Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 november 2024, met producties 1 tot en met 21;
- de incidentele vordering ex art. 843a Rv, tevens houdende conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 tot en met 31;
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De vordering in de hoofdzaak
- de Octagon Overeenkomst, door binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis aan Niemann te voldoen een geldbedrag van € 52.044,64, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 30 oktober 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening,
- de Aluminium Platen Overeenkomst, door binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis aan Niemann te voldoen een geldbedrag van € 1.908,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf l5 december 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening,
- de MTC Overeenkomst, door binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis aan Niemann te voldoen een geldbedrag van € 30.954,34, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 17 december 2023,
- de MTC Overeenkomst, door binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis aan Niemann te voldoen een geldbedrag van € 14,65. te vermeerderen met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 17 december 2023 en
- de MTC Overeenkomst, door binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis aan Niemann te voldoen een geldbedrag van € 14.740,34, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 8 januari 2024,
3.Het geschil in het incident
- het gevorderde toewijst op straffe van een onmiddellijk opeisbare, door Niemann verschuldigde, dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Niemann niet (volledig) voldoet aan één of meer tegen haar uitgesproken veroordelingen;
- Niemann veroordeelt in de proceskosten, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van het vonnis, en – voor het geval dat voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf bedoelde termijn voor de voldoening;
- Niemann veroordeelt tot betaling van de nakosten ad € 178,00 zonder betekening, dan wel € 270,00 in het geval van betekening, te voldoen binnen 14 dagen nadat het vonnis is gewezen en – voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
4.De beoordeling in het incident
- de wederpartij van degene die bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, een rechtmatig belang heeft bij overlegging daarvan,
- de vordering betrekking heeft op “bepaalde” bescheiden, en
- de bescheiden een rechtsbetrekking betreffen waarbij degene die afschrift of inzage vordert partij is.
- degene die uit hoofde van zijn ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht is, niet gehouden is aan de vordering te voldoen indien de bescheiden uitsluitend uit dien hoofde te zijner beschikking staan of onder zijn berusting zijn (lid 3),
- degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, niet gehouden is aan de vordering te voldoen indien daarvoor gewichtige redenen zijn (lid 4),
- degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, niet gehouden is aan de vordering te voldoen indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd (lid 4).
- i) het polisblad van de verzekering die Niemann heeft afgesloten,
- ii) de melding onder de verzekeringen, en
- iii) eventuele daaropvolgende correspondentie.
5.De beslissing
juni-oktober 2025voor de nog te bepalen mondelinge behandeling;