Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
- verzoeker; en
- de rechter.
Rechtbank Rotterdam
Op 20 mei 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een mondeling vonnis uitgesproken over een verzoek tot wraking van rechter A.C. Siemons door verzoeker, woonachtig in Bleiswijk. Het verzoek tot wraking was ingediend op 28 april 2025 en had betrekking op een civiele zaak waarin de minderjarige zoon van verzoeker het co-ouderschap met zijn ex-partner wilde beëindigen. De wrakingskamer moest beoordelen of de afwijzing van een uitstelverzoek voor de mondelinge behandeling op 1 mei 2025 de schijn van partijdigheid van de rechter wekte.
Na beraad kwam de wrakingskamer tot de conclusie dat de afwijzing van het uitstelverzoek en de planning van de mondelinge behandeling geen grond voor wraking vormden. De beslissingen van de rechter werden als processueel beschouwd en waren niet onbegrijpelijk. Hoewel de wrakingskamer de bezorgdheid van verzoeker over de planning van de behandeling erkende, leidde dit niet tot toewijzing van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking dan ook afgewezen, en dit proces-verbaal is opgemaakt ter documentatie van de uitspraak.