanaf 1 augustus 2023, omdat op dat moment de betaaltermijn van de facturen is verstreken en [gedaagde] in verzuim is.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.11.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Be-Mobile moet betalen op € 112,99 aan dagvaardingskosten, € 328,- aan griffierecht, € 408,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 204,-) en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 950,99. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Be-Mobile dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Be-Mobile te betalen € 1.217,31 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 1.120,21 vanaf 11 november 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Be-Mobile worden begroot op € 950,99;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
64362