ECLI:NL:RBROT:2025:622
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake schuldenovername op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de Minister van Financiën. Eiseres had een verzoek ingediend om haar schulden over te nemen op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen. Dit verzoek werd door de Minister van Financiën afgewezen op 13 juni 2023. Eiseres ging in bezwaar, maar dit bezwaar werd op 7 december 2023 ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit. Op 19 juni 2024 trok de Minister het besluit van 7 december 2023 in, maar verklaarde op 2 juli 2024 het bezwaar opnieuw ongegrond.
Tijdens de zitting op 14 januari 2025 heeft eiseres verklaard dat het haar inmiddels duidelijk is geworden dat alle schulden die in deze zaak aan de orde zijn, zijn overgenomen of niet meer bestaan. Hierdoor heeft eiseres erkend dat het belang aan het beroep is komen te ontvallen. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen belang meer is bij de beoordeling van de zaak.
De rechtbank heeft daarnaast vastgesteld dat de Minister van Financiën eiseres ten onrechte niet heeft gehoord voorafgaand aan het besluit van 7 december 2023. Daarom is de Minister veroordeeld tot vergoeding van het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- en tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.