Op 24 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het teweegbrengen van een ontploffing. De officier van justitie, mr. T.T.O. Bakker, eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging en een gevangenisstraf van 42 maanden. De zaak betrof een explosie bij een woning in Rotterdam, waarbij DNA-sporen van de verdachte op een schoen en tape werden aangetroffen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de bewijsmiddelen onvoldoende waren om de verdachte te koppelen aan de explosie. De schoen en tape waren op een afstand van 200 à 300 meter van de plaats delict gevonden, en er waren geen andere bewijzen die de verdachte aan het feit konden linken. De rechtbank concludeerde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. D.F. Smulders als voorzitter.