4.4.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 impliciet subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 31 juli 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- meerdere malen, met een mes, althans een scherp voorwerp, in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft gestoken en
- meerdere malen, met een mes, althans een scherp voorwerp, in de richting van/naar het gezicht en/of het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft gestoken en heeft geslagen en
- meerdere malen, (met kracht) tegen/op het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft geschopt en/of heeft getrapt en
- meerdere malen, (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft gestompt en/of heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 subsidiair
hij op 31 juli 2024 te Rotterdam
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door
- eenmaal (met kracht) tegen/op het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] te schoppen en
- meerdere malen, (met kracht) in/tegen het gezicht en/of tegen/op het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] te stompen en/of te slaan;
3.
hij op 31 juli 2024 te Rotterdam
opzettelijk en wederrechtelijk diverse kledingstukken, die geheel aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] toebehoorden heeft vernield en/of weggemaakt;
4.
hij op 31 juli 2024 te Rotterdam
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht , door die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] (meermalen) dreigend de woorden toe te voegen: "Ik ga je dood maken" en/of "Ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.