Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de beschikking van 30 april 2025 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het bericht van [bijzondere curator] van 1 mei 2025;
- de brief van [bijzondere curator] van 8 mei 2025.
- de moeder met haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI, [persoon A] .
[tolk] , tolk in de Poolse taal. De tolk heeft, alvorens haar taak aan te vangen, op de bij de wet voorgeschreven wijze, de eed afgelegd dat zij haar taak naar haar geweten zal vervullen.
2.De feiten
3.Het (aangehouden) verzoek
4.De standpunten
5.5. De beoordeling5.1. De kinderrechter heeft de betrokkenen gehoord ter zitting over het reeds toegewezen deel van de spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] . Op basis van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, ziet de kinderrechter geen aanleiding om anders te beslissen.
uiterlijk twee weken vóór de hierna vermelde zittingsdatumeen briefrapportage (met een afschrift daarvan aan de moeder, haar advocaat en de bijzondere curator) te overleggen over de op dat moment aanwezige stand van zaken en aan te geven of het verzoek voor het overig verzochte wordt gehandhaafd.
6.De beslissing
6.3. verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
en alvorens verder te beslissen
de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, in het gerechtsgebouw aan Wilhelminaplein 100/125 te Rotterdam,op 1 juli 2025 te 13:30 uur,teneinde nader op het verzoek te worden gehoord;
6.5. de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
6.6. bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de moeder, mr. A.J.M. Vélu en de [bijzondere curator] .
uiterlijk twee weken vóór de genoemde zittingsdatumkinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de moeder, haar advocaat en de bijzondere curator.
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.