ECLI:NL:RBROT:2025:5792

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
10-230971-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlengde invoer van cocaïne en wederrechtelijk verblijf op haventerrein

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de verlengde invoer van ongeveer 40 kilogram cocaïne en het wederrechtelijk verblijven op een haventerrein. De verdachte, geboren in 2000 en ingeschreven op een adres in Rotterdam, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. T. Sönmez. Tijdens de zitting op 16 april 2024 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de officier van justitie een gevangenisstraf van 18 maanden eiste, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een locatieverbod voor de zeehavens van Rotterdam en Vlissingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, opzettelijk cocaïne had ingevoerd en wederrechtelijk op het terrein van Hutchison Ports ECT Delta verbleef. De rechtbank verklaarde de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten, maar sprak hem vrij van een deel van de aanklacht. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 20 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en bepaalde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd niet aan strafbare feiten mocht schuldig maken. Tevens werd een in beslag genomen Apple Iphone verbeurd verklaard. De rechtbank baseerde haar beslissing op de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij werd opgemerkt dat hij geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-230971-23
Datum uitspraak: 30 april 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsman mr. T. Sönmez, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 april 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.T. den Uil heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
  • partiële vrijspraak van de onder 2 ten laste gelegde braak/inklimming van de container met nummer [containernummer 1] ;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarde een locatieverbod voor de zeehavens van Rotterdam en Vlissingen.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijsoverweging
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op de wijze zoals hierna is vermeld. De rechtbank is anders dan de officier van justitie van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet vastgesteld kan worden dat de verdachte zich de toegang tot de container met nummer [containernummer 2] heeft verschaft
door middel van braak of inklimming. De verdachte wordt daarvan partieel vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring
Bewezen is dat de verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Maasvlakte, gemeente Rotterdam
tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 40 kilogram cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen,
wederrechtelijk
heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen te weten het besloten terrein van Hutchison Ports ECT Delta, gelegen aan de Europaweg 875 te Rotterdam op de Maasvlakte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
2.
wederrechtelijk verblijven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag of overslag van goederen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte is samen met zijn medeverdachten betrokken geweest bij de verlengde invoer van ongeveer 40 kilogram cocaïne. De partij cocaïne lag in een container in de Rotterdamse haven. De verdachte is in de buurt van deze container aangetroffen. Hij was daar aan het wachten tot hij de opdracht kreeg om de cocaïne uit de container te halen. De verdachte heeft door zijn handelen een wezenlijke bijdrage geleverd aan de grootschalige internationale handel in cocaïne. De rol van uithaler is namelijk essentieel in de transport- en distributieketen hiervan. Het gebruik van en de handel in cocaïne vormt een ernstig maatschappelijk probleem en een bedreiging van de volksgezondheid omdat dit vaak gepaard gaat met geweld, corruptie, witwassen en wapenbezit. Hiermee wordt ernstige schade toegebracht aan de veiligheid van de maatschappij en het gevoel van veiligheid van burgers. Bovendien ondervinden de bedrijven in de haven veel hinder van personen die zich onbevoegd op het haventerrein bevinden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het straf blad van 26 maart 2025 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 30 januari 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. De verdachte is alleenstaand en woont bij zijn broer. Hij heeft een nagenoeg afgeronde schoolopleiding en een bijbaan. Hij heeft veel contact met zijn familie die hem ondersteunt. Er is sprake van een stabiele leefsituatie en meerdere beschermende factoren. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag-gemiddeld. Geadviseerd wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen omdat er geen aanknopingspunten zijn voor een reclasseringstoezicht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank heeft daarnaast aansluiting gezocht bij de straf die aan de medeverdachte wordt opgelegd. De rechtbank ziet anders dan de officier van justitie in de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte geen reden om hem een lagere straf op te leggen. De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank ziet anders dan de officier van justitie geen aanleiding een locatieverbod voor de zeehavens Rotterdam en Vlissingen als voorwaarde te stellen nu artikel 138aa van het Wetboek van Strafvordering reeds een dergelijk locatieverbod voor de in de haven gelegen besloten gebieden bevat.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen Apple Iphone verbeurd te verklaren.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen Apple Iphone zal worden verbeurd verklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met betrekking tot dit voorwerp begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 47, 57 en 138aa van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als
algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 primair en 2: Apple Iphone met beslagcode [beslagnummer] ;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mrs. G.C. Bos en H.J. de Kraker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Voorwinden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Maasvlakte, gemeente Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 40 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Maasvlakte, gemeente Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen, waaronder zoals bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, en/of
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van een hoeveelheid cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- zich (onbevoegd) te begeven op het terrein van Hutchison Ports ECT Delta en/of
- zich aldaar (onbevoegd) in één of meerdere containers te begeven, en/of
- één of meer penlo(o)d(en) en/of dop(pen) en/of bitje(s) en/of een sleutel en/of levensmiddel(en) en/of powerbank(s) en/of telefoon(s) en/of doppenset(s) en/of breekijzer(s) en/of tas(sen) en/of werkhandschoen(en) voorhanden te hebben en/of
- met één of meer mededader(s) (telefonisch en/of via Whatsapp) contacten te onderhouden en/of informatie uit te wisselen en/of afspraken te maken en/of instructies te geven en/of te ontvangen;
2
hij in of omstreeks de periode van 9 september 2023 tot en met 11 september 2023
te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
wederrechtelijk
heeft verbleven op een in een haven, luchthaven en/of spoorwegemplacement gelegen besloten plaats voor distributie, opslag en/of overslag van goederen te weten het besloten terrein van Hutchison Ports ECT Delta, gelegen aan de Europaweg 875 te Rotterdam op de Maasvlakte,
terwijl hij, verdachte zich, al dan niet met zijn mededader(s),
op die besloten plaats de toegang had verschaft tot een gebouw, ruimte of vervoermiddel bestemd voor de distributie, opslag of overslag van goederen, te weten de container(s) met uniek(e) nummer(s) [containernummer 1] en/of [containernummer 2] ,
door middel van
- braak en/of
- inklimming.