Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 mei 2025 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2], uit [plaatsnaam 1], eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
an sichkan dan in dit geval in redelijkheid geen doorslaggevende factor zijn om belanghebbendheid af te wijzen. Bovendien zijn eisers woonachtig in de laatste woning aan de doodlopende weg die eindigt bij het perceel van de schuur, waardoor het verkeer dat aan eisers woning voorbij komt enkel bestemmingsverkeer is. Dat er geen sprake zou zijn van een persoonlijk belang zoals het college stelt, volgt de rechtbank gelet hierop niet. Het bezwaar is naar het oordeel van de rechtbank dus ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De beroepsgrond slaagt. Het college zal een nieuw besluit dienen te nemen. Gelet hierop behoeft de beroepsgrond dat er geen beroepsclausule is opgenomen in het bestreden besluit en eisers door de commissie bezwaarschriften gehoord had moeten worden in plaats van de ambtelijke hoorcommissie geen bespreking.