Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.CZ Zorgverzekeringen N.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 februari 2025, met bijlagen;
- het mondelinge antwoord;
- de repliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen CZ Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde, die zelf procedeert. De gedaagde heeft een zorgverzekeringsovereenkomst met CZ afgesloten, maar heeft de premies voor de maanden februari, maart en april 2024 niet betaald. CZ vordert betaling van de achterstallige premies, die in totaal € 437,55 bedragen, evenals incassokosten en rente. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de premies niet heeft betwist en heeft de vordering van CZ toegewezen. De gedaagde is veroordeeld om het bedrag van € 437,55 aan CZ te betalen, evenals incassokosten van € 40,00 en rente van € 16,92 tot 7 februari 2025. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 486,14. De kantonrechter heeft een betalingsregeling goedgekeurd, waarbij de gedaagde het verschuldigde bedrag in termijnen van € 200,00 per maand mag betalen, met de eerste termijn die uiterlijk op 1 april 2025 moet worden voldaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat CZ het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep gaat.