ECLI:NL:RBROT:2025:5793

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
10/313320-24 en 10/150596-24 (ter terechtzitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen en kinderpornografie met een vuurwapen in bezit

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige zedendelicten. De verdachte is veroordeeld voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje van dertien jaar, waaronder het seksueel binnendringen van haar lichaam. Daarnaast is hij veroordeeld voor het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een lange periode contact heeft gehad met het slachtoffer, wat heeft geleid tot het plegen van seksuele handelingen. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen van het slachtoffer en heeft haar lichamelijke integriteit op grove wijze geschonden. Bij de doorzoeking van zijn woning zijn meerdere gegevensdragers in beslag genomen waarop een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een contact- en locatieverbod. Tevens is de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 7.500,- aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/313320-24 en 10/150596-24 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 19 maart 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1954,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
preventief gedetineerd in het [naam PI] ,
raadsman mr. M.H. Bahreman, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzittingen

Op 13 januari 2025 heeft het onderzoek ter terechtzitting plaatsgevonden. Bij tussenvonnis van 27 januari 2025 heeft de rechtbank, voor zover van belang:
- het onderzoek in voornoemde zaak heropend en de zaak verwezen naar de rechter-commissaris om [slachtoffer] (geboren op 25 juni 2010) als getuige te horen;
- de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
- bepaald dat het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen terechtzitting zal worden hervat, binnen een periode van drie maanden na 27 januari 2025;
- het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen.
Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens hervat, voortgezet en gesloten op de terechtzitting van 5 maart 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.P.L. van Loon heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/313320-24 onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde en van het onder parketnummer 10/150596-24 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd, alsmede oplegging van een verbod op verhullende apps;
  • oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) voor de duur van 5 jaar, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] en een locatieverbod voor de Kleiweg in Rotterdam, waarbij per overtreding 1 week hechtenis wordt opgelegd, met een maximum van 6 maanden, en de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring ten aanzien van parketnummer 10/150596-24
Het onder parketnummer 10/150596-24 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat het feit op grond van artikel 70, eerste lid Sr ten aanzien van een deel van de ten laste gelegde periode, te weten de periode van 1 januari 1990 tot en met 8 mei 2012, is verjaard. De rechtbank zal het Openbaar Ministerie voor wat betreft die periode daarom niet-ontvankelijk verklaren en het feit bewezen verklaren voor de periode van 9 mei 2012 tot en met 8 mei 2024.
4.2.
Bewijswaardering ten aanzien van parketnummer 10/313320-24
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 primair en subsidiair ten laste gelegde en daartoe het volgende aangevoerd. De vermeende ontucht is enkel en alleen gestoeld op de verklaringen van [slachtoffer] . Uit het dossier valt echter af te leiden dat [slachtoffer] is beïnvloed en gestuurd. Haar verklaringen zijn niet consistent en onbetrouwbaar en kunnen daarom niet voor het bewijs worden gebezigd. Buiten de verklaringen van [slachtoffer] bevat het dossier geen objectief bewijs voor het ten laste gelegde, zodat de verdachte dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging eveneens vrijspraak bepleit. De verdachte ontkent niet dat hij een foto van [slachtoffer] met ontblote borsten op zijn telefoon heeft gehad, maar betwist dat deze foto is genomen met het oogmerk om seksueel te prikkelen, of een anderszins seksuele strekking had. De verdachte heeft de foto genomen om het onbegrensde gedrag van [slachtoffer] aan te tonen. Daarnaast gaat het om één foto, zodat niet kan worden gesproken van het vervaardigen of het in het bezit hebben van meerdere afbeeldingen.
Tot slot heeft de verdediging ten aanzien van feit 3 vrijspraak bepleit. De verdachte ontkent bewust grote hoeveelheden kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit te hebben gehad, in ieder geval voor wat betreft het gewoonte maken daarvan. De verdachte heeft meerdere keren bestanden van een harde schijf overgezet, waardoor onduidelijk is in hoeverre de creatiedata daardoor zijn beïnvloed. Ook is de omvang van de aangetroffen afbeeldingen onduidelijk: niet kan worden gesteld dat de 1575 aangetroffen afbeeldingen unieke afbeeldingen betreffen. Ook gaat het veelal om gegevens aangetroffen in back-up files: er is geen sprake van individuele handelingen. Tot slot zijn tal van de aangetroffen afbeeldingen alleen te achterhalen met (geavanceerde) digitale hulpmiddelen en kan een gewone gebruiker daar niet bij. Gelet op deze omstandigheden is er geen bewijs voor het gewoonte maken van het ten laste gelegde.
Voorwaardelijke verzoeken
Voor het geval de rechtbank het betoog van de verdediging niet volgt, heeft de raadsman verzocht om [slachtoffer] te horen. Naar aanleiding van dit voorwaardelijke verzoek, heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting middels een tussenvonnis heropend. De verdediging heeft vervolgens per e-mailbericht van 19 februari 2025 te kennen gegeven het verzoek tot het horen van getuige [slachtoffer] niet langer te willen handhaven.
Daarnaast verzoekt de verdediging nader onderzoek naar de gegevensdragers te laten plaatsvinden indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt van het bestanddeel dat de verdachte ook een gewoonte zou hebben gemaakt van het in het bezit hebben van de ten laste gelegde afbeeldingen.
4.2.2.
Beoordeling
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
Anders dan de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer. De verklaringen die zij heeft afgelegd, zijn concreet en gedetailleerd en komen op de rechtbank authentiek en betrouwbaar over. Haar verklaringen zijn in de kern, daar waar het gaat om de ten laste gelegde handelingen, consistent. Dat op onderdelen mogelijk sprake is van verschillen in de verklaringen doet aan de voor de verdachte belastende kern daarvan niet af en kan goed worden verklaard door de situatie waarin deze handelingen hebben plaatsgevonden en het tijdsverloop. Niet is gebleken van enig motief bij het slachtoffer voor het doen van een valse aangifte of het aandikken van haar verklaring.
Het slachtoffer heeft eerst haar pleegouders en haar pleegbroer concreet verteld welke ontuchtige handelingen de verdachte bij haar heeft gepleegd. Haar pleegouders hebben hiervan een geluidsopname gemaakt. In het opgenomen gesprek verklaart het slachtoffer dat de verdachte aan haar vagina en haar borsten heeft gezeten. Ook verklaart ze dat de verdachte in de parkeergarage bij het Alexandrium in haar vagina is geweest met zijn vinger.
Vervolgens is het slachtoffer tweemaal in een zogeheten studioverhoor gehoord over de gepleegde ontuchtige handelingen. Tijdens deze verhoren heeft zij uitvoerig en in detail verklaard.
In het eerste studioverhoor, afgenomen op 8 mei 2024, heeft het slachtoffer, net als in het gesprek met haar pleegouders, verklaard dat de verdachte aan haar borsten en aan haar vagina heeft gezeten. Dat gebeurde in het park of op de parkeerplaats van het Hout en meubileringscollege. Deze verklaring wordt ondersteund door de verklaring van [naam getuige] , de pleegvader van het slachtoffer. Hij zag door middel van een tracker dat het slachtoffer zich lange tijd op de parkeerplaats van het Hout en meubileringscollege bevond. Hij belde zowel het slachtoffer als de verdachte, maar geen van beiden nam op. Verder heeft het slachtoffer tijdens het verhoor concreet verklaard over wat er gebeurde op de parkeerplaats bij het Alexandrium, namelijk dat de verdachte op de achterbank van zijn auto, terwijl de broek en onderbroek van het slachtoffer naar beneden waren, zijn vinger in zijn mond deed en daarna in haar vagina. Deze verklaring is uitvoeriger, maar ook hier weer consistent ten opzichte van hetgeen zij hierover aan haar pleegouders heeft verteld.
In het tweede studioverhoor, afgenomen op 3 juli 2024, heeft het slachtoffer nadere details genoemd over de ontucht op de parkeerplaats bij het Alexandrium. Zo heeft ze aangegeven dat de verdachte zijn jas tussen het raam van de auto deed zodat niemand hen kon zien. Ook deze specifieke verklaring draagt bij aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer. Daarnaast verklaart het slachtoffer over een deken die op de achterbank van de auto van de verdachte lag. Deze deken was groen, zei ze. Op deze deken, groen geruit, is een mengprofiel aangetroffen. Uit de bemonstering blijkt dat het DNA afkomstig kan zijn van de verdachte en het slachtoffer. Dit past in de verklaring van het slachtoffer dat de ontucht ook op de achterbank van de auto van de verdachte heeft plaatsgevonden. Verder heeft het slachtoffer tijdens dit verhoor in detail verklaard over hetgeen in de slaapkamer van de kleinzoon van de verdachte heeft plaatsgevonden. De verdachte kuste haar borsten, likte haar vagina en “peurde” met zijn vinger in haar vagina terwijl zij op haar rug op het bed lag. Deze verklaring wordt ondersteund door het feit dat de verdachte een foto van het slachtoffer heeft genomen terwijl zij met ontblote borsten op ditzelfde bed lag. De politie heeft het dekbedovertrek dat op de foto te zien is, later verknipt tot poetsdoeken, aangetroffen in de schuur van de verdachte. De echtgenote van de verdachte heeft hierover verklaard dat de verdachte tegen haar had gezegd dat op het dekbedovertrek DNA van het slachtoffer zat. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij de genoemde foto van het slachtoffer maakte om aan zijn vrouw “bewijs te leveren” van het onbegrensde gedrag van het slachtoffer. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig, temeer ook omdat de verdachte (zoals hij zelf ter terechtzitting verklaarde) de foto nooit aan zijn vrouw heeft laten zien.
De verklaringen van het slachtoffer worden ten slotte verder ondersteund door een bericht dat de verdachte aan het slachtoffer stuurde en dat luidde: “Zin in het spel..” Het slachtoffer heeft verklaard dat dat codetaal was voor “aan iemand zitten”. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het om boksen ging, maar de rechtbank acht ook die verklaring tegen de achtergrond van al het voorgaande ongeloofwaardig.
De rechtbank is, gelet op de bewijsmiddelen in het dossier, in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat het onder feit 1 primair en het onder feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is.
Ten aanzien van feit 3
Anders dan de verdediging heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat ook het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen. Op de in beslag genomen gegevensdragers van de verdachte zijn 1575 bestanden aangetroffen die als kinderpornografisch worden aangemerkt. Het merendeel hiervan was direct benaderbaar. De verdachte was naar eigen zeggen bekend met de omstandigheid dat er op de harde schijven (dieren)porno zou staan. Dat betekent dat hij de harde schijven heeft bekeken en dus moet hebben geweten dat er kinderpornografisch materiaal op stond. Dit geldt onverminderd voor de USB-stick, aangezien deze gebruikt is voor het overzetten van oude harde schijven. Tot slot is in de telefoon van de verdachte een naaktfoto van het slachtoffer van de feiten 1 en 2 aangetroffen in de slaapkamer van de kleinzoon van de verdachte. De verdachte heeft verklaard dat hij die foto heeft genomen. Het vervaardigen van deze foto, alsook de bewezenverklaarde ontuchtige handelingen, ondersteunen de stelling dat de verdachte een grote interesse heeft in dergelijke afbeeldingen.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt’, zodat de verdachte van dit onderdeel (partieel) zal worden vrijgesproken. Aan het voorwaardelijke verzoek van de verdediging nader onderzoek naar de gegevensdragers te laten plaatsvinden, wordt dus niet toegekomen.
4.2.3.
Conclusie
Bewezen is het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde, zoals hiervoor overwogen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/313320-24 onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/150596-24 ten laste gelegde heeft begaan.
De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat:
Parketnummer: 10/313320-24
1.
hij in de periode van 25 juni 2023 tot en met 22 maart 2024 te Rotterdam, meermalen met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , door
- de borsten van die [slachtoffer] te likken en/of kusjes te geven,
- de borsten en/of het lichaam van die [slachtoffer] te betasten,
- de vulva van die [slachtoffer] te betasten en/of te likken en
- zijn vingers te brengen en/of te bewegen in de vagina van die [slachtoffer] ;
2.
hij in de periode van 25 juni 2023 tot en met 22 maart 2024 te Rotterdam, meermalen, telkens
- afbeeldingen en
- een gegevensdrager, te weten een smartphone (merk Samsung A6) bevattende
eenafbeelding,
te weten
eenfoto, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2010) heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] , waarbij [slachtoffer] gekleed is en poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van [slachtoffer] en de uitsnede van de foto nadrukkelijk de
ontblote borsten van [slachtoffer] in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
3.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 8 mei 2024 te Rotterdam, meermalen telkens
- afbeeldingen en
- gegevensdragers, te weten een smartphone (merk Samsung A6), een computer (merk HP), een laptop (merk Lenovo), een tablet (merk Samsung), harde schijven (merken Seagate, en Samsung) en
eenUSB-stick, bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis, vinger, hand, tong en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een penis, vinger, hand, tong en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger, hand, mond, tong en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of de eigen borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het spuiten van en/of zichtbaar maken van een op sperma gelijkende substantie op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
Parketnummer: 10/150596-24
hij in de periode van
9 mei 2012tot en met 8 mei 2024 te Rotterdam, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een Fn 1910, kaliber 7.65mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool
en
( bijbehorende) munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 16 kogelpatronen van het kaliber 7.65mm en 1 kogelpatroon van het kaliber 9mm
voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer: 10/313320-24

1.primair,

met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;

2. een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben;

3. een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;

Parketnummer: 10/150596-24
De eendaadse samenloop van
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen, onder andere door het seksueel binnendringen van het lichaam van een meisje van dertien jaar, en het (meermalen) vervaardigen en in het bezit hebben van kinderpornografie. Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte zijn meerdere gegevensdragers in beslag genomen waarop een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen is aangetroffen.
De verdachte heeft gedurende een lange periode contact gehad met het dertienjarige, kwetsbare slachtoffer. Dit contact heeft geresulteerd in het plegen van seksuele handelingen bij het slachtoffer. De verdachte heeft misbruik gemaakt van haar vertrouwen en vervolgens op grove wijze inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit. Ook heeft hij van haar een naaktfoto gemaakt, die hij op zijn telefoon heeft bewaard. Dit zijn ernstige en verwerpelijke feiten, die een normale en gezonde seksuele ontwikkeling van een minderjarige kunnen doorkruisen. Dat dit zeer ingrijpende gebeurtenissen zijn geweest in het leven van het slachtoffer, is ook gebleken uit de ter zitting door de pleegouders van het slachtoffer voorgedragen slachtofferverklaring. Algemeen bekend is daarnaast dat kinderen door betrokkenheid bij seksueel misbruik psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij met zijn gedrag niet heeft stilgestaan bij de gevolgen van zijn gedrag voor een minderjarige in haar puberteit en dat hij zich alleen heeft laten leiden door zijn eigen behoeftebevrediging.
Door het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen heeft de verdachte ook indirect bijgedragen aan het in stand houden en bevorderen van verder seksueel misbruik van kinderen.
Ten slotte heeft de verdachte in zijn woning een vuurwapen voorhanden gehad. Ongecontroleerd wapenbezit brengt naast gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving ook mee dat de drempel om zo’n wapen te gebruiken, wordt verlaagd. Tegen het ongecontroleerde bezit van vuurwapens wordt daarom streng opgetreden.
7.2.1.
Strafblad
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 11 december 2024 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.2.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 19 december 2024. Dit rapport houdt het volgende in.
Geadviseerd wordt aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen. Reclasseringstoezicht en ambulante behandeling zijn van belang om het risico op zedendelicten en de kans op delictgedrag in de toekomst te verkleinen. Daarnaast wordt geadviseerd het vermijden van kinderporno als bijzondere voorwaarde op te leggen, om de kans op het opnieuw bezitten van kinderpornografisch materiaal te verkleinen. Dit houdt in dat de verdachte zich op welke wijze dan ook onthoudt van het seksueel getint communiceren met minderjarigen. Tot slot wordt een contact- en locatieverbod als vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van vijf jaren, met dadelijke uitvoerbaarheid, geadviseerd. Het recidiverisico wordt laag tot beneden-gemiddeld geschat.
7.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank is met de officier van justitie en de reclassering van oordeel dat de verdachte begeleiding en behandeling behoeft. De rechtbank zal daarom een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Met de officier van justitie acht de rechtbank het van belang om als extra bijzondere voorwaarden op te nemen dat de verdachte aan de reclassering inzage verstrekt in zijn internetgebruik en dat het hem verboden is om zijn internetgeschiedenis te wissen, dan wel gebruik te maken van verhullende apps en/of programma’s.
Omdat niet is voldaan aan de eisen die de wet daaraan stelt in artikel 14e Sr, te weten - kort gezegd - een hoog risico op recidive, zullen deze voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Naast voornoemde gevangenisstraf zal aan de verdachte ter voorkoming van strafbare feiten de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 5 jaren worden opgelegd, inhoudende een locatieverbod voor de Kleiweg in Rotterdam en een contactverbod met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2010).
Omdat niet is voldaan aan de eisen die de wet daaraan stelt in artikel 38v lid 4 Sr, zullen deze voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder te bespreken verbeurdverklaring, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen Lenovo laptop en Samsung tablet verbeurd te verklaren, nu op deze gegevensdragers kinderpornografisch materiaal is aangetroffen en het onder parketnummer 10/313320-24 onder feit 3 bewezenverklaarde met behulp van deze voorwerpen is begaan.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen Lenovo laptop zal worden verbeurd verklaard. Het onder parketnummer 10/313320-24 onder feit 3 bewezen feit is met betrekking tot dit voorwerp begaan.
De in beslag genomen Samsung tablet zal aan de verdachte worden geretourneerd, nu niet is komen vast te staan dat het onder parketnummer 10/313320-24 onder feit 3 bewezen feit met betrekking tot dit voorwerp is begaan.

9.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer] , vertegenwoordigd door haar pleegouder dhr. [persoon A] en voogd mw. [persoon B] en mr. I. Oosterveen (gemachtigd raadsvrouw) ter zake van de onder parketnummer 10/313320-24 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert vergoeding van een bedrag van € 7.500,- ter zake van immateriële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft primair betoogd dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair is betoogd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, nu de behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De verdediging betwist dat
de psychische schade die de benadeelde partij heeft geleden, het gevolg is van de ten laste gelegde feiten. Dit standpunt wordt ook niet door rapportages van deskundigen onderbouwd. Nader onderzoek naar een eventueel causaal verband zou een te grote belasting opleveren.
9.3.
Beoordeling
Anders dan door de verdediging is betoogd, is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder parketnummer 10/313320-24 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Het slachtoffer denkt dagelijks aan het misbruik, ze slaapt er slecht door, heeft nare dromen, ze automutileert en heeft onverklaarbare woede-uitbarstingen en zelfmoordgedachten. Dat deze omstandigheden voortvloeien uit het misbruik is voldoende onderbouwd aan de hand van de verklaringen van iHub Pleegzorg en Gezinshuizen en de William Schrikker Stichting. De schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 7.500,-.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij ter zake van geleden immateriële schade een vergoeding betalen van € 7.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente hierover en met de kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 240b (oud) en 245 (oud) van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk ten aanzien van het ten laste gelegde onder parketnummer 10/150596-24, doch slechts voor zover het betreft de periode van 1 januari 1990 tot en met 8 mei 2012;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10/313320-24 onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten en het onder parketnummer 10/150596-24 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, voor zijn problematiek gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3. de veroordeelde zal zich op welke wijze dan ook onthouden van:
a) het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
b) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
c) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
d) het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn/haar digitale apparatuur;
de veroordeelde dient aan de controles hierop (zoals hieronder beschreven) mee te werken tijdens een huisbezoek;
4. de veroordeelde zal open zijn over zijn internetgebruik en geeft hier inzage in. Hij meldt welke gegevensdragers hij gebruikt en stemt in met controle op deze gegevensdragers, indien de reclassering hier een noodzaak toe ziet. Het is de veroordeelde verboden zijn internetgeschiedenis te wissen en/of gebruik te maken van internetgebruik verhullende apps en/of programma’s.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
het toezicht op de onder 3 en 4 vermelde voorwaarden kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers in gebruik bij de veroordeelde. Deze controles vinden op de volgende wijze plaats:
  • de controle van de onder 3 b) en c) gestelde voorwaarden mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan);
  • een specialist (niet zijnde een opsporingsambtenaar) mag de reclassering technische ondersteuning bieden ten behoeve van de controles;
  • de controles mogen gedurende de proeftijd van 3 jaren maximaal drie keer per jaar worden uitgevoerd;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 5 (vijf) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich niet op te houden op de Kleiweg te Rotterdam;
2. zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2010);
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 1 (één) week;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op en zal in totaal ten hoogste zes maanden bedragen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 3 onder parketnummer 10/313320-24:
5. 1 STK Computer
(Omschrijving: [serienummer] , Lenovo, chassisnr: [nummer X] );
- gelast de teruggave aan verdachte van:
7. 1 STK Computer
(Omschrijving: [beslagnummer] , samsung);
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer] , te betalen een bedrag van
€ 7.500,- (zegge: zevenduizendvijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [slachtoffer] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij [slachtoffer] begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 7.500,- (zegge: zevenduizend-vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 7.500,- niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
72 (tweeënzeventig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele, voorzitter,
en mrs. W.M. Stolk en L. den Teuling, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.S. Brouwer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer: 10/313320-24
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2023 tot en met 22 maart 2024 te
Rotterdam, althans in Nederland,
meermalen
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] ,
door
- de borsten van die [slachtoffer] te likken en/of kusjes te geven,
- de borsten en/of het lichaam van die [slachtoffer] te betasten,
- de vulva van die [slachtoffer] te betasten en/of te likken en/of
- zijn vingers te brengen en/of te bewegen in de vagina van die [slachtoffer] ;
subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2023 tot en met 22 maart 2024 te
Rotterdam, althans in Nederland,
meermalen
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die toen de leeftijd van zestien
jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, door
- de borsten van die [slachtoffer] te likken en/of kusjes te geven,
- de borsten en/of het lichaam van die [slachtoffer] te betasten en/of
- de vulva van die [slachtoffer] te betasten en/of te likken;
2.
hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 25 juni 2023 tot en met 22 maart 2024
te Rotterdam, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens
- afbeeldingen en/of
- een gegevensdrager, te weten een smartphone (merk Samsung A6) bevattende
afbeeldingen,
te weten foto's en/of filmpjes,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2010)
heeft vervaardigd en/of
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] , waarbij [slachtoffer] gekleed
is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij haar leeftijd past
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van [slachtoffer] en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk de
(ontblote) borsten van [slachtoffer] in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(zie in de toonmap nummer #01);
3.
hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 8 mei 2024
te Rotterdam, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens
- afbeeldingen en/of
- gegevensdragers, te weten een smartphone (merk Samsung A6), een computer
(merk HP), een laptop (merk Lenovo), een tablet (merk Samsung), harde schijven
(merken Seagate, IBM, Hitachi en Samsung) en/of USB-sticks, bevattende
afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis, vinger, hand, tong en/of voorwerp oraal en/of vaginaal
penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt
en/of
het met de/een penis, vinger, hand, tong en/of voorwerp oraal en/of vaginaal
penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het eigen
lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(zie in de toonmap nummers #08, #09, #10, #11, #16)
en/of
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel,
de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
en/of
het met de/een vinger, hand, mond, tong en/of voorwerp betasten en/of aanraken
van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen
geslachtsdeel, de eigen billen en/of de eigen borsten door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(zie in de toonmap nummers #02, #12, #21)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in
beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(zie in de toonmap nummers #03, #04, #05)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het spuiten van en/of zichtbaar maken van een op sperma gelijkende substantie op
het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(zie in de toonmap nummer #26)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Parketnummer: 10/150596-24
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 1990 tot en met 8 mei 2024, althans op 8
mei 2024, te Rotterdam, althans in Nederland,
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een Fn 1910, kaliber 7.65mm
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
en/of
(grotendeels bijbehorende) munitie van categorie III van de Wet wapens en
munitie, te weten
16 kogelpatronen van het kaliber 7.65mm en/of
1. kogelpatroon van het kaliber 9mm
voorhanden heeft gehad.