Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 oktober 2024, met bijlagen;
- het antwoord van 8 januari 2025, met één bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) en een gedaagde partij. NN vorderde schadevergoeding van de gedaagde, die onrechtmatig zou hebben gehandeld door tegenstrijdige verklaringen af te leggen over een ongeval dat plaatsvond op 7 september 2021. De gedaagde was eigenaar van een Golf, waarvoor haar vader een verzekering had afgesloten bij NN. Tijdens een telefoongesprek op 10 september 2021 meldde de gedaagde dat haar vriend de bestuurder was, maar later ontkende zij dit en gaf ze aan dat een derde de bestuurder was. NN stelde dat de gedaagde door haar inconsistentie en onduidelijkheid schade had veroorzaakt, wat leidde tot extra onderzoekskosten van in totaal € 2.997,07. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld, omdat zij niet naar waarheid en consistent had verklaard over de gebeurtenissen. De rechter veroordeelde de gedaagde om het bedrag van € 2.997,07 aan NN te betalen, evenals de proceskosten van € 1.219,99. De incassokosten van € 424,10 werden niet toegewezen, omdat NN niet voldoende had onderbouwd welke kosten precies waren gemaakt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat NN de veroordelingen direct kon afdwingen, zelfs als de zaak in hoger beroep werd gebracht.