ECLI:NL:RBROT:2025:6931

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
10/059758-24, 10/104755-23 & 10/314498-24 (gevoegd t.t.z.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Meervoudige strafzaak tegen verdachte voor meerdere misdrijven waaronder zware mishandeling, openlijke geweldpleging en diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in een meervoudige strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan tien verschillende misdrijven, waaronder medeplegen van poging tot zware mishandeling, openlijke geweldpleging, en meerdere diefstallen met geweld. De verdachte, geboren in 2008, heeft in de periode van 20 april 2023 tot en met 24 juni 2024 een reeks gewelddadige feiten gepleegd, waarbij hij in vereniging met anderen slachtoffers heeft bedreigd en mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 20 april 2023 een slachtoffer met een mes heeft gestoken, wat resulteerde in zware lichamelijke letsels. Daarnaast heeft hij in februari 2024 drie straatroven gepleegd op maaltijdbezorgers, waarbij hij hen onder bedreiging van geweld heeft gedwongen tot afgifte van geld en goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de duur van het voorarrest, met inachtneming van de bijzondere omstandigheden van de verdachte, die onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting. De vorderingen van benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de immateriële schadevergoeding voor een slachtoffer heeft vastgesteld op €2.000,-. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om schadevergoeding te betalen aan andere benadeelde partijen, waaronder een restaurant en een slachtoffer van mishandeling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/059758-24, 10/104755-23 en 10/314498-24 (gevoegd t.t.z.)
Datum uitspraak: 28 mei 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2008,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres 1] , [postcode] [plaats] ,
raadsman mr. G.R. Stolk, advocaat te Schiedam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 15 mei 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 10/104755-23 onder 1 en 2, 10/059758-24 onder 1 primair, 2 t/m 6, 10/314498-24 onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 360 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 47 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met de door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) geadviseerde bijzondere voorwaarden met uitzondering van een contactverbod met de medeverdachten;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: de jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 10/104755-23 onder 1 en 10/059758-24 onder 6 en 10/314498-24 onder 1 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De verdediging heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering – 10/104755-23 feit 2 openlijke geweldpleging
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde openlijke geweldpleging tegen aangever [slachtoffer 1] en meerdere althans één (tot op heden) onbekend gebleven perso(o)n(en) wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft partiële vrijspraak bepleit van de openlijke geweldpleging ten aanzien van meerdere althans één (tot op heden) onbekend gebleven perso(o)n(en). De verdachte heeft alleen geweld gebruikt tegen [slachtoffer 1] door hem te steken in het been. Hij heeft geen andere personen pijn of letsel toegebracht.
4.2.3.
Beoordeling
Op grond van de inhoud van de wettige bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 20 april 2023 te Rotterdam openlijk en in vereniging geweld heeft gebruikt tegen [slachtoffer 1] door met een mes te zwaaien en hem te steken. De verdachte heeft dit ook bekend. Ook is [slachtoffer 1] door een medeverdachte gestoken. [slachtoffer 1] is twee keer kort na elkaar gestoken.
De rechtbank kan op basis van het procesdossier niet vaststellen dat de verdachte ook een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld tegen meerdere, althans één (tot op heden) onbekend gebleven perso(o)n(en). De rechtbank constateert dat in de tenlastelegging het openlijk geweld slechts is uitgewerkt met de geweldshandelingen die op [slachtoffer 1] zijn toegepast. Andere handelingen die de verdachte zou hebben verricht ten aanzien van andere onbekend gebleven personen zijn niet nader geconcretiseerd in de tenlastelegging. De rechtbank spreekt de verdachte daarom partieel vrij van de openlijke geweldpleging tegen meerdere, althans één (tot op heden) onbekend gebleven perso(o)n(en).
4.2.4.
Conclusie
Het onder 2 ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank spreekt de verdachte partieel vrij van het bestanddeel “de (tot op heden) onbekend gebleven personen”.
4.3.
Bewijswaardering – 10/059758-24 feiten 1 t/m 4 berovingen [adres 2]
4.3.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit van de onder 1 t/m 4 ten laste gelegde straatroven wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De verdachte heeft onder druk van anderen zijn telefoon beschikbaar gesteld om de bestellingen bij Thuisbezorgd.nl te plaatsen. Hij heeft de bestellingen waar het in de tenlastelegging om gaat niet zelf geplaatst. Ook zit er geen direct bewijs in het dossier dat de verdachte bij de straatroven aanwezig was. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat er geen sprake is van medeplegen van de straatroven.
4.3.2.
Beoordeling
Vast staat dat op 15, 16 en 17 februari 2024 drie straatroven op maaltijdbezorgers op [adres 2] in Rotterdam hebben plaatsgevonden. Bij elk van die incidenten is eerst via Thuisbezorgd.nl een bestelling geplaatst en bij het afleveren van de bestelling zijn de maaltijdbezorgers gedwongen om onder bedreiging van een mes, zwaard of wapen geld, eten en drinken af te staan of de goederen zijn weggenomen. De verdachte ontkent dat hij degene is geweest die de bezorgers heeft beroofd.
De rechtbank leidt uit het dossier af dat het [telefoonnummer] aan de verdachte toebehoort en dat dit nummer, in zijn telefoontoestel, in die periode bij hem in gebruik was. De bestellingen bij Thuisbezorgd.nl op 15, 16 en 17 februari 2024 zijn geplaatst met dit telefoonnummer. Ook straalt de telefoon van de verdachte uit in de omgeving waar de straatroven hebben plaatsgevonden. De [medeverdachte] heeft verklaard dat de verdachte degene is geweest die de bestellingen ging ophalen en terugkwam met het eten.
De verdachte heeft wisselende verklaringen afgelegd. In het verhoor bij de politie heeft hij alle betrokkenheid bij deze feiten ontkend, bij de rechter-commissaris heeft hij verklaard dat met zijn account de bestellingen bij Thuisbezorgd.nl zijn gedaan en op de terechtzitting heeft hij verklaard dat hij onder druk is gezet, zijn telefoon moest afgeven, maar ook dat hij met de bezorgers heeft gesproken als zij belden om de bestelling te controleren. De omstandigheid dat het erop lijkt dat de verdachte zijn verklaringen steeds heeft aangepast op basis van het bewijs dat zich in het dossier bevindt, is opvallend en weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee. Bovendien heeft een verbalisant opgemerkt dat het signalement van de verdachte redelijk overeenkomt met de signalementen van de verdachte bij de berovingen.
Hoewel de signalementen voor de rechtbank niet doorslaggevend zijn, is naar het oordeel van de rechtbank, op grond van alle bewijsmiddelen in onderling verband en in samenhang bezien voldoende komen vast te staan dat de verdachte degene is geweest die de straatroven samen met een ander heeft gepleegd.
4.3.3.
Conclusie
De rechtbank acht feit 1 primair, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen.
4.4.
Bewijswaardering 10/059758-24 feit 5 mishandeling
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De rechtbank acht, gelet op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II, dat de verdachte degene is geweest die de aangever heeft geschopt. De rechtbank acht het onder 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.5.
Bewijswaardering 10/314498-24 feit 2 bedreiging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank acht, gelet op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II, dat het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van de aangevers.
4.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 10/059758-24 onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 en 10/314498-24 onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 10/104755-23 onder 1 en 2 en 10/059758-24 onder 6 en 10/314498-24 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10-104755-23
1.
hij op 20 april 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen
misdrijf om
aan [slachtoffer 1]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
die [slachtoffer 1] (met kracht) met een mes,
in het (linker) bovenbeen en/of de buik heeft gestoken ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij,
op 20 april 2023 te Rotterdam
openlijk, te weten op of aan [adres 3] , in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] ,
- het tonen en voorhouden en zwaaien van één of meer messen aan/naar één
voornoemde perso
on en- te steken met één of meer messen in de richting van het (linker)
bovenbeen en/of de buik van één
voornoemde persoon
terwijl dit door hem gepleegde geweldenig lichamelijk letsel, te weten
twee (steek)verwondingen in de rechter flank van de buik en een
(steek)verwoning in het linker bovenbeen voor die [slachtoffer 1] ten gevolge
heeft gehad.
Parketnummer 10-059758-24
1.
hij, op 15 februari 2024, te Rotterdam, op de
openbare weg, te weten [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een ander
etenswaar en dranken, die aan
[restaurant 1] toebehoorden heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan,
envergezeld van bedreiging met geweld
tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 2] op te dringen en
- een mes (dreigend) aan die [slachtoffer 2] te
tonen en
- aan die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Money, money", ;
2.
hij, op 16 februari 2024, te Rotterdam, op de
openbare weg, te weten [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een ander
etenswaar
dataan [restaurant 2] toebehoorde heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] op te dringen en
- een zwaard althans een scherp en/of puntig voorwerp (dreigend) aan die [slachtoffer 3]
[slachtoffer 3] te tonen en
- meermalen met dit zwaard althans dat voorwerp een
stekende en/of zwaaiende beweging te maken in de richting van die [slachtoffer 3] en- (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen "give me the food,
give me the money",
en
- die [slachtoffer 3] aan de arm vast te pakken en te houden en- (vervolgens) (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen -
zakelijke weergeven - dat die [slachtoffer 3] het wisselgeld moest geven en "go, go,
go" en (meermalen) "kom dan",;
3.
hij, op 16 februari 2024, te Rotterdam, op de
openbare weg, te weten [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en bedreiging met geweld
[slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een
geldbedrag (15 euro), dataaneen derde toebehoorde
door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] op te dringen en
- een zwaard (dreigend) aan die [slachtoffer 3]
[slachtoffer 3] te tonen en- meermalen met dit zwaard althans dat voorwerp een
stekende beweging te maken in de richting van die [slachtoffer 3] en
- (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen "give me the food,
give me the money",en
- die [slachtoffer 3] aan de arm vast te pakken en te houden en- (vervolgens) (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen -
zakelijke weergeven - dat die [slachtoffer 3] het wisselgeld moest geven en "go, go,
go" en (meermalen) "kom dan",;
4.
hij, op 17 februari 2024 te Rotterdam, op de
openbare weg, te weten [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een ander,
etenswaar en dranken en een sleutel (van een scooter met [kenteken] ),
die aan [restaurant 3] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan,
envergezeld vanbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 4] op te dringen en
- aan die [slachtoffer 4] (dreigend) tonen van een vuurwapen althans een op een vuurwapen
gelijkend voorwerp en
- (dreigend) aan die [slachtoffer 4] de woorden toe te voegen "Heb je geld? Geef alles wat je
hebt", en
- (daarbij) dit vuurwapen althans dit voorwerp door te laden en
- (dreigend) aan die [slachtoffer 4] tonen van een mes althans een scherp en/of puntig
voorwerp en
- met dit mes, althans dit voorwerp, stekende en/of zwaaiend bewegingen te maken
in de richting van die [slachtoffer 4] en
- (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 4] de woorden toe te voegen "ga weg", ;
5.
hij, op 12 juni 2024, te Rotterdam,
[slachtoffer 5] , heeft mishandeld door tegen de benen van die [slachtoffer 5]
[slachtoffer 5] (onderuit) te trappen en die [slachtoffer 5] te laten struikelen en
(waardoor) die [slachtoffer 5] ten val kwam;
6.
hij, op 24 juni 2024, te Rotterdam en/of Leidschendam (rijdend op de
A13) ,
opzettelijk en wederrechtelijk
eendienstvoertuig, dat aan Politie Rotterdam Rijnmond, toebehoorde heeft onbruikbaar gemaakt.
Parketnummer 10-314498-24
1.
hij, op 25 september 2024 te Leidschendam, gemeente
Leidschendam-Voorburg,
opzettelijk en wederrechtelijk een deur, die
Schakenbosch, toebehoorde heeft vernield
;
2.
hij, op 25 september 2024 te Leidschendam, gemeente
Leidschendam-Voorburg,
[slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] heeft bedreigd,
met zware mishandeling,
door in de richting van die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] te spuiten met een
deofles en daarbij een aansteker te houden (waardoor vlammen
on
tstonden).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/104755-23:
De eendaadse samenloop van:

1. medeplegen van poging tot zware mishandeling;

en

2. openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl het door de schuldige gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft.

Parketnummer 10/059758-24:

1. diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen;

2. diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen;

3. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen;

4. diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en door twee of meer verenigde personen;

5.mishandeling;

6. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken.

Parketnummer 10/314498-24:

1. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;

2.bedreiging met zware mishandeling.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
5.1.
Strafbaarheid – parketnummer 10/104755-23 feit 1
5.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hem een beroep op noodweer toekomt. Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte zich geconfronteerd zag met een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van zijn broer. De verdachte heeft gezien dat zijn broer door meerdere mensen in elkaar werd geslagen. Hij dacht dat zijn broer dood zou gaan. Daarom heeft hij met een mes in het been van [slachtoffer 1] gestoken.
5.1.2.
Beoordeling
Het is de rechtbank, gelet op de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting, niet gebleken dat sprake is geweest van een noodweersituatie waarin de verdachte zich of een ander hoefde te verdedigen. De verklaring van de verdachte dat hij zijn broer heeft moeten verdedigen omdat zijn broer anders dood zou gaan, wordt niet ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier. Het verweer wordt verworpen.
5.1.3.
Conclusie
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op veertien-, vijftien- en zestienjarige leeftijd schuldig gemaakt aan in totaal tien misdrijven. Allereerst heeft de verdachte zich op 20 april 2023 samen met een ander geprobeerd om het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met een mes in zijn been en/of buik te steken. De verdachte heeft hiermee een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en bij hem gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt.
Op 15, 16 en 17 februari 2024 heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan drie straatroven van maaltijdbezorgers. De verdachte heeft meerdere bestellingen bij Thuisbezorgd.nl geplaatst. Toen de bezorgers bij het opgegeven adres aankwamen, zijn zij bedreigd met een mes, vuurwapen of zwaard en is hun eten en/of geld gestolen. Straatroven zijn ernstige feiten die een grote impact hebben op het leven van slachtoffers en hun gevoel van veiligheid. De verdachte heeft met zijn gedrag laten zien dat hij geen respect heeft voor andermans eigendommen en lichamelijke integriteit. Daarnaast leveren straatroven gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving op.
Op 12 juni 2024 heeft de verdachte, terwijl hij in een schorsing van zijn voorlopige hechtenis liep, een oudere man mishandeld door hem onderuit te trappen, waardoor het slachtoffer ten val kwam en letsel heeft opgelopen. Door het handelen van de verdachte heeft het slachtoffer hiermee veel pijn gehad en is door de verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer.
Op 24 juni 2024 heeft de verdachte nadat hij is aangehouden en door de politie is meegenomen in het politiebusje meerder keren gespuugd, waardoor het politiebusje tijdelijk onbruikbaar is gemaakt. De verdachte heeft door zijn handelen schade veroorzaakt en geen respect getoond voor het eigendom van de politie.
Tot slot heeft de verdachte, opnieuw tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis, op 25 september 2024 op Schakenbosch een deur vernield en de begeleiders op de groep bedreigd door met een deofles en een aansteker open vuur te maken. Hiermee heeft de verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. Daarnaast heeft de verdachte door deze vernieling schade en overlast veroorzaakt bij de slachtoffers en geen respect getoond voor hun eigendommen.
De rechtbank neemt de verdachte deze ernstige feiten zeer kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
25 maart 2025, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van deskundige op de terechtzitting
De Raadheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 29 april 2025. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte staat onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting en verblijft sinds 3 januari 2025 op een gesloten groep op [jeugdzorginstelling] . De verdachte maakt stappen in de goede richting. Hij verblijft op een plek waar hij zich veilig voelt en waar hij kan profiteren van de hulp. Ook laat hij zich beter aansturen en lijkt hij te profiteren van de behandeling en begeleiding. De verdachte is daar langzaam aan het stabiliseren. De jeugdreclasseerder werkt intensief samen met de moeder. Het is belangrijk dat de positieve lijn wordt voortgezet en dat de verdachte steeds meer vertrouwen krijgt in zichzelf en in zijn toekomst. Het is belangrijk dat de moeder wordt meegenomen in de systeemgesprekken. De Raad is van mening dat het civiele kader prevaleert en dat het in het belang van de verdachte is om nog langer op de gesloten groep te blijven. Gezien de zorgelijke keuzes die de verdachte heeft gemaakt en de ingrijpende gebeurtenissen in zijn leven, is het van belang dat hij een intensieve vorm van behandeling krijgt met toezicht en structuur. De Raad verwacht dat de kans op recidive zal afnemen als zijn leefomgeving goed aansluit op zijn intelligentie en onderliggende problemen en de verdachte hierin veel duidelijkheid en bescherming krijgt aangeboden.
De Raad adviseert een deels voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaar, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest. Begeleiding door de jeugdreclassering is nodig zodat de verdachte zich dient te houden aan regels en afspraken en er een stok achter de deur is voor als de verdachte weer meer vrijheden krijgt. Daarnaast adviseert de Raad als bijzondere voorwaarden dat de verdachte onderwijs of dagbesteding volgt, meewerkt aan behandeling, een contactverbod heeft met medeverdachten en slachtoffers en inzicht geeft over zijn netwerk.
De jeugdreclassering, vertegenwoordigd door [persoon A] , heeft ter zitting toegelicht dat de verdachte positieve stappen heeft gemaakt. Deze positieve ontwikkeling is nog pril. De verdachte heeft de hulp en begeleiding van [jeugdzorginstelling] nodig om sterker te worden.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de hoeveelheid en ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijk strafdeel niet nodig is om de begeleiding van de jeugdreclassering voort te zetten en de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
De verdachte heeft als first offender en op jonge leeftijd veel en ernstige misdrijven gepleegd. Deze feiten zijn echter al geruime tijd geleden. Ten aanzien van parketnummer 10/104755-23 is ook sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De rechtbank ziet dat de verdachte op dit moment in het kader van een civiele maatregel op een passende plek verblijft op de gesloten groep bij [jeugdzorginstelling] . Hij laat een prille positieve ontwikkeling zien en wil wat van zijn leven gaan maken. Gelet op het voortraject, waarbij de verdachte na het incident van 20 april 2023 is afgegleden en steeds weer korte periodes in voorlopige hechtenis heeft verbleven, terwijl het niet is gelukt om passende hulp en ondersteuning in te zetten, is het goed om te zien dat de huidige hulpverlening wel in voldoende mate bij de verdachte aansluit. Gelet op deze ontwikkelingen is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijk strafdeel niet noodzakelijk is. Het civiele kader prevaleert boven het strafkader en biedt voldoende toezicht en begeleiding. De verdachte staat onder toezicht van de William Schrikker Stichting en er loopt een machtiging gesloten jeugdhulp tot 26 september 2025. Hiermee is de begeleiding van mw. [persoon A] voor de komende periode gewaarborgd.
De rechtbank legt daarom een onvoorwaardelijke jeugddetentie op die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Het is de bedoeling dat de verdachte niet meer teruggaat naar de justitiële jeugdinrichting. Uit onderstaande tabel volgt hoeveel dagen de verdachte, naar de berekening van de rechtbank, in voorlopige hechtenis heeft verbleven.
parketnummer 10/104755-23
20 april 2023 t/m 7 juli 2023
79
1 september t/m 29 september 2023
29
1 november t/m 30 november 2023
30
Totaal
138
parketnummer 10/059758-24
19 februari 2024 t/m 11 maart 2024
22
24 juni 2024 t/m 13 september 2024
82
27 september 2024 t/m 6 december 2024
71
Totaal
175
parketnummer 10/314498-24
26 september 2024
1
TOTAAL
314
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

8.1.
Parketnummer 10/104755-23
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [slachtoffer 1] , bijgestaan door mr. A.F.M. den Hollander, ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een bedrag van € 10.000,- aan immateriële schade en € 15.000,- aan toekomstige schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd, [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] , bijgestaan door mr. A.F.M. den Hollander, ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] vordert een bedrag van € 6.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert een bedrag van € 199,69 aan materiële schade, € 5.000,- aan immateriële schade en € 5.000,- aan toekomstige schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er ten aanzien van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] geen rechtstreeks verband bestaat tussen de schade en het handelen van de verdachte. Deze vorderingen moeten worden afgewezen, dan wel niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de verdachte daarvan partieel moet worden vrijgesproken. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] is onvoldoende onderbouwd, dan wel moet aanzienlijk worden gematigd, gelet op het aandeel van de verdachte.
8.1.3
Beoordeling
Vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3]
De benadeelde partijen zullen in de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte niet is veroordeeld voor een strafbaar feit jegens hen.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Het slachtoffer heeft lichamelijk letsel opgelopen. Aangezien de toelichting bij de vordering vooral ziet op de klachten van de toegebrachte meervoudige kaakbreuk en de verdachte daarvoor niet wordt veroordeeld, zal de schade naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.000,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen, met niet-ontvankelijkverklaring van hetgeen aan hoofdsom meer is gevorderd. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft voor een eventuele hoger beroep procedure een vergoeding voor de nader te onderbouwen schade gevorderd van € 15.000,-. De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu dit eventuele toekomstige schade betreft en deze schadepost verder niet is onderbouwd.
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededader(s) heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partij betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 20 april 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.1.3.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 1] een schadevergoeding betalen van
€ 2.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast. Het overige deel van de vordering wordt niet-ontvankelijk verklaard.
De vorderingen van benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] worden niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van deze vorderingen wordt in deze procedure over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
8.2.
Parketnummer10/059758-24
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [restaurant 3] , vertegenwoordigd door [persoon B] , ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 160,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, [slachtoffer 5] , ter zake van het onder 5 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] vordert een bedrag van € 978,09 aan materiële schade en € 1.289,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd, Politie Rotterdam Rijnmond, vertegenwoordigd door [persoon C] , ter zake van het onder 6 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij Politie Rotterdam Rijnmond vordert een bedrag van € 76,93 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [restaurant 3] en de Politie Rotterdam Rijnmond kunnen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] dient gedeeltelijk te worden toegewezen. Het grootste deel van de schade ziet op de schouder uit de kom, maar dat wordt de verdachte niet verweten. Er is sprake van een onvoldoende causaal verband tussen de materiële schade en het strafbare feit. De immateriële schade dient gematigd te worden.
8.4.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [restaurant 3] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, gelet op de bepleite vrijspraak.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] is er sprake van onvoldoende causaal verband tussen het schoppen en de gevorderde schade. Subsidiair verzoekt de raadsman een lager bedrag aan schadevergoeding toe te kennen.
Ten aanzien van de vordering van de Politie heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schade niet in verhouding staat tot het strafbare feit.
8.5.
Beoordeling
Vordering van de benadeelde partij [restaurant 3]
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en door de verdachte niet (voldoende gemotiveerd) is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 17 februari 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de vordering tot schadevergoeding uit van de beschrijving van de beelden door de politie op pagina 14 e.v. van het procesdossier. Gelet op de beschrijving van de beelden valt het slachtoffer hard op de grond ten gevolge van de schop van de verdachte. Uit de aangifte volgt het slachtoffer na het incident gelijk veel pijn voelde aan de schouder. Op basis daarvan kan de schade worden toegerekend aan de verdachte.
De materiële schade ten aanzien van de bril en de telefoon zullen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met het bewezen verklaarde feit. De bril en telefoon worden niet in de aangifte of ergens anders in het dossier genoemd.
Ten aanzien van de schadepost kleding is wel komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Nu de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en door de verdachte niet (voldoende gemotiveerd) is weersproken, zal dit deel van de vordering worden toegewezen.
Daarnaast is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Het slachtoffer heeft nog steeds veel last van wat er is gebeurd. Hij is nog steeds onder behandeling en heeft een piep in zijn oren. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 1.000,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen, met niet-ontvankelijkverklaring van hetgeen aan hoofdsom meer is gevorderd. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 12 juni 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering van de benadeelde partij Politie Rotterdam Rijnmond
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat de vervuiling door het spugen van de verdachte zodanig was dat daarvoor extra externe schoonmaakkosten noodzakelijk waren. De benadeelde partij zal daarom in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.6.
Conclusie
De verdachte moet, hoofdelijk samen met zijn mededader, de benadeelde partij [restaurant 3] een schadevergoeding betalen van € 160,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer 5] een schadevergoeding betalen van € 1.339,89, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.
De vordering van de benadeelde partij Politie Rotterdam Rijnmond wordt niet-ontvankelijk verklaard. Ten aanzien van vordering van deze benadeelde partij wordt in deze procedure over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 45, 47, 55, 77a, 77g, 77i, 77y, 77z, 77gg, 141, 285, 300, 302, 312, 317, 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder parketnummer 10/059758-24 onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6, onder parketnummer 10/104755-23 onder 1 en 2, en onder parketnummer 10/314498-24 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 314 (driehonderdveertien) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] inzake 10/104755-23 niet-ontvankelijk in de vordering;
verklaart de benadeelde partij Politie Rotterdam Rijnmond inzake 10/059758-24 niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij [slachtoffer 1], te betalen een bedrag van
€ 2.000,-(zegge:
tweeduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening (
10/104755-23);
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte hoofdelijk samen met zijn mededader(s)
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] te betalen
€ 2.000,-(hoofdsom, zegge
: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededader, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij [restaurant 3], te betalen een bedrag van
€ 160,- (zegge: honderdzestig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening (
10/059758-24);
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte hoofdelijk samen met zijn mededader
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [restaurant 3] te betalen
€ 160,-(hoofdsom, zegge:
honderdzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
benadeelde partij [slachtoffer 5], te betalen een bedrag van
€ 1.339,89 (zegge: duizenddriehonderdnegenendertig euro en negenentachtig eurocent), bestaande uit € 339,89 aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening (
10/059758-24);
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 5] te betalen
€ 1.339,89(hoofdsom, zegge:
duizenddriehonderdnegenendertig euro en negenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.J. Loorbach, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. J.S. van den Berge en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 mei 2025.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10-104755-23
1.
hij op of omstreeks 20 april 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
aan [slachtoffer 1]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
die [slachtoffer 1] (met kracht) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp,
in/tegen/op het (linker) bovenbeen en/of de buik heeft gestoken en/of gesneden
en/of geprikt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij,
op of omstreeks 20 april 2023 te Rotterdam
openlijk, te weten op of aan [adres 3] , in elk geval op of aan de openbare
weg, in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen één of meer perso(o)n(en), te weten
[slachtoffer 1] en/of meerdere althans één (tot op heden) onbekend gebleven
perso(o)n(en),
- het tonen en/of voorhouden en/of zwaaien van één of meer messen aan/naar één
of meer van voornoemde personen en/of
- te steken met één of meer messen naar/tegen/in/ in de richting van het (linker)
bovenbeen en/of de buik en/of het/de licha(a)m(en) van één of meer van
voornoemde perso(o)n(en)
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar/enig lichamelijk letsel, te weten
twee (steek)verwondingen in de rechter flank van de buik en/of een
(steek)verwoning in het linker bovenbeen voor die [slachtoffer 1] ten gevolge
heeft gehad.
Parketnummer 10-059758-24
1.
hij, op of omstreeks 15 februari 2024, te Rotterdam, althans in Nederland, op de
openbare weg, te weten [adres 2] en/of de Van Blommensteynweg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
etenswaar en/of dranken, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[restaurant 1] en/of [persoon D] , in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere
deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 2] op te dringen en/of
- een mes althans een scherp en/of puntig voorwerp (dreigend) aan die [slachtoffer 2] te
tonen en/of
- aan die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Money, money", althans
woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:hij, op of omstreeks 15 februari 2024, te Rotterdam, althans in Nederland, op de
openbare weg, te weten [adres 2] en/of de Van Blommensteynweg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van etenswaar en/of dranken, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [restaurant 1] en/of [persoon D]
en/of een derde toebehoorde(n)
door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 2] op te dringen en/of
- een mes althans een scherp en/of puntig voorwerp (dreigend) aan die [slachtoffer 2] te
tonen en/of
- aan die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Money, money", althans
woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
2.
hij, op of omstreeks 16 februari 2024, te Rotterdam, althans in Nederland, op de
openbare weg, te weten [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
etenswaar en/of dranken en/of een geldbedrag (15 euro), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [restaurant 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval
aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] op te dringen en/of
- een mes/zwaard althans een scherp en/of puntig voorwerp (dreigend) aan die [slachtoffer 3]
[slachtoffer 3] te tonen en/of
- meermalen althans eenmaal met dit mes/zwaard althans dat voorwerp een
stekende en/of zwaaiende beweging te maken in de richting van die [slachtoffer 3] en/of
- (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen "give me the food,
give me the money", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking
en/of
- die [slachtoffer 3] aan de arm en/of het lichaam vast te pakken en te houden en/of
- (vervolgens) (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen -
zakelijke weergeven - dat die [slachtoffer 3] het wisselgeld moest geven en/of "go, go,
go" en/of (meermalen) "kom dan", althans woorden van gelijke (dreigende) aard
en/of strekking;
3.
hij, op of omstreeks 16 februari 2024, te Rotterdam, althans in Nederland, op de
openbare weg, te weten [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van etenswaar en/of dranken en/of een
geldbedrag (15 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [restaurant 1]
[restaurant 1] en/of [persoon D] en/of een derde toebehoorde(n)
door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] op te dringen en/of
- een mes/zwaard althans een scherp en/of puntig voorwerp (dreigend) aan die [slachtoffer 3]
[slachtoffer 3] te tonen en/of
- meermalen althans eenmaal met dit mes/zwaard althans dat voorwerp een
stekende beweging te maken in de richting van die [slachtoffer 3] en/of
- (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen "give me the food,
give me the money", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking
en/of
- die [slachtoffer 3] aan de arm en/of het lichaam vast te pakken en/of te houden en/of
- (vervolgens) (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 3] de woorden toe te voegen -
zakelijke weergeven - dat die [slachtoffer 3] het wisselgeld moest geven en/of "go, go,
go" en/of (meermalen) "kom dan", althans woorden van gelijke (dreigende) aard
en/of strekking;
4.
hij, op of omstreeks 17 februari 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, op de
openbare weg, te weten [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
etenswaar en/of dranken en/of een sleutel (van een scooter met [kenteken] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [restaurant 3] en/of [slachtoffer 4]
[slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- zich (in overtal) (dreigend) aan die [slachtoffer 4] op te dringen en/of
- aan die [slachtoffer 4] (dreigend) tonen van een vuurwapen althans een op een vuurwapen
gelijkend voorwerp en/of
- (dreigend) aan die [slachtoffer 4] de woorden toe te voegen "Heb je geld? Geef alles wat je
hebt", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- (daarbij) dit vuurwapen althans dit voorwerp door te laden en/of
- (dreigend) aan die [slachtoffer 4] tonen van een mes althans een scherp en/of puntig
voorwerp en/of
- met dit mes, althans dit voorwerp, stekende en/of zwaaiend bewegingen te maken
in de richting van die [slachtoffer 4] en/of
- (daarbij) (dreigend) aan die [slachtoffer 4] de woorden toe te voegen "ga weg", althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
5.
hij, op of omstreeks 12 juni 2024, te Rotterdam, althans in Nederland,
[slachtoffer 5] , heeft mishandeld door (tegen) de be(e)n(en) van die [slachtoffer 5]
[slachtoffer 5] (onderuit) te trappen en/of die [slachtoffer 5] te laten struikelen/vallen en
(waardoor) die [slachtoffer 5] ten val kwam;
6.
hij, op of omstreeks 24 juni 2024, te Rotterdam en/of Leidschendam (rijdend op de
A13) en/of in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk dienstvoertuig, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan Politie Rotterdam Rijnmond, in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.

Parketnummer 10-314498-24

1.
hij, op of omstreeks 25 september 2024 te Leidschendam, gemeente
Leidschendam-Voorburg,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere deur(en) in elk geval enig(e)
goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] en/of
Schakenbosch, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2.
hij, op of omstreeks 25 september 2024 te Leidschendam, gemeente
Leidschendam-Voorburg,
[slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] heeft bedreigd,
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door in de richting van die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] te spuiten met een
deofles en daarbij open vuur, althans een aansteker te houden (waardoor vlammen
onstonden).