Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde: veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde: schuldigverklaring zonder oplegging van een straf of maatregel (artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht).
4.Waardering van het bewijs
hij, op 5 mei 2022 te Schiedam, als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat
een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat
motorrijtuig aanmerkelijk, onvoorzichtig en
onoplettend te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande wegen, de
’s- Gravelandseweg en de Broersvest
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen, daar
- heeft gereden met een snelheid die hoger lag dan de ter plaatse toegestane
50 km/u, en zijn snelheid niet of
onvoldoende heeft aangepast aan de wegsituatie en niet zijn voertuig tot
stilstand heeft kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien
en
- bij het naderen van het naar rechts afbuigende weggedeelte van de Broersvest,
onvoldoende rechts heeft gehouden en- vervolgens op de op de Broersvest gelegen verhoogde middengeleider
is en(op)gebotst en- (ten gevolge waarvan) dat motorrijtuig is gaan schuiven en is
(op)gebotst en tot stilstand is gekomen tegen de op de
Broersvest gelegen palen van de bovenleiding en een verkeerslicht,
als gevolg waarvan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (te weten een botbreuk in
de linker ellepijp), werd toegebracht,
zulks terwijl hij, verdachte, dat motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van
alcohol;
hij, op 5 mei 2022 te Schiedam als bestuurder van een motorrijtuig,
personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als
bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994,
295 microgram, alcohol per liter uitgeademde
lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was
vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem
voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de
leeftijd van 18 jaar had bereikt, ;
hij, op 5 mei 2022 te Schiedam, als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), daarmee rijdende op de voor het verkeer openstaande wegen, de
s- Gravelandseweg en de Broersvest, zich zodanig
heeft gedragen dat gevaar op die wegen werd veroorzaakt, en het verkeer op die wegen kon
worden gehinderd,
welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte toen, daar,
- heeft gereden met een snelheid die hoger lag dan de ter plaatse toegestane
50 km/u, en zijn snelheid niet of
onvoldoende heeft aangepast aan de wegsituatie en niet zijn voertuig tot
stilstand heeft kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien
en
- bij het naderen van het naar rechts afbuigende weggedeelte van de Broersvest,
onvoldoende rechts heeft gehouden en
- vervolgens op de op de Broersvest gelegen verhoogde middengeleider
is en(op)gebotst en
(op)gebotst en tot stilstand is gekomen tegen de op de
Broersvest gelegen palen van de bovenleiding en een verkeerslicht.
5.Strafbaarheid feiten
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel a, van deze wet;
overtreding van artikel 8, derde lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (295 microgram);
3.overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 (honderdtwintig) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
12 (twaalf) maanden;
€ 133,33 (zegge: honderddrieëndertig euro en drieëndertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 1] te betalen
€ 133,33(hoofdsom,
zegge: honderddrieëndertig euro en drieëndertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 133,33 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
hij, op of omstreeks 5 mei 2022 te Schiedam, als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat
een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat
motorrijtuig roekeloos, in elk geval, zeer althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of
onoplettend en/of onachtzaam en/of met verwaarlozing van de te dezen geboden
zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande wegen, de
’s-Gravelandseweg en/of de Broersvest
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen, daar
- heeft gereden met een snelheid die (veel) hoger lag dan de ter plaatse toegestane
50 km/u, namelijk met een snelheid van (minstens) 103 km/u, althans met een voor
de situatie ter plaatse (veel) te hoge snelheid en/of zijn snelheid niet of
onvoldoende heeft aangepast aan de wegsituatie en/of niet zijn voertuig tot
stilstand heeft kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien
en/of
- bij het naderen van het naar rechts afbuigende weggedeelte van de Broersvest,
rechtdoor is blijven rijden, althans niet naar rechts heeft gestuurd en/of
onvoldoende rechts heeft gehouden en/of
- (vervolgens) op/tegen de in/op de Broersvest gelegen verhoogde middengeleider
is (aan)gereden en/of (op)gebotst en/of
- (ten gevolge waarvan) dat motorrijtuig is gaan slippen/schuiven en/of is
(aan)gereden en/of (op) gebotst en/of tot stilstand is gekomen tegen de in/op de
Broersvest gelegen pa(a)l(en) van de bovenleiding en/of een verkeerslicht,
als gevolg waarvan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (te weten een botbreuk in
de linker ellepijp), of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is
ontstaan,
zulks terwijl hij, verdachte, dat motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van
alcohol;
hij, op of omstreeks 5 mei 2022 te Schiedam als bestuurder van een motorrijtuig,
personenauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als
bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994,
295 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde
lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was
vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem
voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de
leeftijd van 18 jaar had bereikt, dan wel zijnde een datum waarop hij de leeftijd van
18 jaar nog niet had bereikt en waarop hem voor het eerst een rijbewijs van de
categorie B is afgegeven;
hij, op of omstreeks 5 mei 2022 te Schiedam, als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), daarmee rijdende op de voor het verkeer openstaande wegen, de
s-Gravelandseweg en/of de Broersvest, althans op één van deze wegen, zich zodanig
heeft gedragen dat gevaar op die weg/wegen werd veroorzaakt, althans kon worden
veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg/wegen werd gehinderd, althans kon
worden gehinderd,
welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte toen, daar,
- heeft gereden met een snelheid die (veel) hoger lag dan de ter plaatse toegestane
50 km/u, namelijk met een snelheid van (minstens) 103 km/u, althans met een voor
de situatie ter plaatse (veel) te hoge snelheid en/of zijn snelheid niet of
onvoldoende heeft aangepast aan de wegsituatie en/of niet zijn voertuig tot
stilstand heeft kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien
en/of
- bij het naderen van het naar rechts afbuigende weggedeelte van de Broersvest,
rechtdoor is blijven rijden, althans niet naar rechts heeft gestuurd en/of
onvoldoende rechts heeft gehouden en/of
- (vervolgens) op/tegen de in/op de Broersvest gelegen verhoogde middengeleider
is (aan)gereden en/of (op)gebotst en/of
- (ten gevolge waarvan) dat motorrijtuig is gaan slippen/schuiven en/of is
(aan)gereden en/of (op) gebotst en/of tot stilstand is gekomen tegen de in/op de
Broersvest gelegen pa(a)l(en) van de bovenleiding en/of een verkeerslicht.