Beoordeling door de voorzieningenrechter
3. Op dinsdag 13 mei 2025, omstreeks 00:03 uur, hoort een politiemedewerker een enorme knal komende vanuit industrieterrein Kickersbloem in Hellevoetsluis. Politiemedewerkers gaan op onderzoek uit en krijgen vijf minuten later de opdracht om naar de [adres] (de woning) te gaan alwaar een deur zou zijn opgeblazen. Politieambtenaren treffen daar verzoekster (de hoofdbewoonster) en [persoon C] (een kennis van verzoekster) aan en zien dat er een hoop schade aan de voordeur is en dat er resten van karton en papier in de gang van de woning liggen. Verzoekster heeft bij dit bezoek aangifte van vernieling gedaan en heeft verklaard dat er een explosief (mogelijk een cobra) door de brievenbus is gegooid. Verzoekster weet niet wie dit heeft gedaan. Uit politie-informatie blijkt dat verzoekster geen politieantecedenten heeft. Ten aanzien van [persoon C] zijn 24 antecedenten vermeld voor onder meer vermogensdelicten, geweldsdelicten en zedendelicten. Gelet hierop is er volgens de burgemeester vrees voor herhaling en heeft de burgemeester de woning met spoed gesloten.Verzoekster is het niet eens met de sluiting van haar woning. Zij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat zij haar woning weer in kan.
4. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter moet eerst bepalen of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
5. Verzoekster heeft verklaard sinds het bestreden besluit afwisselend te hebben verbleven bij vrienden tot en met 19 mei 2025. Sinds 20 mei 2025 heeft verzoekster, door tussenkomst van de burgemeester, onderdak gedurende een week op een camping gekregen. Het is daarna onzeker waar verzoekster terecht kan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verzoekster voldoende aannemelijk gemaakt dat er een spoedeisend belang is waardoor de bezwaarprocedure niet kan worden afgewacht.
Was de burgemeester bevoegd de woning te sluiten?
6. Op grond van artikel 174a, eerste lid,
onder b, van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
7. Op zitting is door de gemachtigde van verzoekster bevestigd dat niet wordt betwist dat de burgemeester bevoegd is om tot sluiting van de woning over te gaan. De voorzieningenrechter twijfelt daar zelf ook niet aan. Gelet op de explosie, de toegebrachte schade en het nog lopende onderzoek naar de toedracht was de burgemeester bevoegd de woning te sluiten.
Was er een noodzaak om de woning te sluiten?
8. Verzoekster voert aan dat de sluiting niet noodzakelijk is. Volgens verzoekster is het bekend dat in de wijk De Kooistee (waar de woning staat) sprake is van vuurwerkoverlast door jongeren en dat daarover verschillende meldingen zijn gemaakt bij de gemeente en de politie. Er is geen bedreiging van de openbare orde vanuit de woning. De explosie was verder niet gericht tot verzoekster. Er is daarmee geen verband tussen de explosie en verzoekster.
9. De voorzieningenrechter overweegt dat door de explosie in de woning, die op grote afstand hoorbaar was en waarbij de voordeur van de woning is beschadigd, de openbare orde in en in de onmiddellijke nabijheid van de woning ernstig is verstoord. Daarbij komt dat in de politiesystemen meerdere antecedenten zijn aangetroffen ten aanzien van [persoon C] , een vriend/kennis van verzoekster. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat verzoekster heeft aangegeven geen vijanden te hebben, maar dat er al wel eerder (valse) meldingen zijn gedaan ten aanzien van haar. Uit de politiesystemen blijkt dat [persoon C] op 13 juli 2023 in de tuin van de woning van verzoekster is aangehouden in verband met overtreding van de Wet Wapens en Munitie. Ter zitting heeft de burgemeester toegelicht dat in korte tijd in de gemeente 3 explosies hebben plaatsgevonden, terwijl zich ten tijde van die explosies een persoon in de getroffen woningen bevond met justitiële antecedenten. Het onderzoek naar de toedracht van de explosie in de woning van verzoekster loopt nog. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester zich op het standpunt kunnen stellen dat de vrees bestaat voor het (opnieuw) ontstaan van een verstoring van de openbare orde. Gelet hierop is de maatregel tot sluiting noodzakelijk.
Is de sluiting evenwichtig?
10. Als sluiting van een woning in beginsel noodzakelijk wordt geacht, neemt dat niet weg dat de sluiting ook evenwichtig moet zijn. Er moet evenwicht zijn tussen de bescherming van het algemeen belang, in dit geval het herstel van de openbare orde en het voorkomen van herhaling, en de te respecteren belangen van verzoekster. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
11. Verzoekster voert aan dat zij geen rol speelt in de openbare ordeproblematiek. Zij heeft geen antecedenten. Haar kan geen verwijt worden gemaakt. [persoon C] is een kennis en verblijft incidenteel bij verzoekster. Naar aanleiding van de explosie komt [persoon C] op verzoek van verzoekster niet meer langs op het adres van verzoekster. Volgens verzoekster zijn de antecedenten van [persoon C] niet meer actueel en heeft hij daarvoor zijn straf uitgezeten. Gelet op onder meer nieuwsberichten en verklaringen van omwonenden is in de wijk sprake van vuurwerkoverlast door jongeren, en is het waarschijnlijker dat de explosie een gevolg is van deze overlast.
12. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester in de gegeven omstandigheden het algemeen belang en het belang van herstel van de openbare orde zwaarder heeft mogen laten wegen dan de door verzoekster naar voren gebrachte belangen en tot spoedsluiting heeft mogen overgaan. Wat betreft de stelling van verzoekster dat de explosie in relatie zou staan tot jongeren die door haar zouden zijn aangesproken, zijn hierover volgens de burgemeester in de gemeentelijke systemen geen recente meldingen terug te vinden. De laatste melding dateert van september 2024. Uit het dossier blijkt dat verzoekster geen antecedenten heeft bij de politie. De burgemeester heeft echter terecht het standpunt ingenomen dat, gelet op de antecedenten van [persoon C] , een ernstige vrees voor herhaling bestaat. Met de burgemeester is de voorzieningenrechter voorts van mening dat andere maatregelen zoals het door verzoekster aangedragen geven van waarschuwing, het houden van extra toezicht of het geven van gebiedsverboden niet toereikend zijn.
13. Op de zitting heeft de gemachtigde van de burgemeester aangegeven dat het onderzoek naar de toedracht van de explosie nog loopt. In de bestuurlijke rapportage staat dat politiemedewerkers onderzoeken of er camerabeelden zijn van het incident en dat op 13 mei 2025 nogmaals een buurtonderzoek zal worden opgestart. Het is op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting echter niet duidelijk geworden wat de stand van zaken is met betrekking tot het politieonderzoek, welke onderzoekshandelingen nog moeten plaatsvinden en hoeveel tijd dat in beslag zal nemen. Gelet op het stringente karakter van artikel 174a van de Gemeentewet acht de voorzieningenrechter het op dit moment onvoldoende onderbouwd dat een sluiting voor de duur van vier weken in dit geval evenwichtig is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het bezwaar op dit punt een redelijke kans van slagen. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter aanleiding een voorlopige voorziening te treffen door de termijn van sluiting van de woning te verkorten naar twee weken, te weten tot de dag na de datum van deze uitspraak.