ECLI:NL:RBROT:2025:6978
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak betreffende studiefinanciering
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 17 juni 2025, met zaaknummer ROT 24/2147, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoekster om een veroordeling van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de proceskosten. Verzoekster had haar beroep ingetrokken tegen het besluit van de minister van 19 januari 2024, omdat de minister bij brief van 12 december 2024 had meegedeeld dat, naar aanleiding van een door verzoekster ingediend nader advies van de Nuffic, de gevraagde studiefinanciering vanaf oktober 2023 alsnog was toegekend. Dit advies toonde aan dat de accreditatie van de gevolgde opleiding was verlengd voor de totale cursusduur.
De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar de minister verzet zich hiertegen. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting en wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. De rechtbank legt uit dat op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een proceskostenveroordeling alleen mogelijk is als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval is er geen sprake van tegemoetkomen, omdat de minister het bestreden besluit heeft ingetrokken op basis van nieuwe informatie die door verzoekster is verstrekt na het bestreden besluit. Hierdoor is er geen aanleiding om de minister te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten, en wordt het verzoek afgewezen.