Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 september 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de mail van Woonstad, met bijlage;
- de zittingsaantekeningen van [gedaagde] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonstad Rotterdam en de bewindvoerder van mevrouw [persoon A]. Woonstad heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning geëist, omdat [persoon A] zich niet als goed huurder heeft gedragen. Er was sprake van ernstige vervuiling, overlast en een gevaarlijke situatie in de woning. [persoon A] verblijft sinds augustus 2024 in een psychiatrische instelling en heeft de woning niet meer betreden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de tekortkomingen in het huurgedrag van [persoon A] ernstig genoeg zijn om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De rechter heeft geoordeeld dat, ondanks de huidige afwezigheid van tekortkomingen, de kans groot is dat er bij terugkeer van [persoon A] in de woning opnieuw problemen zullen ontstaan. De kantonrechter heeft de vorderingen van Woonstad toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en [gedaagde] veroordeeld om de woning binnen veertien dagen te ontruimen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 780,17. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.