Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 mei 2025;
- de 23 producties van Woonstad;
- de 6 producties van [gedaagde 1] c.s.;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde 1] c.s.
2.De feiten
- rekening te houden met de individuele wensen van de te herhuisvesten huurders;
- Een passend aanbod te vinden in de eigen wijk voor huurders die in de omgeving van de te verlaten woning willen blijven wonen;
- Een passend aanbod te vinden voor gezinnen die een te kleine woning verlaten;
- Voor wat betreft de kwaliteit en uitrusting van de aan te bieden woning, zoveel mogelijk rekening te houden met leeftijd en/of lichamelijke handicaps van huurders of andere leden van het huishouden;
3.Het geschil
4.De beoordeling
zoveel als redelijkerwijs mogelijk” inspant om haar huurders te herhuisvesten. Dat wijst op een inspanningsverbintenis voor Woonstad. De stelling van [gedaagde 1] c.s. dat Woonstad concrete toezeggingen heeft gedaan in het kader van herhuisvesting heeft Woonstad betwist en hebben [gedaagde 1] c.s. onvoldoende onderbouwd. De verwijzing naar nieuwsartikelen die zijn gepubliceerd op de website van Woonstad over onder meer de herhuisvestingsplannen, is niet toereikend. De daarin opgenomen uitspraken vanuit Woonstad zijn algemeen geformuleerd, daaruit kan niet worden afgeleid dat Woonstad een resultaatsverbintenis op zich heeft genomen.
€ 135,00