ECLI:NL:RBROT:2025:6627

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
3 juni 2025
Zaaknummer
11539081 VV EXPL 25-84
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Conflict over defects in residential and commercial property with mutual financial claims

In deze zaak, die zich afspeelt in Rotterdam, zijn eiseres en gedaagden verwikkeld in een conflict over gebreken aan een woning en een bedrijfsruimte, waarbij beide partijen wederzijdse financiële claims hebben. Eiseres vordert herstelwerkzaamheden, schadevergoeding en dwangsommen, terwijl gedaagden betaling van achterstallige huurpenningen, ontruiming en andere schulden eisen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de zaak zich niet leent voor behandeling in kort geding en heeft daarom alle vorderingen afgewezen. Beide partijen zijn veroordeeld tot het betalen van hun eigen proceskosten.

De procedure begon met een dagvaarding op 18 maart 2025, gevolgd door zittingen op 26 maart en 28 mei 2025. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. D.Y. Li, en gedaagde 1, vertegenwoordigd door mr. R.E.P. de Koning, verschenen beiden ter zitting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat zowel de conventionele als de reconventionele vordering niet in kort geding konden worden beslist, wat leidde tot de afwijzing van beide vorderingen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11539081 VV EXPL 25-84
datum uitspraak: 11 juni 2025
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. D.Y. Li,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

woonplaats: Doorn,
2. [gedaagde 2],
woonplaats: Woudenberg,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
gemachtigde: mr. R.E.P. de Koning.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘ [gedaagden] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 18 maart 2025, met bijlagen;
  • de eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de door partijen overgelegde (nadere) producties;
  • de spreekaantekeningen van partijen.
1.2
Op 26 maart 2025 alsmede op 28 mei 2025 is de zaak ter zitting besproken. [eiseres] is, vergezeld van haar gemachtigde alsmede door [naam] , in persoon verschenen. Tevens is [gedaagde 1], vergezeld door de gemachtigde, in persoon ter zitting verschenen.

2.Waar gaat de zaak over?

in conventie en in reconventie
2.1.
Bij vonnis in kort geding van 27 november 2024 (dat hersteld is bij vonnis van 13 december 2024) heeft de kantonrechter onder meer [gedaagden] geboden om binnen een termijn van twee weken na betekening van het vonnis aan [eiseres] vervangende woonruimte ter beschikking te stellen totdat zij in het gehuurde een woning kan betrekken. Daarnaast heeft de kantonrechter [gedaagden] hoofdelijk veroordeeld om aan [eiseres] een bedrag aan schadevergoeding te betalen van € 19.000,-, met rente.
2.2.
In conventie vordert [eiseres] thans samengevat dat:
a. [gedaagden] worden geboden om binnen vier dagen na betekening van het vonnis de bovenwoning te voorzien van een deugdelijk werkende verwarming alsmede van water, op straffe - bij niet voldoening - van een dwangsom van € 2.000,- per dag of een gedeelte daarvan, althans een ander door de kantonrechter vast te stellen bedrag;
b. [gedaagden] worden geboden om binnen vonnis dagen na betekening van het vonnis de cv-ketel en de achterpui op deugdelijke wijze te herstellen, op straffe - bij niet voldoening - van een dwangsom van € 2.000,- per dag of een gedeelte daarvan, althans een ander door de kantonrechter vast te stellen bedrag;
c. [gedaagden] worden geboden om de elektriciteitsvoorzieningen op de eerste en tweede verdieping, met uitzondering van de bovenwoning, deugdelijk los te koppelen van de elektriciteitsinstallatie van de bedrijfswoning, op straffe - bij niet voldoening - van een
dwangsom van € 2.000,- per dag of een gedeelte daarvan, althans een ander door de kantonrechter vast te stellen bedrag;
d. [gedaagden] hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling aan [eiseres] van een (aanvullend) voorschot op de [eiseres] toekomende schadevergoeding, ter grootte van € 6.642,76, met rente;
e. [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van [eiseres] , met rente.
2.3.
[eiseres] heeft haar vordering in de dagvaarding alsmede tijdens de zittingen van 26 maart 2025 en van 28 mei 2025 (hierna: de zittingen) toegelicht.
2.4.
[gedaagden] hebben in hun conclusie van antwoord alsmede tijdens de zittingen de conventionele vordering gemotiveerd betwist.
2.5.
In reconventie vorderen [gedaagden] samengevat dat [eiseres] wordt veroordeeld:
a. tot betaling aan [gedaagden] van de achterstallige huurpenningen van € 43.500,-, de huurpenningen tot aan het moment van ontruiming van het gehuurde, de verschuldigde boete vanaf 1 maart 2023 van € 300,- per maand of een gedeelte daarvan, met wettelijke rente;
b. tot ontruiming van de bedrijfsruimte aan [adres 1] en de woning aan [adres 2] ;
c. tot betaling aan [gedaagden] van een factuur van Warmtedienst van € 151,25;
d. tot betaling aan [gedaagden] van een geleend geldbedrag van € 5.000,-;
e. in de proceskosten aan de zijde van [gedaagden] , met rente.
2.6.
[gedaagden] hebben hun vordering in de conclusie van eis in reconventie alsmede tijdens de zittingen toegelicht.
2.7.
[eiseres] heeft de tijdens de zittingen de reconventionele vordering gemotiveerd betwist.

3.De beoordeling

in conventie en in reconventie
3.1.
Gelet op de stukken en op wat partijen tijdens de zittingen naar voren hebben gebracht, is de kantonrechter van oordeel dat zowel de conventionele als de reconventionele vordering niet kunnen worden beoordeeld zonder nader onderzoek en/of zonder mogelijk ook nadere bewijsvoering. Dit oordeel leidt ertoe dat de beide vorderingen niet in kort geding kunnen worden beslist. De kantonrechter zal dan ook de conventionele vordering alsmede de reconventionele vordering afwijzen.
3.2.
In het licht van wat hiervoor is overwogen, zal de kantonrechter de proceskosten in conventie en in reconventie compenseren. Dit betekent dat in beide procedures partijen ieder hun eigen kosten dragen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie en in reconventie
4.1.
wijst zowel de conventionele vordering van [eiseres] als de reconventionele vordering van [gedaagden] af;
4.2.
compenseert de proceskosten zowel in conventie als in reconventie in die zin dat in beide procedures partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Gerritse en in het openbaar uitgesproken.
53954