ECLI:NL:RBROT:2025:6729

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 april 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
11535924 \ VZ VERZ 25-32
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van de executeur op verzoek van de executeur in een erfrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van een executeur. De verzoeker, die zelf procedeert, heeft verzocht om ontslag als executeur van de nalatenschap van de overledene, mevrouw [overledene], die op [overlijdensdatum] is overleden. De overledene had in haar testament van 5 augustus 2022 de verzoeker benoemd tot executeur en de belanghebbenden tot erfgenamen. De verzoeker heeft aangevoerd dat hij zich niet prettig voelt bij een van de erfgenamen, die hij als intimiderend ervaart, en dat deze erfgenaam geen vertrouwen in hem heeft.

De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 10 februari 2025 is ontvangen, gevolgd door een aanvullend verzoekschrift op 14 februari 2025. De griffier heeft belanghebbenden gevraagd of zij verweer willen voeren, maar alleen [belanghebbende 2] heeft aangegeven geen verweer te willen voeren. De andere belanghebbenden hebben geen verweer ingediend, waardoor de kantonrechter heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, die bepalen dat een eigen verzoek tot ontslag van een executeur altijd moet worden ingewilligd. Aangezien er geen bezwaren zijn geuit door de erfgenamen tegen het verzoek tot ontslag, heeft de kantonrechter besloten het verzoek toe te wijzen. De beschikking houdt in dat de verzoeker met ingang van de datum van de beschikking als executeur van de nalatenschap van de overledene wordt ontslagen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11535924 \ VZ VERZ 25-32
datum uitspraak: 24 april 2025
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker],
woonplaats: [woonplaats 1] ,
verzoeker,
die zelf procedeert.
Met de volgende belanghebbende(n):
- [belanghebbende 1] ,
woonplaats: [woonplaats 2] ,
- [belanghebbende 2] ,
woonplaats: [woonplaats 3] ,
- [belanghebbende 3] ,
woonplaats: [woonplaats 4] .

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift, ontvangen op 10 februari 2025, met bijlage;
  • het aanvullend verzoekschrift, ontvangen op 14 februari 2025, met bijlage;
  • de brief van [belanghebbende 2] , ingekomen op 20 februari 2025.
1.2.
De griffier heeft bij brieven van 18 februari 2025 aan belanghebbenden gevraagd of zij verweer willen voeren tegen het verzoekschrift. [belanghebbende 2] heeft de griffier laten weten geen verweer te willen voeren. Omdat [belanghebbende 1] en [belanghebbende 3] niet hebben laten weten verweer te willen voeren en de kantonrechter geen vragen heeft aan verzoeker, heeft de kantonrechter besloten om zonder zitting uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.
Op [overlijdensdatum] is in Dordrecht overleden mevrouw [overledene] , geboren op [geboortedatum] 1946 in [geboorteplaats] (hierna: de overledene). De laatste woonplaats van de overledene was Papendrecht. De overledene heeft in haar testament van 5 augustus 2022 belanghebbenden tot haar erfgenamen benoemd. De overledene heeft daarnaast verzoeker benoemd tot executeur. Verzoeker stelt dat hij deze benoeming stilzwijgend heeft aanvaard.
2.2.
Verzoeker vraagt om te worden ontslagen als executeur. Hij legt hieraan ten grondslag dat één van de erfgenamen in zijn beleving intimiderend op hem overkomt en hij zich daar allesbehalve prettig en veilig bij voelt. Ook stelt verzoeker dat deze erfgenaam geen vertrouwen in hem heeft.
2.3.
Op grond van de artikelen 4:149 lid 1 onder f en lid 2 BW eindigt de taak van een executeur door het ontslag dat de kantonrechter hem met ingang van een bepaalde dag verleent. Uit de parlementaire geschiedenis van de wet volgt dat een eigen verzoek tot ontslag altijd moet worden ingewilligd, omdat niemand gebaat is bij een executeur die zijn taken niet meer wil uitoefenen. Bovendien hebben de erfgenamen geen bezwaren geuit tegen het verzoek tot ontslag. Het verzoek tot ontslag zal daarom worden toegewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
ontslaat [verzoeker] met ingang van de datum van deze beschikking als executeur van de nalatenschap van [overledene] .
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken.
31688