Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder 2 en 3
- bewezenverklaring van het onder 1 en 3
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uren met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
deminderjarige
subsidiair
5.Strafbaarheid feiten
1.ontucht plegen met zijn pupil, meermalen gepleegd;
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
niet bewezen, dat de verdachte de onder 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bewezen,dat de verdachte de onder 1 en 3 subsidiair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
taakstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
76 (zesenzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
38 (achtendertig) dagen;
€ 1.500,- (zegge: duizendvijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge duizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2012 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 (vijfentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.