In deze zaak, die zich afspeelt tussen twee buren in Hendrik-Ido-Ambacht, heeft de gedaagde buurvrouw camera's geplaatst die gericht zijn op de woning en voortuin van de eiser. De eiser stelt dat deze camera's een inbreuk maken op zijn persoonlijke levenssfeer en vordert dat de gedaagde deze camera's verwijdert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de camera's inderdaad gericht zijn op het perceel van de eiser en dat de gedaagde onvoldoende rechtvaardigingsgronden heeft aangevoerd voor het gebruik van deze camera's. De rechtbank oordeelt dat het plaatsen van de camera's onrechtmatig is en dat de gedaagde verplicht is om deze binnen 48 uur na betekening van het vonnis te verwijderen. Daarnaast wordt de gedaagde verboden om in de toekomst camera's te plaatsen die zicht hebben op het perceel van de eiser. De rechtbank wijst de vordering tot het opleggen van een dwangsom af, omdat de gedaagde heeft toegezegd vrijwillig aan de veroordeling te voldoen. De gedaagde wordt verder veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die procedeert op basis van een toevoeging. Het vonnis is uitgesproken door mr. P.D. Olden op 15 januari 2025.