Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het impliciet primair ten laste gelegde (poging tot moord);
- ontslag van alle rechtsvervolging van de verdachte;
- terbeschikkingstelling van de verdachte met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging);
- oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
4.Waardering van het bewijs
De verdachte heeft concrete en consequente verklaringen afgelegd over zijn handelen en de beweegredenen daarvoor. Gelet daarop en omdat het dossier ook overigens geen aanwijzingen bevat voor de mogelijkheid dat de verdachte handelde vanuit een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte, ondanks zijn psychotische toestand, in de gelegenheid was om na te denken over de betekenis en gevolgen van de door hem te plegen daden en zich daarvan rekenschap te geven.
Het verweer wordt verworpen.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
3 maart 2025, en van [persoon B] , psycholoog, van 26 februari 2025, die over de verdachte zijn opgemaakt.
7.Motivering maatregelen
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 750,00 (zegge: zevenhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 750,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.