7.2.Dat de bestuurlijke rapportages niet op ambtseed of ambtsbelofte zijn opgemaakt, maakt het bovenstaande niet anders. De rechtbank neemt, gelet op de reguliere werkwijze rond het opmaken van bestuurlijke rapportages door de politie aan de hand van onderliggende (op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte) processen-verbaal, als uitgangspunt dat de burgemeester in beginsel mag afgaan op de juistheid van de in de rapportage opgenomen bevindingen. Het is vervolgens aan eisers om tegenbewijs te leveren waaruit blijkt dat de inhoud van de rapportage niet juist is.Vanwege de ernst van de incidenten en het belang van het herstel van de openbare orde, hoefde de burgemeester in de (enkele) betwisting van eisers van de juistheid van de in de bestuurlijke rapportage opgenomen meldingen rondom [persoon A] geen aanleiding te zien om af te zien van de spoedsluiting. Daarbij hoefde de burgemeester in dit stadium (nog) geen hoor en wederhoor toe te passen over de door de politie aangeleverde informatie.
8. Voordat een noodbevel wordt afgegeven moet de burgemeester beoordelen of er minder verstrekkende middelen voorhanden zijn. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat een minder ingrijpende maatregel niet voldoende was om de openbare orde te handhaven. De burgemeester heeft voldoende gemotiveerd dat andere middelen zoals cameratoezicht in dit geval niet effectief genoeg zijn om ernstige wanordelijkheden te voorkomen. Er was sprake van zeer ernstige omstandigheden; ondanks de aanhouding van een persoon bij het eerste incident, had zich de dag erna opnieuw een incident voorgedaan en bij beide incidenten was er sprake van forse hoeveelheden flitspoeder en dus een ernstig risico. Gelet hierop heeft de burgemeester ook geen alternatief hoeven zien in de door eisers ingehuurde beveiligers. Het tweede incident had immers plaatsgevonden ondanks de inzet van beveiligers, de politie achtte een nieuw incident op korte termijn niet uitgesloten en de veiligheid van zowel bewoners, omwonenden en passanten als (zoals de burgemeester ook heeft opgemerkt) de beveiligers moest worden gewaarborgd. Daar komt bij dat eisers op dat moment nog geen concreet beveiligingsplan hadden dan wel hadden overgelegd en de burgemeester zo kort na de eerste twee incidenten redelijkerwijs nog onvoldoende gelegenheid had gehad de situatie ter plaatse in kaart te brengen en te beoordelen welke beveiligingsmaatregelen afdoende zouden kunnen zijn om de vrees voor verdere incidenten weg te nemen.
9. De rechtbank is verder van oordeel dat de burgemeester bij de afgifte van het eerste noodbevel voldoende rekening heeft gehouden met de proportionaliteit van de sluiting. De burgemeester is overgegaan tot afgifte van het noodbevel na meerdere incidenten bij het terrein. Bij een spoedsluiting hoeven de belangen van de betrokkenen niet (gelijk) in kaart te worden gebracht.De periode van de spoedsluiting kan gebruikt worden om nader onderzoek te doen en de belangen van partijen in kaart te brengen. Een noodbevel mag echter niet verder gaan dan strikt noodzakelijk. In dat kader vindt de rechtbank de termijn van twee weken van het noodbevel niet buiten proportioneel.
Mocht de burgemeester overgaan tot verlenging van het noodbevel (besluit 26 oktober 2023)?
10. Ten aanzien van de bevoegdheid van de burgemeester tot het nemen van het verlengingsbesluit overweegt de rechtbank allereerst als volgt. Uit de aanvullende bestuurlijke rapportage van de politie van 23 oktober 2023 is gebleken dat, ondanks de sluiting, op 14 oktober 2023 omstreeks 01:30 uur toch een explosief is afgegaan bij het terrein. Ook heeft de politie in de aanvullende bestuurlijke rapportage van 26 oktober 2023 uiteengezet dat [persoon A] in verband wordt gebracht met een strafrechtelijk onderzoek naar financiële transacties. Deze informatie heeft de burgemeester aan het verlengingsbesluit ten grondslag gelegd, naast de eerder uitgebrachte bestuurlijke rapportages. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester zich onder deze omstandigheden in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat sprake was van ernstige vrees voor (verdere) ernstige wanordelijkheden. De rechtbank vindt het daarbij van belang dat er meerdere incidenten in korte tijd hebben plaatsgevonden nabij het terrein. Nadat twee dagen achter elkaar personen met explosieven waren aangehouden, is op 14 oktober 2023 tijdens de spoedsluiting alsnog een explosief afgegaan bij het terrein. Deze omstandigheden, in combinatie met het nog lopende onderzoek naar de achtergrond van de explosie, maken dat de rechtbank tot het oordeel komt dat de burgemeester nog steeds mocht uitgaan van een dreiging. De betwisting van eisers van de inhoud van de bestuurlijke rapportages voor zover die ziet op de meldingen over [persoon A] , maakt dit niet anders. Eisers hebben enkel gesteld dat de betrokken meldingen over [persoon A] niet juist waren, maar hebben dit niet (voldoende) met stukken onderbouwd. Daarnaast acht de rechtbank de verstreken twee weken tussen de gebeurtenissen en het verlengingsbesluit ook niet dermate lang dat van de politie of de burgemeester al meer concrete, dan wel meer complete, onderzoeksresultaten hoefden te worden verwacht. Ook in het geval de informatie van de politie over [persoon A] verouderd dan wel onjuist was, blijft staan dat op 14 oktober 2023 een explosief is afgegaan bij het terrein. De burgemeester heeft aan deze gebeurtenis zwaar gewicht mogen toekennen. De informatie die de burgemeester op het moment van het nemen van het verlengingsbesluit ter beschikking stond was naar het oordeel van de rechtbank dus voldoende om de ernstige vrees voor (verdere) ernstige wanordelijkheden te rechtvaardigen.
11. Desalniettemin komt de rechtbank tot het oordeel dat het verlengingsbesluit van
26 oktober 2023 niet in stand kan blijven en dat de burgemeester dus ook niet heeft kunnen besluiten dit verlengingsbesluit in stand te laten. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.