Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift (ontvangen op 31 oktober 2024), met bijlagen;
- het verweerschrift, met bijlagen;
- de nadere bijlage 18 tot en met 22 van [verzoeker] ;
- de spreekaantekeningen van [verzoeker] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. G.L. Wife en mr. R.W.E. Horstman, en Fooditive B.V., vertegenwoordigd door mr. H.T. Kernkamp. De zaak betreft de vraag of er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen na het einde van de derde arbeidsovereenkomst van [verzoeker] op 16 juli 2024. De rechter oordeelt dat [verzoeker] door het verrichten van werkzaamheden na deze datum, in feite een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft gecreëerd op basis van artikel 7:668a lid 1 onder b BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming is bereikt over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst en dat [verzoeker] geen ontslag heeft genomen. Hierdoor blijft de arbeidsovereenkomst bestaan.
De rechter heeft verder geoordeeld dat Fooditive verplicht is om het loon van [verzoeker] te betalen van 11 juli 2024 tot 17 december 2024, inclusief wettelijke rente en verhoging. Daarnaast moet Fooditive [verzoeker] een onkostenvergoeding van € 709,67 betalen, evenals € 462,50 aan buitengerechtelijke kosten. De proceskosten komen voor rekening van Fooditive, die in totaal € 1.036,00 moet betalen aan [verzoeker]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.