Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, te weten het overtreden van de artikelen 6 en 8 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW);
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uren met aftrek van voorarrest, alsmede een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaren met aftrek, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
4.Waardering van het bewijs
Feit 1
primair
5.Strafbaarheid feiten
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van deze wet, meermalen gepleegd
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (850 microgram).
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
taakstraf voor de duur van 160 (honderdzestig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
156 (honderdzesenvijftig) urente verrichten taakstraf resteert;
78 (achtenzeventig) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
3 (drie) jaren;
1 (één) jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;