ECLI:NL:RBROT:2025:6496

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
30 mei 2025
Zaaknummer
10-150573-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot oplichting en voorhanden hebben van gegevens en hulpmiddelen voor oplichting

Op 21 mei 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot oplichting, specifiek de zogenaamde vriend-in-nood-fraude. De verdachte heeft in de periode van 23 juni 2023 tot en met 30 juni 2023 meer dan 4000 mensen benaderd met een sms-bericht waarin hij zich voordeed als hun zoon of dochter in nood, met het verzoek om geld over te maken. Daarnaast heeft hij een technisch hulpmiddel, een phishingpanel, voorhanden gehad dat bedoeld was voor het plegen van misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 63 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij de veroordeling zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met een specifieke persoon. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van de gepleegde feiten op de slachtoffers meegewogen. De verdachte heeft geen verweer gevoerd tegen de tenlastelegging en heeft de feiten bekend.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-150573-24
Datum uitspraak: 21 mei 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboortpelaats] ([geboorteland]) op [geboortedatum 1] 2003,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres],
raadsman mr. R.I. Takens, advocaat te Amsterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7 mei 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 7 mei 2025 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.A.A. Smetsers heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 157 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met [naam 1], alsmede veroordeling van de verdachte tot een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 80 uren.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend en hierop is geen verweer gevoerd door de verdediging. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 23 juni 2023 tot en met 30 juni 2023 te
Rotterdam, althans in Nederland en/of in Duitsland,
meermalen ,
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te
bevoordelen
door het aannemen van een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
(ongeveer) 4.060 onbekend gebleven (Duitse) personen
(p. 52)
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed , te weten een of meerdere geldbedragen
door in strijd met de waarheid/valselijk (in de Duitse taal)
- een sms te sturen naar voorgenoemde gebruikers die afkomstig leek
van een dochter of zoon in nood, en;
- voornoemde gebruikers te laten geloven dat deze dochter of zoon in
nood verkeerde en geld nodig had, en;
- voornoemde personen te verzoeken om geld over te maken naar de
bankrekening van de dochter of zoon in nood
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij
inde periode van 31 oktober 2023 tot en met 7 mei 2024
te Rotterdam, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk
ontworpen is tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab
eerste lid, 138b of 139c Wetboek van strafrecht,
heeft , ontvangen,
envoorhanden heeft gehad,
met het oogmerk dat daarmee een van die misdrijven werd gepleegd,
door een phishingpanel (“secure-piemel”) voorhanden te hebben met
de bedoeling om (een) inlogcode ('s) en/of inloggegevens en/of
klantgegevens af te vangen die toegang geven tot het/de
geautomatiseerde (betaal)syste(e)m(en) van een of meerdere bank(en);
3
hij op of omstreeks 25 juli 2022 tot en met 7 mei 2024 te Rotterdam,
althans ergens in Nederland,
gegevens, te weten
- een of meerdere belscripts voor bankhelpdeskfraude en teksten voor
vriend-in-nood-fraude
(p. 3, p. 6 en p. 11, p. 8, p. 114, p. 130, p. 131).
- een of meerdere leadslijsten met (persoons)gegevens en
telefoonnummers
(p. 4 en p.8 (‘SID3.xlsx’),
p. 78/79 en p. 152/153 (lijsten met nummers uit Duitsland, Spanje,
Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Frankrijk en lijsten uit ‘Super Filter
Beta’),
p. 80 (‘MAPS.xlx’ en ‘Map1 (2).xlsx’)
- programma’s voor het aanmaken van leadslijsten
(p. 75 (‘Crownsoft WhatsApp’ en ‘Various Filters’), p. 79 (‘Super Filter’))
- een programma waarmee toegang tot en controle over een
geautomatiseerd werk kan worden verkregen
(p.75 (‘AnyDesk’))
heeft ontvangen, zich heeft verschaft, heeft verspreid en voorhanden heeft gehad,
waarvan hij, verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van
diefstal en/of oplichting, in elk geval een der misdrijven
omschreven in de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326 van het
Wetboek van Strafrecht terwijl dit feit betrekking had op de verkrijging
van een niet-contant betaalinstrument.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze cursief in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.poging tot oplichting;

2.
met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, ontvangen en voorhanden hebben;
3.
gegevens ontvangen, zich verschaffen, verspreiden en voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een in artikel 310, 311, 312, 317, 321 en 326, voor zover het feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon, de persoonlijke omstandigheden en de draagkracht van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft door middel van zogenaamde ‘vriend-in-nood-fraude’ gepoogd een veelvoud aan mensen op te lichten. Hij heeft aan meer dan 4000 mensen een sms-bericht verzonden waarin hij zich voordeed als zoon of dochter van de slachtoffers en daarbij meldde dat sprake was van geldnood.. De verdachte heeft daarnaast onder andere leadslijsten met in totaal meer dan 33 miljoen telefoonnummers, belscripts en een phishingpanel op zijn computer er telefoons beschikbaar gehad. Deze gegevens zijn bestemd voor en onmisbaar bij het plegen van deze ‘vriend-in-nood-fraude’.
De verdachte is uitsluitend uit geweest op financieel gewin en heeft daarbij op geen enkel moment stil gestaan bij de gevolgen die zijn handelen voor de slachtoffers teweeg kunnen brengen. Hoewel de oplichting niet voltooid is en de slachtoffers – gelukkig – niet onrechtmatig geld is afgenomen, heeft deze vorm van oplichting ook grote negatieve gevolgen voor het vertrouwen van mensen in digitaal (betalings)verkeer en het gevoel van veiligheid en vertrouwen in de medemens.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op het (meest recente) uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 november 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van de deskundige op de terechtzitting
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 24 juli 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden: 1) een meldplicht bij de reclassering, 2) een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en 3) een contactverbod met [naam 1].
Op de terechtzitting heeft de deskundige [naam 2] (reclasseringswerker toezicht) het advies toegelicht. Zij stelt dat het contact tussen haar (de reclassering) en de verdachte goed verloopt en dat de verdachte zijn afspraken steeds nakomt. Gelet op de positieve houding van de verdachte acht zij een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden niet langer noodzakelijk. Wel acht zij een meldplicht bij de reclassering noodzakelijk om de voortgang van zijn studie, de financiële situatie en de sociale netwerken van de verdachte te kunnen blijven monitoren. Daarnaast acht zij een contactverbod met de heer De [naam 1] passend, als stok achter de deur.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de
rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Verder heeft de rechtbank ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen. Positief waardeert de rechtbank hierbij dat de verdachte inmiddels bijna volledig zijn opleiding heeft afgerond en nu stage loopt en daarnaast nog werkt. Ook zijn constructieve houding naar de reclassering en zijn houding ter zitting dragen bij aan het beeld dat de verdachte op de goede weg is en voorgoed afscheid wil nemen van zijn eerdere delictgedrag. Om die reden zal, de rechtbank een gevangenisstraf opleggen van vier maanden, waarbij het onvoorwaardelijke deel van deze straf gelijk is aan het door de verdachte reeds ondergane voorarrest. De rechtbank acht oplegging van een taakstraf naast de opgelegde gevangenisstraf, zoals door de officier geëist, gelet op het voorgaande, niet passend en geboden.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank aan het voorwaardelijke strafdeel bijzondere voorwaarden verbinden. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met [naam 1] opleggen. De rechtbank ziet met de reclassering geen aanleiding een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd te verklaren:
  • Apple IPhone 14 (goednummer: 6763272);
  • Samsung Galaxy A13 (goednummer: 6763298);
  • Lenovo Ideapad 3 laptop (goednummer: 6763287);
De officier van justitie heeft gevorderd de volgende in beslag genomen voorwerpen te onttrekken aan het verkeer:
  • Samsung A12 (goednummer: 6763295);
  • Motorola Hawaii Plus 22 (goednummer: 6763299);
De officier van justitie heeft gevorderd het volgende in beslag genomen voorwerp terug te geven aan de verdachte:
- een geldbedrag van 405 euro (goednummer: 6763281).
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht het geldbedrag en de Apple IPhone 14 terug te geven aan de verdachte. Op de Apple IPhone staan afbeeldingen met emotionele waarde, waarvan de verdachte geen back-up heeft. Voor het overige refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen voorwerpen: Apple IPhone 14 (goednummer: 6763272), Samsung Galaxy A13 (goednummer: 6763298) en Lenovo Ideapad 3 laptop (goednummer: 6763287) zullen worden verbeurd verklaard. De voorwerpen behoren aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met behulp van deze voorwerpen begaan. De rechtbank overweegt daarbij dat hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht betreffende de emotionele waarde van de afbeeldingen op de IPhone 14, niet opweegt tegen het strafvorderlijke belang dat gediend is met de verbeurdverklaring van deze IPhone.
De in beslag genomen voorwerpen: Samsung A12 (goednummer: 6763295) en Motorola Hawaii Plus 22 (goednummer: 6763299) zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet of het algemeen belang. Op deze gegevensdragers zijn leadlijsten en berichten aangetroffen, bestemd voor het plegen van vriend-in-nood-fraude.
Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag van € 405,- (goednummer: 6763281) zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 45, 57, 63, 139d, 234 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 63 (drieënzestig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [naam 1], geboren op [geboortedatum 2] 2003 te [geboorteplaats], gedurende twee jaar na ingang van de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1, 2 en 3:
Apple IPhone 14 (goednummer: 6763272);
Samsung Galaxy A13 (goednummer: 6763298);
Lenovo Ideapad 3 laptop (goednummer: 6763287);
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
Samsung A12 (goednummer: 6763295);
Motorola Hawaii Plus 22 (goednummer: 6763299);
- gelast de teruggave aan veroordeelde van:
het geldbedrag van € 405,- (goednummer: 6763281);
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. K. Th. van Barneveld, voorzitter,
en mrs. F. Damsteegt en H.C. van Vuren, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. E.S. Brouwer en I. Bezemer, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 21 mei 2025.
De griffier mr. I. Bezemer is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks de periode van 23 juni 2023 tot en met 30 juni 2023 te
Rotterdam, althans in Nederland en/of in Duitsland,
meermalen althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
(ongeveer) 4.060 onbekend gebleven (Duitse) personen
(p. 52)
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking
stellen van gegevens, te weten een of meerdere geldbedragen
door (telkens) in strijd met de waarheid/valselijk (in de Duitse taal)
- een sms te sturen naar voorgenoemde gebruikers die afkomstig leek
van een dochter en/of zoon in nood, en/of (vervolgens);
- voornoemde gebruikers te laten geloven dat deze dochter en/of zoon in
nood verkeerde en geld nodig had, en/of (vervolgens);
- voornoemde personen te verzoeken om geld over te maken naar de
bankrekening van de dochter en/of zoon in nood
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks de periode van 31 oktober 2023 tot en met 7 mei 2024
te Rotterdam, althans in Nederland,
een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt en/of
ontworpen is tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab
eerste lid, 138b of 139c Wetboek van strafrecht,
heeft vervaardigd, ontvangen, zich verschaft, overgedragen, verkocht,
verworven, vervoerd, ingevoerd, uitgevoerd, verspreid of anderszins ter
beschikking heeft gesteld of voorhanden heeft gehad,
met het oogmerk dat daarmee een van die misdrijven werd gepleegd,
door een phishingpanel (“secure-piemel”) voorhanden te hebben met
de bedoeling om (een) inlogcode ('s) en/of inloggegevens en/of
klantgegevens af te vangen die toegang geven tot het/de
geautomatiseerde (betaal)syste(e)m(en) van een of meerdere bank(en);
3
hij op of omstreeks 25 juli 2022 tot en met 7 mei 2024 te Rotterdam,
althans ergens in Nederland,
gegevens, te weten
- een of meerdere belscripts voor bankhelpdeskfraude en/of teksten voor
vriend-in-nood-fraude
(p. 3, p. 6 en p. 11, p. 8, p. 114, p. 130, p. 131).
- een of meerdere leadslijsten met (persoons)gegevens en/of
telefoonnummers
(p. 4 en p.8 (‘SID3.xlsx’),
p. 78/79 en p. 152/153 (lijsten met nummers uit Duitsland, Spanje,
Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Frankrijk en lijsten uit ‘Super Filter
Beta’),
p. 80 (‘MAPS.xlx’ en ‘Map1 (2).xlsx’)
- programma’s voor het aanmaken van leadslijsten
(p. 75 (‘Crownsoft WhatsApp’ en ‘Various Filters’), p. 79 (‘Super Filter’))
- een programma waarmee toegang tot en controle over een
geautomatiseerd werk kan worden verkregen
(p.75 (‘AnyDesk’))
heeft vervaardigd, heeft ontvangen, zich heeft verschaft, heeft
verworven, heeft verspreid anderszins ter beschikking heeft gesteld
en/of voorhanden heeft gehad,
waarvan hij , verdachte, wist dat die bestemd waren tot het plegen van
diefstal en/of oplichting, in elk geval een der in de artikelen 226, eerste
lid, onderdelen 2° tot en met 5°, 231, eerste lid, 231a, eerste lid, 231b en
232, eerste lid, omschreven misdrijven dan wel een der misdrijven
omschreven in de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326 van het
Wetboek van Strafrecht terwijl dit feit betrekking had op de verkrijging
van een niet-contant betaalinstrument.