In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte rechtspersoon die onjuiste aangiften omzetbelasting heeft gedaan en over drie kwartalen geen aangifte heeft gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte rechtspersoon opzettelijk meerdere aangiften voor de omzetbelasting onjuist en onvolledig heeft ingediend, wat heeft geleid tot een fiscaal nadeel van € 901.274,- voor de belastingdienst. De verdachte rechtspersoon is gespecialiseerd in de internationale handel van vrachtwagens en heeft de aangiften overgelaten aan een boekhouder. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte rechtspersoon strafbaar is en heeft een geldboete van € 90.000,- opgelegd. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de draagkracht van de verdachte rechtspersoon. De rechtbank heeft ook gekeken naar eerdere veroordelingen en de impact van de belastingfraude op de belastingmoraal. De uitspraak is gedaan in tegenspraak en is openbaar uitgesproken.